نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
869 | 6 | 80 | وحاجه قومه قال أتحاجوني في الله وقد هدان ولا أخاف ما تشركون به إلا أن يشاء ربي شيئا وسع ربي كل شيء علما أفلا تتذكرون |
| | | Zijn volk redetwistte met hem. Hij zei: "Willen jullie met mij over God redetwisten, terwijl Hij mij op het goede pad gebracht heeft? Ik vrees wat jullie aan Hem als metgezellen toevoegen niet, behalve als mijn Heer iets wil. Mijn Heer omvat alles met Zijn kennis. Zullen jullie je dan niet laten vermanen? |
|
870 | 6 | 81 | وكيف أخاف ما أشركتم ولا تخافون أنكم أشركتم بالله ما لم ينزل به عليكم سلطانا فأي الفريقين أحق بالأمن إن كنتم تعلمون |
| | | En hoe zou ik wat jullie [aan Hem] als metgezellen toevoegen vrezen, als jullie niet vrezen aan God metgezellen toe te voegen, waarvoor Hij geen machtiging heeft neergezonden? Welke van de beide groepen heeft meer recht op veiligheid? Als jullie dat maar wisten? |
|
871 | 6 | 82 | الذين آمنوا ولم يلبسوا إيمانهم بظلم أولئك لهم الأمن وهم مهتدون |
| | | Zij die geloven en hun geloof niet door onrecht te plegen verhullen, voor hen is de veiligheid en zij volgen de goede richting." |
|
872 | 6 | 83 | وتلك حجتنا آتيناها إبراهيم على قومه نرفع درجات من نشاء إن ربك حكيم عليم |
| | | Dat was Ons argument dat Wij Ibrahiem tegen zijn volk gegeven hebben. Wij geven hogere rangen aan wie Wij willen. Jouw Heer is wijs en wetend! |
|
873 | 6 | 84 | ووهبنا له إسحاق ويعقوب كلا هدينا ونوحا هدينا من قبل ومن ذريته داوود وسليمان وأيوب ويوسف وموسى وهارون وكذلك نجزي المحسنين |
| | | En Wij schonken hem Ishaak en Ja'koeb; ieder [van hen] hebben Wij de goede richting gewezen en Noeh hadden Wij al eerder de goede richting gewezen en uit zijn nakomelingen Dawoed, Soelaimaan, Ajjoeb, Joesoef, Moesa en Haroen -- en zo belonen wij hen die goed doen --, |
|
874 | 6 | 85 | وزكريا ويحيى وعيسى وإلياس كل من الصالحين |
| | | en Zakarijja, Jahja, 'Isa en Iljaas -- ieder behorend tot de rechtschapenen --, |
|
875 | 6 | 86 | وإسماعيل واليسع ويونس ولوطا وكلا فضلنا على العالمين |
| | | en Isma'iel, al-Jasa?, Joenoes en Loet; ieder [van hen] hebben Wij boven de wereldbewoners verkozen. |
|
876 | 6 | 87 | ومن آبائهم وذرياتهم وإخوانهم واجتبيناهم وهديناهم إلى صراط مستقيم |
| | | En ook sommigen van hun vaderen, hun nakomelingen en hun broeders; Wij hebben hen verkozen en hen naar een juiste weg geleid. |
|
877 | 6 | 88 | ذلك هدى الله يهدي به من يشاء من عباده ولو أشركوا لحبط عنهم ما كانوا يعملون |
| | | Dat is Gods leidraad waarmee Hij wie van Zijn dienaren Hij wil de goede weg wijst, maar als zij geloofd hadden dat God metgezellen had dan zou voor hen wat zij deden vruchteloos geworden zijn. |
|
878 | 6 | 89 | أولئك الذين آتيناهم الكتاب والحكم والنبوة فإن يكفر بها هؤلاء فقد وكلنا بها قوما ليسوا بها بكافرين |
| | | Zij zijn het aan wie Wij het boek, de oordeelskracht en het profeetschap gegeven hebben, maar als dezen hier er niet in geloven, dan vertrouwen Wij het aan mensen toe die daaraan niet ongelovig zijn. |
|