نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
3640 | 34 | 34 | وما أرسلنا في قرية من نذير إلا قال مترفوها إنا بما أرسلتم به كافرون |
| | | En Wij zonden geen waarschuwer naar een stad, of degenen die daarin in weelde leefden zeiden: "Voorwaar, wij geloven niet in wat jullie mee zijn gezonden." |
|
3641 | 34 | 35 | وقالوا نحن أكثر أموالا وأولادا وما نحن بمعذبين |
| | | En zij zeiden: "Wij hebben meer bezittingen en kinderen en wij zullen niet worden bestraft." |
|
3642 | 34 | 36 | قل إن ربي يبسط الرزق لمن يشاء ويقدر ولكن أكثر الناس لا يعلمون |
| | | Zeg: "Voorwaar, mijn Heer verruimt de voorzieningen voor wie Hij wil en Hij beperkt, maar de meeste mensen weten het niet." |
|
3643 | 34 | 37 | وما أموالكم ولا أولادكم بالتي تقربكم عندنا زلفى إلا من آمن وعمل صالحا فأولئك لهم جزاء الضعف بما عملوا وهم في الغرفات آمنون |
| | | En noch jullie bezittingen, noch jullie kinderen zijn het die jullie dichter bij Ons brengen, maar wie gelooft en goede werken verricht: zij zijn degenen voor wie er een veelvoudige beloning is voor wat zij gedaan hebben, en zij zulten in de verblijfplaatsen veilig zijn. |
|
3644 | 34 | 38 | والذين يسعون في آياتنا معاجزين أولئك في العذاب محضرون |
| | | En degenen die ernaar streven om Onze Tekenen te ondkrachten; zij zijn degenen die voor de bestraffing voorgeleid zullen worden. |
|
3645 | 34 | 39 | قل إن ربي يبسط الرزق لمن يشاء من عباده ويقدر له وما أنفقتم من شيء فهو يخلفه وهو خير الرازقين |
| | | Zeg: "Voorwaar, mijn Heer verruimt de voorzieningen voor wie Hij wil van Zijn dienaren en Hij beperkt voor hen. En wat jullie ook aan bijdragen uitgeven; Hij zal het vergoeden. En Hij is de Beste der Voorzieners." |
|
3646 | 34 | 40 | ويوم يحشرهم جميعا ثم يقول للملائكة أهؤلاء إياكم كانوا يعبدون |
| | | En (gedenkt) de Dag dat Hij hen allen verzamelt en dan tot de Engelen zegt: "Waren zij degenen die jullie plachten te aanbidden?" |
|
3647 | 34 | 41 | قالوا سبحانك أنت ولينا من دونهم بل كانوا يعبدون الجن أكثرهم بهم مؤمنون |
| | | Zij zullen zeggen: "Heilig bent U, U bent onze Beschermer, niet zij. Zij plachten zelfs de Djinn's (de Satan) te aanbidden, de meesten van hen geloofden hem." |
|
3648 | 34 | 42 | فاليوم لا يملك بعضكم لبعض نفعا ولا ضرا ونقول للذين ظلموا ذوقوا عذاب النار التي كنتم بها تكذبون |
| | | Op deze Dag zijn jullie niet bij machte om elkaar van nut te zijn en niet om elkaar schade te berokkenen, en Wij zullen zeggen tot degenen die onrecht pleegden: "Proeft de bestraffing van de Hel die jullie plachten te loochenen." |
|
3649 | 34 | 43 | وإذا تتلى عليهم آياتنا بينات قالوا ما هذا إلا رجل يريد أن يصدكم عما كان يعبد آباؤكم وقالوا ما هذا إلا إفك مفترى وقال الذين كفروا للحق لما جاءهم إن هذا إلا سحر مبين |
| | | En als Onze duidelijke Verzen aan hen worden voorgedragen, zeggen zij: "Dit is niets anders dan een man die jullie wil affhouden van wat jullie vaderen plachten te aanbidden." En zij zeggen: "Dit is niets anders dan een verzonnen lcugen." En degenen die ongelovig zijn, zeiden over de Waarheid toen deze tot hen kwam: "Dit is niets anders dan duidelijke tovenarij." |
|