نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
986 | 7 | 32 | قل من حرم زينة الله التي أخرج لعباده والطيبات من الرزق قل هي للذين آمنوا في الحياة الدنيا خالصة يوم القيامة كذلك نفصل الآيات لقوم يعلمون |
| | | Zeg: "Wie heeft de mooie [kleding] van God die Hij voor Zijn dienaren heeft voortgebracht en de goede dingen van de levensbehoeften verboden?" Zeg: "Zij zijn in het tegenwoordige leven bestemd voor hen die geloven en op de opstandingsdag hun voorbehouden." Zo zetten Wij de tekenen uiteen aan mensen die weten. |
|
987 | 7 | 33 | قل إنما حرم ربي الفواحش ما ظهر منها وما بطن والإثم والبغي بغير الحق وأن تشركوا بالله ما لم ينزل به سلطانا وأن تقولوا على الله ما لا تعلمون |
| | | Zeg: "Mijn Heer heeft slechts de gruwelijkheden verboden, de uiterlijke en de innerlijke, en de zonde en de onterechte aanmatiging en dat jullie aan God metgezellen toevoegen, iets waarvoor Hij geen machtiging heeft neergezonden, en dat jullie over God zeggen waar jullie geen weet van hebben." |
|
988 | 7 | 34 | ولكل أمة أجل فإذا جاء أجلهم لا يستأخرون ساعة ولا يستقدمون |
| | | Voor iedere gemeenschap is er een termijn; wanneer hun termijn dan komt zullen zij geen uur te laat ontboden worden, noch te vroeg. |
|
989 | 7 | 35 | يا بني آدم إما يأتينكم رسل منكم يقصون عليكم آياتي فمن اتقى وأصلح فلا خوف عليهم ولا هم يحزنون |
| | | Kinderen van Adam! Als tot jullie gezanten uit jullie midden komen die jullie Mijn tekenen vertellen dan hebben zij die godvrezend zijn en zich beteren niets te vrezen noch zullen zij bedroefd zijn. |
|
990 | 7 | 36 | والذين كذبوا بآياتنا واستكبروا عنها أولئك أصحاب النار هم فيها خالدون |
| | | Maar zij die Onze tekenen loochenen en hoogmoedig afwijzen, zij zijn het die in het vuur thuishoren; zij zullen daarin altijd blijven. |
|
991 | 7 | 37 | فمن أظلم ممن افترى على الله كذبا أو كذب بآياته أولئك ينالهم نصيبهم من الكتاب حتى إذا جاءتهم رسلنا يتوفونهم قالوا أين ما كنتم تدعون من دون الله قالوا ضلوا عنا وشهدوا على أنفسهم أنهم كانوا كافرين |
| | | En wie is er zondiger dan wie over God bedrog verzint of Zijn tekenen loochent? Zij zijn het die hun aandeel in het boek zullen krijgen totdat Onze gezanten, wanneer zij tot hen komen om hen weg te nemen, zeggen: "Waar zijn zij dan die jullie in plaats van God aanroepen?" Zij zeggen: "Wij zijn hen kwijtgeraakt." En zij getuigen tegen zichzelf dat zij ongelovig waren. |
|
992 | 7 | 38 | قال ادخلوا في أمم قد خلت من قبلكم من الجن والإنس في النار كلما دخلت أمة لعنت أختها حتى إذا اداركوا فيها جميعا قالت أخراهم لأولاهم ربنا هؤلاء أضلونا فآتهم عذابا ضعفا من النار قال لكل ضعف ولكن لا تعلمون |
| | | Hij zegt: "Gaat binnen in het vuur te midden van gemeenschappen van de djinn en de mensen die al voor jullie tijd voorbijgegaan waren." Telkens als een gemeenschap binnengaat vervloekt zij een andere en ten slotte, wanneer zij allen bij elkaar gekomen zijn, zegt de laatste van hen tot de eerste van hen: "Onze Heer, dezen hebben ons tot dwaling gebracht. Geef hun dus een dubbele bestraffing van het vuur." Hij zegt: "Voor ieder dubbel!" Maar jullie weten het niet. |
|
993 | 7 | 39 | وقالت أولاهم لأخراهم فما كان لكم علينا من فضل فذوقوا العذاب بما كنتم تكسبون |
| | | En de eerste van hen zegt tot de laatste van hen: "Dan hebben jullie toch geen voordeel boven ons. Proeft dus de bestraffing voor wat jullie begaan hebben." |
|
994 | 7 | 40 | إن الذين كذبوا بآياتنا واستكبروا عنها لا تفتح لهم أبواب السماء ولا يدخلون الجنة حتى يلج الجمل في سم الخياط وكذلك نجزي المجرمين |
| | | Voor hen die Onze tekenen loochenen en hoogmoedig afwijzen zullen de poorten van de hemel niet worden geopend, noch zullen zij de tuin binnengaan, zolang niet een kameel door het oog van een naald gaat. Zo vergelden Wij aan de boosdoeners. |
|
995 | 7 | 41 | لهم من جهنم مهاد ومن فوقهم غواش وكذلك نجزي الظالمين |
| | | Voor hen is de hel een rustplaats en boven hen hebben zij bedekkingen. Zo vergelden Wij aan de onrechtplegers. |
|