نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
932 | 6 | 143 | ثمانية أزواج من الضأن اثنين ومن المعز اثنين قل آلذكرين حرم أم الأنثيين أما اشتملت عليه أرحام الأنثيين نبئوني بعلم إن كنتم صادقين |
| | | Acht paarsgewijze voorkomende dieren: van de schapen twee en van de geiten twee. Zeg: "Zijn het de twee mannetjes die Hij verboden heeft of de twee vrouwtjes of wat de buiken van de twee vrouwtjes bevatten? Deel het mij met kennis mee, als jullie oprecht zijn." |
|
933 | 6 | 144 | ومن الإبل اثنين ومن البقر اثنين قل آلذكرين حرم أم الأنثيين أما اشتملت عليه أرحام الأنثيين أم كنتم شهداء إذ وصاكم الله بهذا فمن أظلم ممن افترى على الله كذبا ليضل الناس بغير علم إن الله لا يهدي القوم الظالمين |
| | | En van de kamelen twee en van de koeien twee. Zeg: "Zijn het de twee mannetjes die Hij verboden heeft of de twee vrouwtjes of wat de buiken van de twee vrouwtjes bevatten? Of waren jullie er getuigen van toen God jullie dit opdroeg?" En wie is er onrechtvaardiger dan wie over God bedrog verzint om zonder kennis de mensen tot dwaling te brengen? God wijst de mensen die onrecht plegen de goede richting niet. |
|
934 | 6 | 145 | قل لا أجد في ما أوحي إلي محرما على طاعم يطعمه إلا أن يكون ميتة أو دما مسفوحا أو لحم خنزير فإنه رجس أو فسقا أهل لغير الله به فمن اضطر غير باغ ولا عاد فإن ربك غفور رحيم |
| | | Zeg: "Ik vind in wat mij is geopenbaard niets wat voor een eter die zich ermee voedt verboden is, behalve wat vanzelf dood gegaan is of uitgestroomd bloed of varkensvlees -- dat is een gruwel -- of iets schandelijks waarover iets anders dan Gods naam is uitgeroepen, maar als iemand ertoe gedwongen wordt, niet uit begeerte om te overtreden, dan is jouw Heer vergevend en barmhartig." |
|
935 | 6 | 146 | وعلى الذين هادوا حرمنا كل ذي ظفر ومن البقر والغنم حرمنا عليهم شحومهما إلا ما حملت ظهورهما أو الحوايا أو ما اختلط بعظم ذلك جزيناهم ببغيهم وإنا لصادقون |
| | | Aan hen die het jodendom aanhangen hebben Wij alles met klauwen verboden en van de koeien en het kleinvee hebben Wij hun het vet verboden behalve wat aan hun ruggen of ingewanden vastzit of wat met bot vergroeid is. Dat hebben Wij hun opgelegd als vergelding voor hun begerigheid; Wij spreken toch de waarheid. |
|
936 | 6 | 147 | فإن كذبوك فقل ربكم ذو رحمة واسعة ولا يرد بأسه عن القوم المجرمين |
| | | Als zij jou dan van leugens betichten zeg dan: "Jullie Heer is vol alomvattende barmhartigheid maar Zijn geweld kan niet worden afgewend van de misdadige mensen." |
|
937 | 6 | 148 | سيقول الذين أشركوا لو شاء الله ما أشركنا ولا آباؤنا ولا حرمنا من شيء كذلك كذب الذين من قبلهم حتى ذاقوا بأسنا قل هل عندكم من علم فتخرجوه لنا إن تتبعون إلا الظن وإن أنتم إلا تخرصون |
| | | De aanhangers van het veelgodendom zullen zeggen: "Als God gewild had hadden wij geen metgezellen [aan Hem] toegevoegd en onze vaderen ook niet en dan hadden wij ook niets verboden." Zo hebben zij hen die er voor jouw tijd waren ook van leugens beticht totdat zij Ons geweld proefden. Zeg: "Is er bij jullie kennis? Komt er dan voor ons mee voor de dag. Jullie volgen alleen maar vermoedens en jullie gissen slechts." |
|
938 | 6 | 149 | قل فلله الحجة البالغة فلو شاء لهداكم أجمعين |
| | | Zeg: "God heeft het doeltreffende argument; als Hij gewild had, dan had Hij jullie allen tezamen op het goede pad gebracht." |
|
939 | 6 | 150 | قل هلم شهداءكم الذين يشهدون أن الله حرم هذا فإن شهدوا فلا تشهد معهم ولا تتبع أهواء الذين كذبوا بآياتنا والذين لا يؤمنون بالآخرة وهم بربهم يعدلون |
| | | Zeg: "Komt op met jullie getuigen die kunnen getuigen dat God dit verboden heeft." Maar als zij getuigenis afleggen, getuig dan niet met hen en volg de neigingen niet van hen die Onze tekenen loochenen en niet van hen die niet in het hiernamaals geloven en zeggen dat hun Heer gelijken heeft. |
|
940 | 6 | 151 | قل تعالوا أتل ما حرم ربكم عليكم ألا تشركوا به شيئا وبالوالدين إحسانا ولا تقتلوا أولادكم من إملاق نحن نرزقكم وإياهم ولا تقربوا الفواحش ما ظهر منها وما بطن ولا تقتلوا النفس التي حرم الله إلا بالحق ذلكم وصاكم به لعلكم تعقلون |
| | | Zeg: "Komt, dan zal ik jullie voorlezen wat jullie Heer jullie verboden heeft: Dat jullie aan Hem niets als metgezel mogen toevoegen, -- en om goed te zijn voor de ouders -- dat jullie je kinderen niet mogen doden uit vrees voor armoe," -- Wij voorzien in jullie en hun levensonderhoud -- "dat jullie geen gruwelijkheden mogen benaderen, noch uiterlijk noch innerlijk en dat jullie niemand mogen doden -- wat God verboden heeft -- behalve volgens het recht. Dat draagt Hij jullie op; misschien zullen jullie verstandig worden. |
|
941 | 6 | 152 | ولا تقربوا مال اليتيم إلا بالتي هي أحسن حتى يبلغ أشده وأوفوا الكيل والميزان بالقسط لا نكلف نفسا إلا وسعها وإذا قلتم فاعدلوا ولو كان ذا قربى وبعهد الله أوفوا ذلكم وصاكم به لعلكم تذكرون |
| | | En dat jullie niet aan het bezit van de wees mogen komen, tenzij dat op de beste manier gebeurt, totdat hij volgroeid is en dat jullie volle maat en gewicht in billijkheid moeten geven." -- Wij leggen niemand meer op dan hij kan dragen -- "En als jullie een uitspraak doen weest dan rechtvaardig zelfs al zou het een verwant betreffen. En dat jullie de verbintenis met God na moeten komen, dat draagt Hij jullie op -- misschien laten jullie je vermanen. |
|