نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1653 | 12 | 57 | ولأجر الآخرة خير للذين آمنوا وكانوا يتقون |
| | | En het loon van het hiernamaals is beter voor hen die geloven en die godvrezend zijn. |
|
1654 | 12 | 58 | وجاء إخوة يوسف فدخلوا عليه فعرفهم وهم له منكرون |
| | | En de broers van Joesoef kwamen en gingen bij hem binnen en hij herkende hen, maar zij herkenden hem niet. |
|
1655 | 12 | 59 | ولما جهزهم بجهازهم قال ائتوني بأخ لكم من أبيكم ألا ترون أني أوفي الكيل وأنا خير المنزلين |
| | | En toen hij hen van hun proviand voorzien had zei hij: "Brengt een broer van jullie van vaderskant mee. Zien jullie niet dat ik een vol rantsoen geef en dat ik de beste ben van hen die een onderkomen geven? |
|
1656 | 12 | 60 | فإن لم تأتوني به فلا كيل لكم عندي ولا تقربون |
| | | En als jullie hem niet meebrengen, dan is er bij mij helemaal geen rantsoen voor jullie en dan hoeven jullie mij niet te benaderen." |
|
1657 | 12 | 61 | قالوا سنراود عنه أباه وإنا لفاعلون |
| | | Zij zeiden: "Wij zullen proberen zijn vader daartoe over te halen, dat zullen we zeker doen." |
|
1658 | 12 | 62 | وقال لفتيانه اجعلوا بضاعتهم في رحالهم لعلهم يعرفونها إذا انقلبوا إلى أهلهم لعلهم يرجعون |
| | | En hij zei tot zijn slaven: "Doet hun koopwaar in hun reiszakken, misschien zullen zij ze herkennen wanneer zij bij hun mensen weergekeerd zijn; misschien zullen zij terugkeren." |
|
1659 | 12 | 63 | فلما رجعوا إلى أبيهم قالوا يا أبانا منع منا الكيل فأرسل معنا أخانا نكتل وإنا له لحافظون |
| | | Toen zij dan bij hun vader teruggekeerd waren zeiden zij: "O onze vader, ons wordt het rantsoen ontzegd; stuur dus onze broer mee om een rantsoen te krijgen; wij zullen wel over hem waken." |
|
1660 | 12 | 64 | قال هل آمنكم عليه إلا كما أمنتكم على أخيه من قبل فالله خير حافظا وهو أرحم الراحمين |
| | | Hij zei: "Kan ik hem jullie op een andere manier toevertrouwen dan zoals ik vroeger zijn broer aan jullie heb toevertrouwd? En God waakt het best en Hij is de barmhartigste van de barmhartigen." |
|
1661 | 12 | 65 | ولما فتحوا متاعهم وجدوا بضاعتهم ردت إليهم قالوا يا أبانا ما نبغي هذه بضاعتنا ردت إلينا ونمير أهلنا ونحفظ أخانا ونزداد كيل بعير ذلك كيل يسير |
| | | Toen zij hun spullen openden vonden zij dat hun koopwaar was teruggegeven en zij zeiden: "O onze vader, wat wensen wij nog meer, onze koopwaar is aan ons teruggegeven. Wij zullen onze mensen voorzien, over onze broer waken en een kameellading meer rantsoen krijgen; dat is een gemakkelijk rantsoen!" |
|
1662 | 12 | 66 | قال لن أرسله معكم حتى تؤتون موثقا من الله لتأتنني به إلا أن يحاط بكم فلما آتوه موثقهم قال الله على ما نقول وكيل |
| | | Hij zei: "Ik zal hem niet met jullie meesturen zolang jullie mij niet voor God een waarborg geven dat jullie hem weer naar mij brengen, behalve als jullie omkomen." Toen zij dan hun waarborg gegeven hadden zei hij: "God staat garant voor wat jullie zeggen." |
|