نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
203 | 2 | 196 | وأتموا الحج والعمرة لله فإن أحصرتم فما استيسر من الهدي ولا تحلقوا رءوسكم حتى يبلغ الهدي محله فمن كان منكم مريضا أو به أذى من رأسه ففدية من صيام أو صدقة أو نسك فإذا أمنتم فمن تمتع بالعمرة إلى الحج فما استيسر من الهدي فمن لم يجد فصيام ثلاثة أيام في الحج وسبعة إذا رجعتم تلك عشرة كاملة ذلك لمن لم يكن أهله حاضري المسجد الحرام واتقوا الله واعلموا أن الله شديد العقاب |
| | | En volbrengt voor God de bedevaart en het bezoek. Als jullie verhinderd zijn, brengt dan zoveel offergave als gemakkelijk is en scheert jullie hoofden pas als de offergave zijn bestemming [om geslacht te worden] heeft bereikt, maar als iemand van jullie ziek is of een letsel aan zijn hoofd heeft, dan is er een compensatie die bestaat uit vasten of een aalmoes of een offerdier. Als jullie vrij van vrees zijn, dan moet wie van het bezoek tot aan de bedevaart profiteert zoveel offergave brengen als gemakkelijk is. Als iemand niets te geven vindt, dan een vasten van drie dagen tijdens de bedevaart en zeven wanneer jullie teruggekeerd zijn; dat zijn er in totaal tien. Dat is voor diegene van wie de familie niet bij de heilige moskee woonachtig is. Vreest God en weet dat God streng is in de afstraffing. |
|
204 | 2 | 197 | الحج أشهر معلومات فمن فرض فيهن الحج فلا رفث ولا فسوق ولا جدال في الحج وما تفعلوا من خير يعلمه الله وتزودوا فإن خير الزاد التقوى واتقون يا أولي الألباب |
| | | De bedevaart is in de bekende maanden. Wie zich daarin de verplichting van de bedevaart oplegt, moet zich tijdens de bedevaart van geslachtsverkeer, schandelijkheid en twist onthouden. Wat voor goeds jullie doen dat weet God. En neemt proviand mee, maar de beste proviand is godvrezendheid. Vreest Mij, o verstandigen. |
|
205 | 2 | 198 | ليس عليكم جناح أن تبتغوا فضلا من ربكم فإذا أفضتم من عرفات فاذكروا الله عند المشعر الحرام واذكروه كما هداكم وإن كنتم من قبله لمن الضالين |
| | | Het is voor jullie geen overtreding als jullie naar een gunst van jullie Heer streven. Wanneer jullie je van 'Arafaat wegspoeden gedenkt God dan bij het heilige baken en gedenkt Hem, hoe Hij jullie op het goede pad heeft gebracht, ook al behoorden jullie voordien tot hen die dwalen. |
|
206 | 2 | 199 | ثم أفيضوا من حيث أفاض الناس واستغفروا الله إن الله غفور رحيم |
| | | Spoedt jullie dan weg waar de mensen zich vandaan spoeden en vraagt God om vergeving. God is vergevend en barmhartig. |
|
207 | 2 | 200 | فإذا قضيتم مناسككم فاذكروا الله كذكركم آباءكم أو أشد ذكرا فمن الناس من يقول ربنا آتنا في الدنيا وما له في الآخرة من خلاق |
| | | Als jullie je riten beëindigd hebben, gedenkt dan God zoals jullie je voorvaderen gedenken of nog intenser. Er zijn mensen die zeggen: "Onze Heer, geef ons in het tegenwoordige leven"; in het hiernamaals hebben zij geen aandeel. |
|
208 | 2 | 201 | ومنهم من يقول ربنا آتنا في الدنيا حسنة وفي الآخرة حسنة وقنا عذاب النار |
| | | Er zijn er die zeggen: "Onze Heer, geef ons in het tegenwoordige leven wat goed is en ook in het hiernamaals wat goed is en bescherm ons voor de bestraffing van het vuur." |
|
209 | 2 | 202 | أولئك لهم نصيب مما كسبوا والله سريع الحساب |
| | | Zij zijn het die een aandeel zullen ontvangen van wat zij hebben verdiend. God is snel met de afrekening. |
|
210 | 2 | 203 | واذكروا الله في أيام معدودات فمن تعجل في يومين فلا إثم عليه ومن تأخر فلا إثم عليه لمن اتقى واتقوا الله واعلموا أنكم إليه تحشرون |
| | | Gedenkt God op een bepaald aantal dagen. Als iemand het haastig in twee dagen doet, dan is dat voor hem geen vergrijp en als iemand het langzamer doet, dan is dat voor hem ook geen vergrijp, als hij maar godvrezend is. En vreest God en weet dat jullie tot Hem verzameld zullen worden. |
|
211 | 2 | 204 | ومن الناس من يعجبك قوله في الحياة الدنيا ويشهد الله على ما في قلبه وهو ألد الخصام |
| | | Onder de mensen is er hij wiens uitspraken over het tegenwoordige leven jou bevallen. Hij roept God als getuige aan voor wat er in zijn hart is. Toch is hij erg fel in zijn tegenstand. |
|
212 | 2 | 205 | وإذا تولى سعى في الأرض ليفسد فيها ويهلك الحرث والنسل والله لا يحب الفساد |
| | | En wanneer hij weggaat trekt hij eropuit om op de aarde verderf te zaaien en het gewas en het jongvee te vernielen. Maar God bemint het verderf niet. |
|