نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1251 | 9 | 16 | أم حسبتم أن تتركوا ولما يعلم الله الذين جاهدوا منكم ولم يتخذوا من دون الله ولا رسوله ولا المؤمنين وليجة والله خبير بما تعملون |
| | | Of dachten jullie dat jullie onbeproefd gelaten zouden worden, terwijl Allah nog niet heeft doen weten, wie van jullie strijden en geen venrouwelingen nemen buiten Allah en zijn Boodschapper en de gelovigen? En Allah is Alwetend over wat jullie doen. |
|
1252 | 9 | 17 | ما كان للمشركين أن يعمروا مساجد الله شاهدين على أنفسهم بالكفر أولئك حبطت أعمالهم وفي النار هم خالدون |
| | | En het past de veelge de veelgodaanbidders niet dat zij de moskeeën van Allah verzorgen, terwijl zij over zichzelf getuigen dat zij ongelovig zijn. Zij zijn degenen wiens daden vruchteloos zijn en die in de Hel eeuwig levenden zijn. |
|
1253 | 9 | 18 | إنما يعمر مساجد الله من آمن بالله واليوم الآخر وأقام الصلاة وآتى الزكاة ولم يخش إلا الله فعسى أولئك أن يكونوا من المهتدين |
| | | Voorwaar, de moskeeën van Allah worden slechts verzorgd door wie in Allah en de Laatste Dag gelooft, en die de shalât onderhoudt en de zakât geeft en die niemand vreest dan Allah. Hopelijk zijn zij degenen die tot de rechtgeleiden zullen behoren. |
|
1254 | 9 | 19 | أجعلتم سقاية الحاج وعمارة المسجد الحرام كمن آمن بالله واليوم الآخر وجاهد في سبيل الله لا يستوون عند الله والله لا يهدي القوم الظالمين |
| | | Stellen jullie het geven van drinken aan de bedevaartgangers en het onderhouden van de Masdjid al Harâm (de gewijde Moskee In Mekkah) gefijk aan (de aanbidding door) degene die in Allah en het Hiernamaals gelooft en die strijdt op de Weg van Allah? Zij zijn niet gelijk bij Allah. En Allah leidt het onrechtplegende volk niet. |
|
1255 | 9 | 20 | الذين آمنوا وهاجروا وجاهدوا في سبيل الله بأموالهم وأنفسهم أعظم درجة عند الله وأولئك هم الفائزون |
| | | Degenen die geloven en die zijn uitgeweken en die strijden op de Weg van Allah met hun bezittingen en hun levens zijn hoger in rang bij Allah. En zij zijn degenen die de overwinnaren zijn. |
|
1256 | 9 | 21 | يبشرهم ربهم برحمة منه ورضوان وجنات لهم فيها نعيم مقيم |
| | | Hun Heer verkondigt hun verheugende tijdingen over Barmhartigheid van Hem en welbehagen en Tuinen (het Paradijs) waarin voor hen een blijvende gelukzaligheid is. |
|
1257 | 9 | 22 | خالدين فيها أبدا إن الله عنده أجر عظيم |
| | | Zij zijn daarin eeuwig levenden, voor altijd. Voorwaar, bij Allah bevindt zich een geweldige beloning. |
|
1258 | 9 | 23 | يا أيها الذين آمنوا لا تتخذوا آباءكم وإخوانكم أولياء إن استحبوا الكفر على الإيمان ومن يتولهم منكم فأولئك هم الظالمون |
| | | O jullie die goloven, neemt jullie vaders en jullie broeders niet als leiders wanneer zij ongeloof verklezen boven geloof. En wie van jullie hen tot leiders maakt: zij zijn degenen die de onrechtplegers zijn. |
|
1259 | 9 | 24 | قل إن كان آباؤكم وأبناؤكم وإخوانكم وأزواجكم وعشيرتكم وأموال اقترفتموها وتجارة تخشون كسادها ومساكن ترضونها أحب إليكم من الله ورسوله وجهاد في سبيله فتربصوا حتى يأتي الله بأمره والله لا يهدي القوم الفاسقين |
| | | Zeg: "Als jullie vaders en jullie zonen en jullie broeders en jullie echtgenotes en jullie familie en de bezittingen die jullie verworven hebben en de handel waarvan jullie verlies vrezen en de huizen die jullie behagen, jullie dierbaarder zijn den Allah en Zijn Boodschapper en het strijden op Zijn Weg, wacht dan tot Allah met Zijn beschikking komt. En Allah leidt het zwaar zondige volk niet," |
|
1260 | 9 | 25 | لقد نصركم الله في مواطن كثيرة ويوم حنين إذ أعجبتكم كثرتكم فلم تغن عنكم شيئا وضاقت عليكم الأرض بما رحبت ثم وليتم مدبرين |
| | | Voorzeker, Allah heeft jullie reeds in vele veldslagen geholpen en op de dag van Hoenain, toen jullie grote aantallen (manschappen) jullie trots hadden gemaakt, naar dat baate jullie niets en de aarde, met al haar wijdsheid, werd jullie nauw, Daarna wendden jullie vluchtend de rug toe. |
|