نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
2150 | 18 | 10 | إذ أوى الفتية إلى الكهف فقالوا ربنا آتنا من لدنك رحمة وهيئ لنا من أمرنا رشدا |
| | | Toen de jonge menschen hunne toevlucht in de spelonk namen, zeiden zij: O Heer! schenk ons genade en verzeker ons een rechtvaardig gedrag. |
|
2151 | 18 | 11 | فضربنا على آذانهم في الكهف سنين عددا |
| | | Daarom sloegen wij hunne ooren met doofheid, zoodat zij gedurende een groot aantal jaren zonder stoornis in de spelonk sliepen. |
|
2152 | 18 | 12 | ثم بعثناهم لنعلم أي الحزبين أحصى لما لبثوا أمدا |
| | | Daarna wekten wij hen, opdat wij zouden weten, welke der beide partijen het tijdverloop juister zou kunnen tellen, gedurende hetwelk zij hier waren geweest. |
|
2153 | 18 | 13 | نحن نقص عليك نبأهم بالحق إنهم فتية آمنوا بربهم وزدناهم هدى |
| | | Wij zullen u hunne geschiedenis met waarheid verhalen. Waarlijk, zij waren jonge lieden, die in hunnen Heer hadden geloofd, en wij hadden hen overvloedig geleid. |
|
2154 | 18 | 14 | وربطنا على قلوبهم إذ قاموا فقالوا ربنا رب السماوات والأرض لن ندعو من دونه إلها لقد قلنا إذا شططا |
| | | En wij versterkten hunne harten met standvastigheid, toen zij zich voor den tyran bevonden, en zij zeiden: Onze Heer is de Heer van hemel en aarde; wij zullen nimmer een anderen God buiten hem aanroepen: want dan zouden wij zeker eene misdaad begaan. |
|
2155 | 18 | 15 | هؤلاء قومنا اتخذوا من دونه آلهة لولا يأتون عليهم بسلطان بين فمن أظلم ممن افترى على الله كذبا |
| | | Deze onze medeburgers hebben andere goden buiten hem gekozen, hoewel zij geen duidelijk bewijs voor hen aanvoeren; en wie is onrechtvaardiger dan hij, die eene leugen tegen God uitdenkt. |
|
2156 | 18 | 16 | وإذ اعتزلتموهم وما يعبدون إلا الله فأووا إلى الكهف ينشر لكم ربكم من رحمته ويهيئ لكم من أمركم مرفقا |
| | | En zij zeiden tot elkander: Indien gij u zult scheiden van hen en van de godheden welke zij, behalve God, aanbidden, en in de spelonk vlucht, dan zal uw Heer u zijne genade rijkelijk schenken, en uwe zaken ten beste schikken. |
|
2157 | 18 | 17 | وترى الشمس إذا طلعت تزاور عن كهفهم ذات اليمين وإذا غربت تقرضهم ذات الشمال وهم في فجوة منه ذلك من آيات الله من يهد الله فهو المهتد ومن يضلل فلن تجد له وليا مرشدا |
| | | Gij zoudt de zon, toen zij opging, de spelonk rechts hebben zien voorbijgaan en, toen zij onderging, zich aan de linkerhand van hen verwijderen; en zij bevonden zich in het ruime gedeelte van de spelonk. Dit was een der teekens van God. Wie door God geleid zal worden, zal recht geleid zijn en degeen, dien hij zal doen dwalen, zal iemand vinden, om hem te verdedigen of te leiden. |
|
2158 | 18 | 18 | وتحسبهم أيقاظا وهم رقود ونقلبهم ذات اليمين وذات الشمال وكلبهم باسط ذراعيه بالوصيد لو اطلعت عليهم لوليت منهم فرارا ولملئت منهم رعبا |
| | | En gij zoudt gezegd hebben, dat zij waakten, terwijl zij sliepen en wij deden hen naar de rechter- en naar de linkerzijde omwenden. En hun hond strekte zijne voorpooten naar den ingang van de spelonk uit; maar indien gij plotseling waart gekomen, zoudt gij u zeker hebben afgewend en van hen gevloden zijn, en op hun gezicht zou de vrees u vervuld hebben. |
|
2159 | 18 | 19 | وكذلك بعثناهم ليتساءلوا بينهم قال قائل منهم كم لبثتم قالوا لبثنا يوما أو بعض يوم قالوا ربكم أعلم بما لبثتم فابعثوا أحدكم بورقكم هذه إلى المدينة فلينظر أيها أزكى طعاما فليأتكم برزق منه وليتلطف ولا يشعرن بكم أحدا |
| | | Daarna wekten wij hen uit hunnen slaap, opdat zij zich wederkeerig zouden ondervragen. Een van hen sprak en zeide: Hoe lang zijt gij hier verbleven? Zij antwoordden: Wij zijn er een dag of een gedeelte van een dag gebleven. De ander zeide: Uw Heer kent het beste den tijd dien gij daar hebt doorgebracht, en zend thans een uwer met dit geld naar de stad, en laat hij zien welke der inwoners het beste en goedkoopste voedsel hebben, en laat hij u daarvan voor uw onderhoud medebrengen; en dat hij zich omzichtig gedrage en uwe schuilplaats aan niemand ontdekke. |
|