نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
517 | 4 | 24 | والمحصنات من النساء إلا ما ملكت أيمانكم كتاب الله عليكم وأحل لكم ما وراء ذلكم أن تبتغوا بأموالكم محصنين غير مسافحين فما استمتعتم به منهن فآتوهن أجورهن فريضة ولا جناح عليكم فيما تراضيتم به من بعد الفريضة إن الله كان عليما حكيما |
| | | Het is verboden, getrouwde vrouwen te huwen, behalve diegene, welke als slavinnen in uwe handen zijn gevallen. Zoo gebiedt God het u. Al het overige wat hier niet wordt verboden, is geoorloofd. Gij kunt uw vrouwen nemen naar uw vermogen, maar altijd sober levende en u niet aan ongebondenheid overgevende. En voor het genoegen dat gij met haar smaakt, zult gij haar eene belooning geven, overeenkomstig hetgeen is voorgeschreven. Het zal geene misdaad van u zijn, indien gij daarenboven eene andere overeenkomst met elkander aangaat, na het volvoeren van hetgeen is voorgeschreven; want God is alwetend en wijs. |
|
518 | 4 | 25 | ومن لم يستطع منكم طولا أن ينكح المحصنات المؤمنات فمن ما ملكت أيمانكم من فتياتكم المؤمنات والله أعلم بإيمانكم بعضكم من بعض فانكحوهن بإذن أهلهن وآتوهن أجورهن بالمعروف محصنات غير مسافحات ولا متخذات أخدان فإذا أحصن فإن أتين بفاحشة فعليهن نصف ما على المحصنات من العذاب ذلك لمن خشي العنت منكم وأن تصبروا خير لكم والله غفور رحيم |
| | | Hij onder u, die niet rijk genoeg zal zijn, vrije vrouwen die geloovig zijn te huwen, zal met slavinnen huwen, indien zij geloovig zijn; want God kent uw geloof. Gij zijt de een uit den ander voortgekomen; huw haar daarom met de toestemming harer meesters, en geef haar een bruidschat, volgens hetgeen rechtvaardig is. Laat haar kuisch, niet schuldig aan overspel zijn en geene liefdesbetrekkingen onderhouden. En indien zij gedurende het huwelijk overspel plegen, zullen zij de helft der straf ondergaan, die voor vrije vrouwen is bepaald. Dit is bepaald voor degenen onder u, die vreezen te zondigen door vrije vrouwen te huwen; maar het is beter voor u, geene slavin te huwen. God is genadig en mild. |
|
519 | 4 | 26 | يريد الله ليبين لكم ويهديكم سنن الذين من قبلكم ويتوب عليكم والله عليم حكيم |
| | | God wil u deze voorschriften verklaren en u leiden in de richting van hen, die u zijn vooraf gegaan, en genadig omtrent u zijn. God is alwetend en wijs. |
|
520 | 4 | 27 | والله يريد أن يتوب عليكم ويريد الذين يتبعون الشهوات أن تميلوا ميلا عظيما |
| | | God wil barmhartig omtrent u zijn; maar zij die hunne hartstochten volgen, verlangen, dat gij zult afwijken langs eene steile helling. |
|
521 | 4 | 28 | يريد الله أن يخفف عنكم وخلق الإنسان ضعيفا |
| | | God is geneigd, zijnen godsdienst licht voor u te maken, daar de mensch zwak geschapen is. |
|
522 | 4 | 29 | يا أيها الذين آمنوا لا تأكلوا أموالكم بينكم بالباطل إلا أن تكون تجارة عن تراض منكم ولا تقتلوا أنفسكم إن الله كان بكم رحيما |
| | | O geloovigen! verteert uwe bezittingen niet onder u in ijdelheid, tenzij het bij wederzijdsche verbintenis tusschen u is bepaald; doodt u niet onder elkander. Waarlijk, God is lankmoedig omtrent u. |
|
523 | 4 | 30 | ومن يفعل ذلك عدوانا وظلما فسوف نصليه نارا وكان ذلك على الله يسيرا |
| | | Hij, die zoodoende, door boosheid en ondeugd zal handelen, zal door het vuur der hel verteerd worden, en dit is God gemakkelijk. |
|
524 | 4 | 31 | إن تجتنبوا كبائر ما تنهون عنه نكفر عنكم سيئاتكم وندخلكم مدخلا كريما |
| | | Indien gij de groote zonden weet te vermijden, welke u verboden zijn, zullen wij uwe overtredingen vergeven, en zullen u met eere binnen het paradijs voeren. |
|
525 | 4 | 32 | ولا تتمنوا ما فضل الله به بعضكم على بعض للرجال نصيب مما اكتسبوا وللنساء نصيب مما اكتسبن واسألوا الله من فضله إن الله كان بكل شيء عليما |
| | | Begeer niet wat God den een boven den ander uwer heeft geschonken. De mannen zullen ieder een deel hebben van hetgeen zij gewonnen hebben, en de vrouwen zullen het deel hebben van hetgeen zij zullen hebben gewonnen; daarom zult gij God om zijne goedheid vragen. Hij is alwetend. |
|
526 | 4 | 33 | ولكل جعلنا موالي مما ترك الوالدان والأقربون والذين عقدت أيمانكم فآتوهم نصيبهم إن الله كان على كل شيء شهيدا |
| | | Wij hebben ieder de erfgenamen aangewezen, die de erfenis zullen ontvangen, door vader en moeder en bloedverwanten bij hunnen dood nagelaten. En hun met wien uwe rechterhanden verbintenissen hebben gesloten, zult gij een deel van de erfenis geven; want God is getuige van alle dingen. |
|