نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
3645 | 34 | 39 | قل إن ربي يبسط الرزق لمن يشاء من عباده ويقدر له وما أنفقتم من شيء فهو يخلفه وهو خير الرازقين |
| | | Zeg: "Mijn Heer voorziet ruimschoots in het levensonderhoud van wie van Zijn dienaren Hij wil en ook met mate. En als jullie iets als bijdrage schenken, dan zal Hij het vergoeden; Hij is de beste voorziener." |
|
3646 | 34 | 40 | ويوم يحشرهم جميعا ثم يقول للملائكة أهؤلاء إياكم كانوا يعبدون |
| | | En op de dag dat Hij hen allen verzamelt en dan tot de engelen zegt: "Zijn dezen het die jullie hebben gediend?" |
|
3647 | 34 | 41 | قالوا سبحانك أنت ولينا من دونهم بل كانوا يعبدون الجن أكثرهم بهم مؤمنون |
| | | Zij zeggen dan: "U zij geprezen! U bent ons tot vriend en zij niet. Integendeel, zij dienden de djinn; de meesten van hen geloven in hen." |
|
3648 | 34 | 42 | فاليوم لا يملك بعضكم لبعض نفعا ولا ضرا ونقول للذين ظلموا ذوقوا عذاب النار التي كنتم بها تكذبون |
| | | "Vandaag kunnen zij niets tot nut of schade voor elkaar uitrichten^ Ook zeggen Wij tot hen die onrecht pleegden: "Proeft de bestraffing met het vuur dat jullie loochenden." |
|
3649 | 34 | 43 | وإذا تتلى عليهم آياتنا بينات قالوا ما هذا إلا رجل يريد أن يصدكم عما كان يعبد آباؤكم وقالوا ما هذا إلا إفك مفترى وقال الذين كفروا للحق لما جاءهم إن هذا إلا سحر مبين |
| | | En als aan hen Onze tekenen als duidelijke bewijzen voorgelezen worden zeggen zij: "Dat is een man die jullie alleen maar wenst af te brengen van wat jullie vaderen gewoon waren te dienen." En zij zeggen: "Dit is slechts laster die verzonnen is." En zij die aan de waarheid geen geloof hechten wanneer zij tot hen komt zeggen: "Dit is duidelijk slechts toverij." |
|
3650 | 34 | 44 | وما آتيناهم من كتب يدرسونها وما أرسلنا إليهم قبلك من نذير |
| | | Wij hebben hun geen boeken gegeven die zij konden bestuderen, noch hebben Wij voor jouw tijd een waarschuwer tot hen gezonden. |
|
3651 | 34 | 45 | وكذب الذين من قبلهم وما بلغوا معشار ما آتيناهم فكذبوا رسلي فكيف كان نكير |
| | | Maar zij die er voor hun tijd waren, hebben [de gezanten ook] van leugens beticht, terwijl zij [nu] nog niet een tiende bereikt hebben van wat Wij aan hen gegeven hadden. Toch hadden zij ook Mijn gezanten van leugens beticht. En hoe was Mijn terechtwijzing dan? * |
|
3652 | 34 | 46 | قل إنما أعظكم بواحدة أن تقوموا لله مثنى وفرادى ثم تتفكروا ما بصاحبكم من جنة إن هو إلا نذير لكم بين يدي عذاب شديد |
| | | Zeg: "Ik roep jullie tot slechts één ding op; dat jullie je getweeën en afzonderlijk voor God opstellen en dan nadenken. In jullie medeburger is geen bezetenheid, hij is voor jullie slechts een waarschuwer voor een strenge bestraffing." |
|
3653 | 34 | 47 | قل ما سألتكم من أجر فهو لكم إن أجري إلا على الله وهو على كل شيء شهيد |
| | | Zeg: "Ik vraag jullie geen loon; het is in jullie eigen voordeel. Slechts God is belast met mijn loon; Hij is van alles getuige." |
|
3654 | 34 | 48 | قل إن ربي يقذف بالحق علام الغيوب |
| | | Zeg: "Mijn Heer treft met de waarheid; Hij is de kenner van de verborgenheden." |
|