نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
907 | 6 | 118 | فكلوا مما ذكر اسم الله عليه إن كنتم بآياته مؤمنين |
| | | En eet van dat waarover Gods naam is vermeld, als jullie in Zijn tekenen geloven. |
|
908 | 6 | 119 | وما لكم ألا تأكلوا مما ذكر اسم الله عليه وقد فصل لكم ما حرم عليكم إلا ما اضطررتم إليه وإن كثيرا ليضلون بأهوائهم بغير علم إن ربك هو أعلم بالمعتدين |
| | | Wat hebben jullie dat jullie niet eten van datgene waarover Gods naam is vermeld? Hij heeft voor jullie toch uiteengezet wat Hij jullie heeft verboden, behalve dat waartoe jullie gedwongen worden? Maar velen brengen door hun neigingen, zonder kennis [anderen] tot dwaling. Echter jouw Heer kent de overtreders het best. |
|
909 | 6 | 120 | وذروا ظاهر الإثم وباطنه إن الذين يكسبون الإثم سيجزون بما كانوا يقترفون |
| | | Laat het uiterlijke en het innerlijke van de zonde achterwege; aan hen die zonde begaan zal vergolden worden wat zij begaan hebben. |
|
910 | 6 | 121 | ولا تأكلوا مما لم يذكر اسم الله عليه وإنه لفسق وإن الشياطين ليوحون إلى أوليائهم ليجادلوكم وإن أطعتموهم إنكم لمشركون |
| | | En eet niet van iets waarover Gods naam niet is vermeld; dat is een schande. De satans fluisteren hun vrienden in met jullie te twisten en als jullie hun gehoorzamen dan zijn jullie zeker veelgodendienaars. |
|
911 | 6 | 122 | أومن كان ميتا فأحييناه وجعلنا له نورا يمشي به في الناس كمن مثله في الظلمات ليس بخارج منها كذلك زين للكافرين ما كانوا يعملون |
| | | Is dan iemand die dood was en die Wij tot leven gebracht hebben en voor wie Wij een licht gemaakt hebben waarin hij onder de mensen wandelt als iemand die bijvoorbeeld in de duisternis is en er niet uit kan komen? Zo hebben Wij voor de ongelovigen wat zij aan het doen waren mooi laten lijken. |
|
912 | 6 | 123 | وكذلك جعلنا في كل قرية أكابر مجرميها ليمكروا فيها وما يمكرون إلا بأنفسهم وما يشعرون |
| | | En zo hebben Wij in iedere stad de grootste boosdoeners bestemd om er boze listen te beramen. Zij beramen echter slechts boze listen voor zichzelf, maar zij beseffen het niet. |
|
913 | 6 | 124 | وإذا جاءتهم آية قالوا لن نؤمن حتى نؤتى مثل ما أوتي رسل الله الله أعلم حيث يجعل رسالته سيصيب الذين أجرموا صغار عند الله وعذاب شديد بما كانوا يمكرون |
| | | En wanneer tot hen een teken komt zeggen zij: "Wij zullen pas geloven wanneer ons hetzelfde gegeven wordt als wat aan Gods gezanten gegeven is." God weet het best waar Hij Zijn zendingsopdracht brengt. Bij God zal hen die boosdoeners zijn kleinering en bestraffing treffen voor wat zij aan boze listen beraamden. |
|
914 | 6 | 125 | فمن يرد الله أن يهديه يشرح صدره للإسلام ومن يرد أن يضله يجعل صدره ضيقا حرجا كأنما يصعد في السماء كذلك يجعل الله الرجس على الذين لا يؤمنون |
| | | Maar als God iemand op het goede pad wenst te brengen dan stelt Hij diens hart open voor de overgave [aan God] en als Hij iemand tot dwaling wil brengen dan maakt Hij diens borst zo nauw en beklemd dat het is alsof hij moeizaam naar de hemel opklimt. Zo legt God de gruwelijke straf op aan hen die niet geloven. |
|
915 | 6 | 126 | وهذا صراط ربك مستقيما قد فصلنا الآيات لقوم يذكرون |
| | | En dit is de weg van jouw Heer, een juiste; Wij hebben de tekenen uiteengezet voor mensen die zich laten vermanen. * |
|
916 | 6 | 127 | لهم دار السلام عند ربهم وهو وليهم بما كانوا يعملون |
| | | Voor hen is de woning van de vrede bij hun Heer en Hij is hun beschermer wegens de dingen die zij gewoonlijk deden. |
|