نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
828 | 6 | 39 | والذين كذبوا بآياتنا صم وبكم في الظلمات من يشإ الله يضلله ومن يشأ يجعله على صراط مستقيم |
| | | Zij, die onze teekens van logen beschuldigen, zijn doof en stom en wandelen in duisternis; God zal doen dwalen wien hij wil, en wie hem behaagt, zal hij op den rechten weg brengen. |
|
829 | 6 | 40 | قل أرأيتكم إن أتاكم عذاب الله أو أتتكم الساعة أغير الله تدعون إن كنتم صادقين |
| | | Zeg: wat denkt gij? indien Gods straf over u komt, of het uur der opstanding, zult gij dan een ander dan God aanroepen; spreekt, indien gij oprecht zijt? |
|
830 | 6 | 41 | بل إياه تدعون فيكشف ما تدعون إليه إن شاء وتنسون ما تشركون |
| | | Ja! Hij is het dien gij zult aanroepen; en hij zal u bevrijden van hetgeen u hem doet aanroepen, indien het hem behaagt, en gij zult de goden vergeten die gij met hem vereenigt. |
|
831 | 6 | 42 | ولقد أرسلنا إلى أمم من قبلك فأخذناهم بالبأساء والضراء لعلهم يتضرعون |
| | | Wij hebben reeds gezanten gezonden onder de volkeren die vóór u bestonden, en hebben hen door onrust en tegenspoed bedroefd, opdat zij zich zouden vernederen. |
|
832 | 6 | 43 | فلولا إذ جاءهم بأسنا تضرعوا ولكن قست قلوبهم وزين لهم الشيطان ما كانوا يعملون |
| | | Toen de door ons gezonden droefheid over hen kwam vernederden zij zich niet, maar hunne harten werden versteend, en satan bereidde voor hen wat zij bedreven. |
|
833 | 6 | 44 | فلما نسوا ما ذكروا به فتحنا عليهم أبواب كل شيء حتى إذا فرحوا بما أوتوا أخذناهم بغتة فإذا هم مبلسون |
| | | En toen zij hadden vergeten, wat hun gewaarschuwd was, openden wij de deuren van alle weldaden voor hen, tot op het oogenblik, dat zij in vreugde gedompeld over de weldaden die zij hadden ontvangen, eensklaps door ons werden aangegrepen en in wanhoop gestort werden. |
|
834 | 6 | 45 | فقطع دابر القوم الذين ظلموا والحمد لله رب العالمين |
| | | En het grootste gedeelte des volks, dat slecht gehandeld had, werd afgesneden: geloofd zij God, de Heer aller schepselen! |
|
835 | 6 | 46 | قل أرأيتم إن أخذ الله سمعكم وأبصاركم وختم على قلوبكم من إله غير الله يأتيكم به انظر كيف نصرف الآيات ثم هم يصدفون |
| | | Zeg: wat denkt gij? indien God uw gehoor en uw gezicht weg nemen, en uwe harten verzegelen zou; welke god, behalve God, zou die u terug geven? Zie, op hoeveel verschillenden wijzen, wij de teekenen van Gods eenheid vertoonen, en toch wenden zij er zich van af. |
|
836 | 6 | 47 | قل أرأيتكم إن أتاكم عذاب الله بغتة أو جهرة هل يهلك إلا القوم الظالمون |
| | | Zeg tot hen: wat denkt gij? indien Gods straf onverwachts over u kwame, of openlijk, zou dan iemand behalve de goddeloozen omkomen? |
|
837 | 6 | 48 | وما نرسل المرسلين إلا مبشرين ومنذرين فمن آمن وأصلح فلا خوف عليهم ولا هم يحزنون |
| | | Wij zenden onze gezanten niet anders dan goede tijdingen dragende, en bedreigingen aan te kondigen. Wie dus gelooven en berouw gevoelen zullen, over deze zal geene vrees komen; nimmer zullen zij bedroefd worden. |
|