نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
4223 | 41 | 5 | وقالوا قلوبنا في أكنة مما تدعونا إليه وفي آذاننا وقر ومن بيننا وبينك حجاب فاعمل إننا عاملون |
| | | En zij zeggen: "Onze harten zijn in hoezen afgesloten van dat waartoe jij ons oproept, in onze oren is hardhorendheid en tussen jou en ons is een afscheiding. Handel dan maar, wij zullen het ook doen." |
|
4224 | 41 | 6 | قل إنما أنا بشر مثلكم يوحى إلي أنما إلهكم إله واحد فاستقيموا إليه واستغفروه وويل للمشركين |
| | | Zeg: "Ik ben slechts een mens als jullie; aan mij wordt geopenbaard dat jullie god één god is. Handelt dus correct jegens Hem en vraagt Hem om vergeving. Wee dus de veelgodendienaars, |
|
4225 | 41 | 7 | الذين لا يؤتون الزكاة وهم بالآخرة هم كافرون |
| | | die de zakaat niet geven en die aan het hiernamaals geen geloof hechten. |
|
4226 | 41 | 8 | إن الذين آمنوا وعملوا الصالحات لهم أجر غير ممنون |
| | | Zij die geloven en de deugdelijke daden doen zullen een ononderbroken loon hebben." |
|
4227 | 41 | 9 | قل أئنكم لتكفرون بالذي خلق الأرض في يومين وتجعلون له أندادا ذلك رب العالمين |
| | | Zeg: "Hechten jullie echt geen geloof aan Hem die de aarde in twee dagen geschapen heeft en schrijven jullie aan Hem gelijken toe? Dat is de Heer van de wereldbewoners!" |
|
4228 | 41 | 10 | وجعل فيها رواسي من فوقها وبارك فيها وقدر فيها أقواتها في أربعة أيام سواء للسائلين |
| | | Hij heeft erop stevige, er bovenuitstekende bergen gemaakt, haar gezegend en allerlei levensonderhoud voor haar verordend in vier dagen, gelijkmatig verdeeld voor hen die vragen. |
|
4229 | 41 | 11 | ثم استوى إلى السماء وهي دخان فقال لها وللأرض ائتيا طوعا أو كرها قالتا أتينا طائعين |
| | | Toen wendde Hij zich tot de hemel die rook was en Hij zei ertegen en tegen de aarde: "Komt, goedschiks of kwaadschiks." Zij zeiden beide: "Wij komen goedschiks." |
|
4230 | 41 | 12 | فقضاهن سبع سماوات في يومين وأوحى في كل سماء أمرها وزينا السماء الدنيا بمصابيح وحفظا ذلك تقدير العزيز العليم |
| | | Toen voltooide Hij ze in twee dagen als zeven hemelen en openbaarde in elke hemel wat de ordening ervan was. En Wij hebben de dichtstbijzijnde hemel met lampen opgesierd die ook als bescherming dienen. Dat is de verordening van de machtige, de wetende. |
|
4231 | 41 | 13 | فإن أعرضوا فقل أنذرتكم صاعقة مثل صاعقة عاد وثمود |
| | | En als zij zich afwenden zeg dan: "Ik waarschuw jullie voor een donderslag als de donderslag van de 'Aad en de Thamoed." |
|
4232 | 41 | 14 | إذ جاءتهم الرسل من بين أيديهم ومن خلفهم ألا تعبدوا إلا الله قالوا لو شاء ربنا لأنزل ملائكة فإنا بما أرسلتم به كافرون |
| | | Toen hun gezanten van voren en van achteren tot hen kwamen [en zeiden]: "Jullie moeten alleen God dienen", zeiden zij: "Als Onze Heer wilde dan zond Hij engelen neer, maar waarmee jullie gezonden zijn daaraan hechten wij geen geloof." |
|