نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
917 | 6 | 128 | ويوم يحشرهم جميعا يا معشر الجن قد استكثرتم من الإنس وقال أولياؤهم من الإنس ربنا استمتع بعضنا ببعض وبلغنا أجلنا الذي أجلت لنا قال النار مثواكم خالدين فيها إلا ما شاء الله إن ربك حكيم عليم |
| | | En op de dag dat Hij hen allen verzamelt: "O djinn, hier bijeenvergaderd! Jullie hebben je veel mensen geworven." En hun aanhangers onder de mensen zeggen: "Onze Heer, wij hebben van elkaar nut gehad en nu hebben wij onze termijn bereikt die U ons hebt gesteld." Dan zegt Hij: "Het vuur is jullie verblijfplaats om er altijd in te blijven, behalve als God het anders wil." Jouw Heer is wijs en wetend. |
|
918 | 6 | 129 | وكذلك نولي بعض الظالمين بعضا بما كانوا يكسبون |
| | | En zo maken Wij de onrechtplegers tot helpers voor elkaar om wat zij hebben begaan. |
|
919 | 6 | 130 | يا معشر الجن والإنس ألم يأتكم رسل منكم يقصون عليكم آياتي وينذرونكم لقاء يومكم هذا قالوا شهدنا على أنفسنا وغرتهم الحياة الدنيا وشهدوا على أنفسهم أنهم كانوا كافرين |
| | | "O djinn en mensen, hier bijeenvergaderd! Zijn er niet gezanten uit jullie midden tot jullie gekomen om jullie van Mijn tekenen te vertellen en om jullie te waarschuwen voor de ontmoeting van jullie op deze dag?" Zij zeggen: "Wij getuigen tegen onszelf." Het tegenwoordige leven heeft hen begoocheld en zij getuigen tegen zichzelf dat zij ongelovigen waren. |
|
920 | 6 | 131 | ذلك أن لم يكن ربك مهلك القرى بظلم وأهلها غافلون |
| | | Dat is omdat jouw Heer de steden niet onrechtvaardig vernietigt terwijl hun inwoners onoplettend zijn. |
|
921 | 6 | 132 | ولكل درجات مما عملوا وما ربك بغافل عما يعملون |
| | | Voor ieder zijn er rangen voor wat zij gedaan hebben. Jouw Heer let goed op wat zij doen. |
|
922 | 6 | 133 | وربك الغني ذو الرحمة إن يشأ يذهبكم ويستخلف من بعدكم ما يشاء كما أنشأكم من ذرية قوم آخرين |
| | | En jouw Heer is de behoefteloze die vol barmhartigheid is. Als Hij wil, vaagt Hij jullie weg en laat na jullie komen wat Hij wil; zoals Hij jullie uit de nakomelingen van andere mensen liet ontstaan. |
|
923 | 6 | 134 | إن ما توعدون لآت وما أنتم بمعجزين |
| | | Wat jullie aangezegd is komt zeker en jullie zullen er niets tegen kunnen doen. |
|
924 | 6 | 135 | قل يا قوم اعملوا على مكانتكم إني عامل فسوف تعلمون من تكون له عاقبة الدار إنه لا يفلح الظالمون |
| | | Zeg: "O mijn volk handelt naar jullie vermogen; ik doe het ook. En dan zullen jullie wel te weten komen voor wie de uiteindelijke woning is." Maar de onrechtplegers zal het niet welgaan. |
|
925 | 6 | 136 | وجعلوا لله مما ذرأ من الحرث والأنعام نصيبا فقالوا هذا لله بزعمهم وهذا لشركائنا فما كان لشركائهم فلا يصل إلى الله وما كان لله فهو يصل إلى شركائهم ساء ما يحكمون |
| | | Zij bestemmen voor God een aandeel in het gewas en het vee dat Hij geschapen heeft en zij zeggen: "Dit is voor God -- beweren zij -- en dit is voor de door ons vereerde metgezellen [van God]." Maar wat voor hun [zogenaamd goddelijke] metgezellen bestemd is dat bereikt God niet en wat voor God bestemd is, dat bereikt hun [zogenaamd goddelijke] metgezellen. Slecht is het wat zij oordelen. |
|
926 | 6 | 137 | وكذلك زين لكثير من المشركين قتل أولادهم شركاؤهم ليردوهم وليلبسوا عليهم دينهم ولو شاء الله ما فعلوه فذرهم وما يفترون |
| | | Zo hebben hun [zogenaamd goddelijke] metgezellen voor velen van de veelgodendienaars het doden van hun kinderen aantrekkelijk gemaakt om hen in het verderf te storten en om hun godsdienst voor hen te verhullen. Als God gewild had, hadden zij het niet gedaan; laat hen toch met wat zij verzinnen. |
|