نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
3258 | 28 | 6 | ونمكن لهم في الأرض ونري فرعون وهامان وجنودهما منهم ما كانوا يحذرون |
| | | En om eene plaats voor hen op de aarde te vestigen, en Pharao en Haman en hunne strijdkrachten de vernietiging van hun koninkrijk en van hun volk te vertoonen, welke zij trachtten te vermijden. |
|
3259 | 28 | 7 | وأوحينا إلى أم موسى أن أرضعيه فإذا خفت عليه فألقيه في اليم ولا تخافي ولا تحزني إنا رادوه إليك وجاعلوه من المرسلين |
| | | En wij leidden de moeder van Mozes door openbaring, zeggende: Zoog hem, en indien gij voor hem vreest werp hem in de rivier; vrees dan niet meer en wees niet bedroefd; want wij zullen hem u teruggeven en zullen hem tot een onzer gezanten aanwijzen. |
|
3260 | 28 | 8 | فالتقطه آل فرعون ليكون لهم عدوا وحزنا إن فرعون وهامان وجنودهما كانوا خاطئين |
| | | En toen zij het kind in het korfje gelegd en het in de rivier geworpen had, nam het gezin van Pharao hem op, terwijl de Voorzienigheid wilde, dat hij een vijand en eene droefheid voor hen zou worden. Waarlijk Pharao en Haman en hunne krijgers waren zondaren. |
|
3261 | 28 | 9 | وقالت امرأت فرعون قرت عين لي ولك لا تقتلوه عسى أن ينفعنا أو نتخذه ولدا وهم لا يشعرون |
| | | En de vrouw van Pharao zeide: Dit kind is een vermaak voor het oog, zoowel voor u als voor mij: dood hem niet; misschien kan het gebeuren, dat hij ons van dienst zij; of laten wij hem tot onzen zoon aannemen. En zij voorzagen de gevolgen niet van hetgeen zij deden. |
|
3262 | 28 | 10 | وأصبح فؤاد أم موسى فارغا إن كادت لتبدي به لولا أن ربطنا على قلبها لتكون من المؤمنين |
| | | En het hart der moeder van Mozes werd met vrees vervuld, en zij zou bijkans zijne afkomst hebben ontdekt, hadden wij haar hart niet met standvastigheid gewapend, opdat zij een van hen zou wezen, die Gods beloften gelooven. |
|
3263 | 28 | 11 | وقالت لأخته قصيه فبصرت به عن جنب وهم لا يشعرون |
| | | En zij zeide tot zijne zuster: Volg hem. En zij bespiedde hem op een afstand en de anderen bemerkten het niet. |
|
3264 | 28 | 12 | وحرمنا عليه المراضع من قبل فقالت هل أدلكم على أهل بيت يكفلونه لكم وهم له ناصحون |
| | | Wij stonden hem niet toe, de borsten der minnen te nemen, welke verschaft waren, alvorens zijne zuster kwam en zeide: Zal ik u tot eene min brengen die hem voor u zoogen en zorg voor hem dragen zal? En, op hunne begeerte bracht zij zijne moeder tot hen. |
|
3265 | 28 | 13 | فرددناه إلى أمه كي تقر عينها ولا تحزن ولتعلم أن وعد الله حق ولكن أكثرهم لا يعلمون |
| | | Zoo gaven wij hem aan zijne moeder terug, opdat zij zich weder zou troosten en opdat zij niet bedroefd zou worden, en opdat zij weten zou, dat de belofte van God waar was; maar het grootste deel der menschen kent de waarheid niet. |
|
3266 | 28 | 14 | ولما بلغ أشده واستوى آتيناه حكما وعلما وكذلك نجزي المحسنين |
| | | En toen Mozes zijn ouderdom van rijpheid had bereikt en tot een volwassen mensch was geworden, schonken wij hem wijsheid en kennis; zoo beloonen wij den deugdzame. |
|
3267 | 28 | 15 | ودخل المدينة على حين غفلة من أهلها فوجد فيها رجلين يقتتلان هذا من شيعته وهذا من عدوه فاستغاثه الذي من شيعته على الذي من عدوه فوكزه موسى فقضى عليه قال هذا من عمل الشيطان إنه عدو مضل مبين |
| | | En hij ging in de stad op een tijdstip, dat de bewoners daarvan niet opletten, wat er in de straat gebeurt, en hij vond daar twee mannen, die met elkander vochten: de een behoorde tot zijne vijanden. En hij die tot zijn volk behoorde, riep zijne hulp in tegen hem, die tot de tegenpartij behoorde, en Mozes sloeg hem met de vuist en doodde hem; maar daar hij bedroefd was om hetgeen er geschied was, zeide hij: Dit is het werk van den duivel; want, hij is een verleider en een openbare vijand. |
|