نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
3625 | 34 | 19 | فقالوا ربنا باعد بين أسفارنا وظلموا أنفسهم فجعلناهم أحاديث ومزقناهم كل ممزق إن في ذلك لآيات لكل صبار شكور |
| | | Maar zij zeiden: "Onze Heer vergroot de reisafstanden naar ons" en deden zichzelf onrecht aan. Wij maakten hen dus tot [het onderwerp van] verhalen en Wij lieten hen geheel vergaan. Daarin zijn zeker tekenen voor ieder die geduldig volhardt en die dank betuigt. |
|
3626 | 34 | 20 | ولقد صدق عليهم إبليس ظنه فاتبعوه إلا فريقا من المؤمنين |
| | | En de mening van Iblies over hen werd bevestigd: zij volgden hem, behalve een groep gelovigen. |
|
3627 | 34 | 21 | وما كان له عليهم من سلطان إلا لنعلم من يؤمن بالآخرة ممن هو منها في شك وربك على كل شيء حفيظ |
| | | Hij had geen macht over hen, maar het gebeurde opdat Wij hen die in het hiernamaals geloven zouden onderscheiden van wie erover in twijfel verkeert. Jouw Heer is het die over alles waakt. |
|
3628 | 34 | 22 | قل ادعوا الذين زعمتم من دون الله لا يملكون مثقال ذرة في السماوات ولا في الأرض وما لهم فيهما من شرك وما له منهم من ظهير |
| | | Zeg: "Roept hen maar aan van wie jullie beweren dat zij naast God bestaan. Zij hebben geen greintje heerschappij in de hemelen, noch op de aarde. Zij hebben in geen van beide een aandeel en Hij heeft onder hen geen enkele helper." |
|
3629 | 34 | 23 | ولا تنفع الشفاعة عنده إلا لمن أذن له حتى إذا فزع عن قلوبهم قالوا ماذا قال ربكم قالوا الحق وهو العلي الكبير |
| | | Bij Hem heeft de voorspraak ook geen nut, behalve voor wie Hij het toestaat. En wanneer dan de vrees uit hun harten is weggenomen zeggen zij: "Wat heeft jullie Heer gezegd?" En dan zeggen zij: "De waarheid." Hij is de verhevene, de grote. |
|
3630 | 34 | 24 | قل من يرزقكم من السماوات والأرض قل الله وإنا أو إياكم لعلى هدى أو في ضلال مبين |
| | | Zeg: "Wie voorziet vanuit de hemel en de aarde in jullie onderhoud?" Zeg: "God. Wij volgen de leidraad en jullie verkeren in duidelijke dwaling of omgekeerde |
|
3631 | 34 | 25 | قل لا تسألون عما أجرمنا ولا نسأل عما تعملون |
| | | Zeg: "Jullie hoeven geen verantwoording af te leggen over wat wij begaan en wij hoeven geen verantwoording af te leggen over wat jullie doen." |
|
3632 | 34 | 26 | قل يجمع بيننا ربنا ثم يفتح بيننا بالحق وهو الفتاح العليم |
| | | Zeg: "Onze Heer zal ons samenbrengen. Dan zal Hij naar waarheid tussen ons uitspraak doen; Hij is het die uitspraak doet, de wetende." |
|
3633 | 34 | 27 | قل أروني الذين ألحقتم به شركاء كلا بل هو الله العزيز الحكيم |
| | | Zeg: "Laat mij hen zien die jullie aan Hem als [zogenaamd goddelijke] metgezellen hebben toegevoegd. Welnee, Hij is God de machtige, de wijze." |
|
3634 | 34 | 28 | وما أرسلناك إلا كافة للناس بشيرا ونذيرا ولكن أكثر الناس لا يعلمون |
| | | En Wij hebben jou naar alle mensen gezamenlijk slechts gezonden als verkondiger van goed nieuws en als waarschuwer, maar de meeste mensen weten het niet. |
|