نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
931 | 6 | 142 | ومن الأنعام حمولة وفرشا كلوا مما رزقكم الله ولا تتبعوا خطوات الشيطان إنه لكم عدو مبين |
| | | En (Hij maakte) onder het vee rijdieren en slachtdiejren. Eet van dat waar Allah jullie mee voorzien heeft, en volgt niet de voetstappen van de Satan. Voorwaar, hij is voor jullie een duidelijke vijand. |
|
932 | 6 | 143 | ثمانية أزواج من الضأن اثنين ومن المعز اثنين قل آلذكرين حرم أم الأنثيين أما اشتملت عليه أرحام الأنثيين نبئوني بعلم إن كنتم صادقين |
| | | Acht, in paren: van de schapen een koppcl en van de geiten een koppel. Zeg (O Moehammad): "Heeft Hij de twee mannelijke dieren verboden of de twee vrouwelijke, of wat de schoten van de vrouwelijke dieren bevatten? Licht mij in op grond van kennis indien jullie waarachtigen zijn." |
|
933 | 6 | 144 | ومن الإبل اثنين ومن البقر اثنين قل آلذكرين حرم أم الأنثيين أما اشتملت عليه أرحام الأنثيين أم كنتم شهداء إذ وصاكم الله بهذا فمن أظلم ممن افترى على الله كذبا ليضل الناس بغير علم إن الله لا يهدي القوم الظالمين |
| | | En van de kamelen een koppel en van de koei en een koppel. Zeg: "Heeft Hij de twee mannelijke dieren verboden of de twee vrouwelijke, of wat de schoten van de vrouwelijke dieren bevatten? Of waren jullie getuigen toen Allah dit voor jullie bepaalde? Wie is er dan onrechtvaardiger dan degene die een leugen over Allah verzint om de mensen te doen dwalen, zonder kennis." Voorwaar, Allah leidt het onrechtplegende volk niet. |
|
934 | 6 | 145 | قل لا أجد في ما أوحي إلي محرما على طاعم يطعمه إلا أن يكون ميتة أو دما مسفوحا أو لحم خنزير فإنه رجس أو فسقا أهل لغير الله به فمن اضطر غير باغ ولا عاد فإن ربك غفور رحيم |
| | | Zeg: "Ik vind in wat aan mij is geopenbaard geen verbod dat een eter iets eet, behalve wanneer het een kadaver dier is, of stromend bloed of vakensvlees. Want voorwaar, het is onrein, of zwaar zondig waarover iets anders dan de Naam van Allah is uitgesproken. Wie dan door nood gedwongen is (daarvan te eten), zonder dat hij het wenst en zonder dat hij overdrijft: voorwaar, dan is jouw Heer Vergevensgezind, Meest Barmhartig. |
|
935 | 6 | 146 | وعلى الذين هادوا حرمنا كل ذي ظفر ومن البقر والغنم حرمنا عليهم شحومهما إلا ما حملت ظهورهما أو الحوايا أو ما اختلط بعظم ذلك جزيناهم ببغيهم وإنا لصادقون |
| | | En voor de Joden verboden Wij alle (dieren) met (ongesplitste) hoeven. En van de koeien en de schapen verboden Wij voor hen hun vet, behalve wat hun ruggen dragen, het vet van de ingewanden en het vet dat aan het bot is vergroeid. Zo vergolden Wij hun vanwege hun begerigheid. En voorwaar, Wij zijn zeker waarachtig. |
|
936 | 6 | 147 | فإن كذبوك فقل ربكم ذو رحمة واسعة ولا يرد بأسه عن القوم المجرمين |
| | | Als zij jou dan loochenen, zeg dan: "Jullie Heer is de Bezitter van Alomvattende Barmhartigheid, maar Zijn geweld kan niet worden afgewend van het misdadige volk." |
|
937 | 6 | 148 | سيقول الذين أشركوا لو شاء الله ما أشركنا ولا آباؤنا ولا حرمنا من شيء كذلك كذب الذين من قبلهم حتى ذاقوا بأسنا قل هل عندكم من علم فتخرجوه لنا إن تتبعون إلا الظن وإن أنتم إلا تخرصون |
| | | Degenen die deelgenoten (aan Allah) toekenden, zullen zeggen: "Als Allah het had gewild, dan hadden wij geen deelgenoten (aan Allah) toegekend en evenmin onze vaderen, en hadden wij niet (dat wat toegestaan was) verboden verklaard." Zo loochenden zij ook degenen vóór hen (de Boodschappers), totdat zij Ons geweld proefden. Zeg: "Hebben jullie kennis? Brengt het dan naar buiten voor Ons. Jullie volgen slechts vermoedens en jullie liegen slechts." |
|
938 | 6 | 149 | قل فلله الحجة البالغة فلو شاء لهداكم أجمعين |
| | | Zeg: "Maar Allah heeft het doeltreffende argument. Als Hij het dan had gewild, dan had Hij jullie allen geleid." |
|
939 | 6 | 150 | قل هلم شهداءكم الذين يشهدون أن الله حرم هذا فإن شهدوا فلا تشهد معهم ولا تتبع أهواء الذين كذبوا بآياتنا والذين لا يؤمنون بالآخرة وهم بربهم يعدلون |
| | | Zeg (O Moehammad): "Komt met jullie getuigen die kunnen getuigen dat Allah dat verboden heeft verklaard." Als zij dan getuigen, getuig dan niet met hen. En volg niet de begeerten van degenen die Onze Verzen loochenen, en evenmin degenen die niet in het Hiernamaals geloven, terwijl zij deelgenoten toekennen aan hun Heer. |
|
940 | 6 | 151 | قل تعالوا أتل ما حرم ربكم عليكم ألا تشركوا به شيئا وبالوالدين إحسانا ولا تقتلوا أولادكم من إملاق نحن نرزقكم وإياهم ولا تقربوا الفواحش ما ظهر منها وما بطن ولا تقتلوا النفس التي حرم الله إلا بالحق ذلكم وصاكم به لعلكم تعقلون |
| | | Zeg: "Komt, ik zal voorlezen wat jullie Heer jullie verboden heeft verklaard: dat jullie iets als deelgenoot aan Hem toekennen. Weest goed voor jullie ouders, en doodt niet jullie kinderen uit (angst voor) armoede. Wij schenken voorzieningen aan jullie en aan hen. En nadert niet de zedeloosheid, de openlijke noch de verborgene, en doodt niet de ziel die Allah verboden heeft verklaard, tenzij volgens het recht. Dat is wat Hij jullie heeft opgedragen, hopelijk zullen jullie begrijpen. |
|