نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1966 | 16 | 65 | والله أنزل من السماء ماء فأحيا به الأرض بعد موتها إن في ذلك لآية لقوم يسمعون |
| | | God laat uit de hemel water neerdalen om daarmee de aarde te doen herleven nadat zij dood was. Daarin is werkelijk een teken voor mensen die horen. |
|
1967 | 16 | 66 | وإن لكم في الأنعام لعبرة نسقيكم مما في بطونه من بين فرث ودم لبنا خالصا سائغا للشاربين |
| | | In het vee is er voor jullie ook een les: van wat er in hun buiken tussen mest en bloed is, geven Wij jullie zuivere melk te drinken die de drinkers goed bekomt. |
|
1968 | 16 | 67 | ومن ثمرات النخيل والأعناب تتخذون منه سكرا ورزقا حسنا إن في ذلك لآية لقوم يعقلون |
| | | En van de vruchten van de palmen en de wijnstokken: jullie nemen ervan een bedwelmende drank en goede voeding. Daarin is zeker een teken voor mensen die verstandig zijn. |
|
1969 | 16 | 68 | وأوحى ربك إلى النحل أن اتخذي من الجبال بيوتا ومن الشجر ومما يعرشون |
| | | En jouw Heer heeft de bijen ingegeven: "Betrek behuizingen in de bergen, in de bomen en in wat zij [als dakconstructies] optrekken. |
|
1970 | 16 | 69 | ثم كلي من كل الثمرات فاسلكي سبل ربك ذللا يخرج من بطونها شراب مختلف ألوانه فيه شفاء للناس إن في ذلك لآية لقوم يتفكرون |
| | | Eet dan van alle vruchten en ga met gemak langs de wegen van jouw Heer." Uit hun buiken komt een drank van verschillende kleuren waarin genezing voor de mensen is. Daarin is zeker een teken voor mensen die nadenken. |
|
1971 | 16 | 70 | والله خلقكم ثم يتوفاكم ومنكم من يرد إلى أرذل العمر لكي لا يعلم بعد علم شيئا إن الله عليم قدير |
| | | En God heeft jullie geschapen, daarna neemt Hij jullie weg. En er zijn er onder jullie die teruggebracht worden tot de meest vernederende leeftijd zodat zij na kennis gehad te hebben niets meer weten. God is wetend en vrijmachtig. |
|
1972 | 16 | 71 | والله فضل بعضكم على بعض في الرزق فما الذين فضلوا برادي رزقهم على ما ملكت أيمانهم فهم فيه سواء أفبنعمة الله يجحدون |
| | | En God heeft sommigen van jullie boven anderen met levensbehoeften bevoorrecht, maar zij die bevoorrecht zijn geven hun levensbehoeften niet door aan slaven waarover zij beschikken zodat zij daarin dan gelijk zijn. Verwerpen zij dan Gods genade? |
|
1973 | 16 | 72 | والله جعل لكم من أنفسكم أزواجا وجعل لكم من أزواجكم بنين وحفدة ورزقكم من الطيبات أفبالباطل يؤمنون وبنعمت الله هم يكفرون |
| | | En God heeft voor jullie uit jullie eigen midden echtgenotes gemaakt en Hij heeft aan jullie uit jullie echtgenotes zonen en kleinzonen gegeven. En Hij heeft met goede dingen in jullie levensonderhoud voorzien. Geloven zij dan in de onzin terwijl zij aan Gods genade geen geloof hechten? |
|
1974 | 16 | 73 | ويعبدون من دون الله ما لا يملك لهم رزقا من السماوات والأرض شيئا ولا يستطيعون |
| | | En zij dienen in plaats van God iets wat geen macht heeft om hen met iets uit de hemel en de aarde van levensbehoeften te voorzien. En zij zijn ook nergens toe in staat. |
|
1975 | 16 | 74 | فلا تضربوا لله الأمثال إن الله يعلم وأنتم لا تعلمون |
| | | Maakt dus geen vergelijkingen met God. God weet en jullie weten niet. * |
|