نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
946 | 6 | 157 | أو تقولوا لو أنا أنزل علينا الكتاب لكنا أهدى منهم فقد جاءكم بينة من ربكم وهدى ورحمة فمن أظلم ممن كذب بآيات الله وصدف عنها سنجزي الذين يصدفون عن آياتنا سوء العذاب بما كانوا يصدفون |
| | | Of dat zij zeggen: "Als de Schrift aan ons was neergezonden, dan zouden wij zeker rechter geleid zijn dan zij." En nu is er dan voorzeker een duidelijk bewijs van jullee Heer tot jullie gekomen, en leiding en Barmhartightid. En wie is er onrechtvaardiger dan wie de Verzen van Allah loochent en zich ervan ofkeert. Wij zullen degenen die zich van Onze Verzen afkeerden vergelden met de ergste bestraffing omdat zij zich plachten af to keren. |
|
947 | 6 | 158 | هل ينظرون إلا أن تأتيهم الملائكة أو يأتي ربك أو يأتي بعض آيات ربك يوم يأتي بعض آيات ربك لا ينفع نفسا إيمانها لم تكن آمنت من قبل أو كسبت في إيمانها خيرا قل انتظروا إنا منتظرون |
| | | Zij wachten slechts tot dat de Engelen tot hen komen of dat (de bestraffing) jouw Heer tot hen komt of dat een aantal van de Tekenen van jouw Heer komt. Op de Dag dat een deel van de Tekenen van jouw Heer komt, zal het geloof van iemand niets baten wanneer hij daarvóór niet geloofde of niets goeds verrichtte toen hij geloofde. Zeg (O Moehammad): "Wachten jullie, voorwaar, Wij zijn (ook) wachtenden." |
|
948 | 6 | 159 | إن الذين فرقوا دينهم وكانوا شيعا لست منهم في شيء إنما أمرهم إلى الله ثم ينبئهم بما كانوا يفعلون |
| | | Voorwaar, degenen die hun godsdienst opsplitsten on tot partijen werden, jij (Moehammad) bent in niets verantwoordelijk voor hen, hun kwestie rust slechts bij Allah, Vervolgens zal Hij hun berichten over wat zij plachten te doen. |
|
949 | 6 | 160 | من جاء بالحسنة فله عشر أمثالها ومن جاء بالسيئة فلا يجزى إلا مثلها وهم لا يظلمون |
| | | Wie met een pede (daad) komt; voor hem is er (een beloning) als van tien daarvan; en wie met een slechte (daad) komt, dit wordt dan slechts vergolden met het gelijke, en hun zal geen onrecht worden amgedaan. |
|
950 | 6 | 161 | قل إنني هداني ربي إلى صراط مستقيم دينا قيما ملة إبراهيم حنيفا وما كان من المشركين |
| | | Zeg (O Moehammad): "Voorwaar, Mijn Heer heeft mij op een reht Pad geleid, de ware godsdienst, de godsdienst van Ibrâhîm, de Hanîf, en hij behoorde niet tot de veelgodenaanbidders." |
|
951 | 6 | 162 | قل إن صلاتي ونسكي ومحياي ومماتي لله رب العالمين |
| | | Zeg: "Voorwaar, mijn shalât, mijn aanbidding, mijn leven en mijn sterven zijn opgedragen aan Allah, Heer der Werelden. |
|
952 | 6 | 163 | لا شريك له وبذلك أمرت وأنا أول المسلمين |
| | | Hij heeft geen deelgenoten, en dat is mij bevolen (te verkondigen). En ik ben de eerste van de Moslims." |
|
953 | 6 | 164 | قل أغير الله أبغي ربا وهو رب كل شيء ولا تكسب كل نفس إلا عليها ولا تزر وازرة وزر أخرى ثم إلى ربكم مرجعكم فينبئكم بما كنتم فيه تختلفون |
| | | Zeg: "Zal ik een andere Heer dan Allah zoeken, terwijl Hij de Heer van alle zaken is?" En niemand bedrijft iets of het rust op hemzelf en geen enkele drager draagt de last van een ander. Daarna is jullie terugkeer tot jullie Heer en dan zal Hij jullie inlichten over hetgeen waarover jullie van mening plachten te verschillen." |
|
954 | 6 | 165 | وهو الذي جعلكم خلائف الأرض ورفع بعضكم فوق بعض درجات ليبلوكم في ما آتاكم إن ربك سريع العقاب وإنه لغفور رحيم |
| | | En Hij is het Die jullie heeft aangesteld als gevolmachtigden op de aarde, Hij heeft een deel van jullie in rangen verheven boven anderen, om jullie te beproeven met wat Hij jullie heeft gegeven. Voorwaar, jouw Heer is snel in de bestraffing, en voorwaar, Hij is zeker Vergevensgezind, Meest Bamhartig. |
|
955 | 7 | 1 | بسم الله الرحمن الرحيم المص |
| | | Alif Lâm Mîm Shâd. |
|