نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
857 | 6 | 68 | وإذا رأيت الذين يخوضون في آياتنا فأعرض عنهم حتى يخوضوا في حديث غيره وإما ينسينك الشيطان فلا تقعد بعد الذكرى مع القوم الظالمين |
| | | En wanneer jij degenen ziet die beledigend spreken over Onze Verzen, wend je dan van hen af, totdat zij over een ander onderwerp spreken. En indien de Satan het jou doet vergeten, zit dan niet, nadat de herinnering (tot jou komt), bij het onrechtvaardige volk. |
|
858 | 6 | 69 | وما على الذين يتقون من حسابهم من شيء ولكن ذكرى لعلهم يتقون |
| | | En degenen die (Allah) vrezen zijn in niets verantwoordelijk voor hun rekening, maar het is een vermaning. Hopelijk zullen zij (Allah) vrezen. |
|
859 | 6 | 70 | وذر الذين اتخذوا دينهم لعبا ولهوا وغرتهم الحياة الدنيا وذكر به أن تبسل نفس بما كسبت ليس لها من دون الله ولي ولا شفيع وإن تعدل كل عدل لا يؤخذ منها أولئك الذين أبسلوا بما كسبوا لهم شراب من حميم وعذاب أليم بما كانوا يكفرون |
| | | En laat degenen met rust die hun godsdienst tot spel en vennaak nemen, het wereldse leven misleidt hen. Maar vermaant met (de Koran) opdat niemand weggevaagd wordt door wat zij verrichten: hij zal zich buiten Allah geen Helper en geen Voorspreker vinden. En al zou hij iedere losprijs aanbieden: het wordt niet van hem aanvaard. Zij zijn degenen die zichzelf wcgvagen door wat zij verrichten. Voor hen is er een drank van gloeiend water en een pijnlijke bestraffing: vanwege wat zij plachten niet te geloven. |
|
860 | 6 | 71 | قل أندعو من دون الله ما لا ينفعنا ولا يضرنا ونرد على أعقابنا بعد إذ هدانا الله كالذي استهوته الشياطين في الأرض حيران له أصحاب يدعونه إلى الهدى ائتنا قل إن هدى الله هو الهدى وأمرنا لنسلم لرب العالمين |
| | | Zeg: "Roepen wij dat naast Allah aan dat ons geen goed kan doen en ons geen schade kan berokkenen, en keren wij op onze schreden terug nadat Allah ons geleid heeft? Zoals degene die door de Satans op aarde verdwaasd weggelokt is, terwijl hij metgezellen heeft die hem tot de Leiding oproepen: 'Kom tot ons!'" Zeg: "Voorwaar, Leiding van Allah is de (enige) Leiding en wij zijn bevolen ons te onderwerpen aan de Heer der Werelden. |
|
861 | 6 | 72 | وأن أقيموا الصلاة واتقوه وهو الذي إليه تحشرون |
| | | En de shalât te onderhouden en Hem te vrezen en Hij is Degene tot Wie jullie verzameld worden." |
|
862 | 6 | 73 | وهو الذي خلق السماوات والأرض بالحق ويوم يقول كن فيكون قوله الحق وله الملك يوم ينفخ في الصور عالم الغيب والشهادة وهو الحكيم الخبير |
| | | Hij is Degene Die de hemelen on de aarde schiep met de Waarheid. En op de dag waarop Hij zegt 'Wees,' en het is: Zijn Woord is de Waarheid. Ham behoort de heerschappij op de Dag waarop op de bazuin geblazen wordt, Kenner van het onwaarneembare on het waarneembare en Hij is de Alwijze, dc Alwetende. |
|
863 | 6 | 74 | وإذ قال إبراهيم لأبيه آزر أتتخذ أصناما آلهة إني أراك وقومك في ضلال مبين |
| | | En (gedenkt) toen lbrahim tot zijn vader Azar zei: "Neem jij afgodsbeelden tot goden? Voorwaar, ik zie dat jij en jouw volk duidelijk in dwaling verkeren." |
|
864 | 6 | 75 | وكذلك نري إبراهيم ملكوت السماوات والأرض وليكون من الموقنين |
| | | En zo lieten Wij lbrahim het koninkrijk der hemelen en der aarde zien opdat hij tot de overtuigden zou behoren. |
|
865 | 6 | 76 | فلما جن عليه الليل رأى كوكبا قال هذا ربي فلما أفل قال لا أحب الآفلين |
| | | En toen de nacht hem omhulde zag hij een ster, hij zei: "Dit is mijn Meet." Maar toen hij onderging, zei hij: "Ik hou niet van degenen die ondergaan." |
|
866 | 6 | 77 | فلما رأى القمر بازغا قال هذا ربي فلما أفل قال لئن لم يهدني ربي لأكونن من القوم الضالين |
| | | En toen hij de maan zag opkomen, zei hij: "Dit is mijn Heer." Maar toen hij onderging, zei hij: "'Tenzij mijn Heer mij leidt, zal ik zeker tot het dwelende volk behoren." |
|