نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
814 | 6 | 25 | ومنهم من يستمع إليك وجعلنا على قلوبهم أكنة أن يفقهوه وفي آذانهم وقرا وإن يروا كل آية لا يؤمنوا بها حتى إذا جاءوك يجادلونك يقول الذين كفروا إن هذا إلا أساطير الأولين |
| | | Onder hen zijn er die naar jou luisteren, maar over wier harten Wij hoezen gelegd hebben, zodat zij het niet begrijpen en in hun oren hardhorendheid. En al zien zij elk teken, zij geloven er niet in. Zozeer, dat wanneer zij tot jou komen om met je te twisten, zij die ongelovig zijn zeggen: "Dit zijn slechts fabels van hen die er eertijds waren." |
|
815 | 6 | 26 | وهم ينهون عنه وينأون عنه وإن يهلكون إلا أنفسهم وما يشعرون |
| | | En zij verbieden het en wenden zich ervan af. Maar zij vernietigen slechts zichzelf en zij beseffen het niet. |
|
816 | 6 | 27 | ولو ترى إذ وقفوا على النار فقالوا يا ليتنا نرد ولا نكذب بآيات ربنا ونكون من المؤمنين |
| | | Kon je hen maar zien wanneer zij voor het vuur worden opgesteld en dan zeggen: "Ach werden we maar teruggebracht, dan zouden wij de tekenen van onze Heer niet loochenen en dan zouden wij bij de gelovigen behoren." |
|
817 | 6 | 28 | بل بدا لهم ما كانوا يخفون من قبل ولو ردوا لعادوا لما نهوا عنه وإنهم لكاذبون |
| | | Welnee, voor hen is wat zij vroeger verborgen hielden openlijk zichtbaar. Ook al werden zij teruggebracht dan zouden zij toch terugkeren naar wat hun verboden was. Zij zijn toch leugenaars. |
|
818 | 6 | 29 | وقالوا إن هي إلا حياتنا الدنيا وما نحن بمبعوثين |
| | | En zij zeggen: "Er is alleen maar ons tegenwoordige leven en wij worden niet opgewekt." |
|
819 | 6 | 30 | ولو ترى إذ وقفوا على ربهم قال أليس هذا بالحق قالوا بلى وربنا قال فذوقوا العذاب بما كنتم تكفرون |
| | | Kon je hen maar zien wanneer zij voor hun Heer worden opgesteld, hoe Hij zegt: "Is dit niet de waarheid?" Zij zeggen: "Ja zeker, bij onze Heer." Hij zegt: "Proeft dan de bestraffing ervoor dat jullie ongelovig waren." |
|
820 | 6 | 31 | قد خسر الذين كذبوا بلقاء الله حتى إذا جاءتهم الساعة بغتة قالوا يا حسرتنا على ما فرطنا فيها وهم يحملون أوزارهم على ظهورهم ألا ساء ما يزرون |
| | | Zij die de ontmoeting met God loochenen zijn verloren. Zozeer, dat wanneer het uur onverwachts tot hen komt, zij zeggen: "Wat hebben wij een spijt van wat wij [in ons leven] veronachtzaamd hebben" terwijl zij hun lasten op hun ruggen dragen. Is het niet slecht wat zij te torsen hebben? |
|
821 | 6 | 32 | وما الحياة الدنيا إلا لعب ولهو وللدار الآخرة خير للذين يتقون أفلا تعقلون |
| | | Het tegenwoordige leven is slechts spel en tijdverdrijf, maar de laatste woning is voor hen die godvrezend zijn werkelijk beter. Hebben jullie dan geen verstand? |
|
822 | 6 | 33 | قد نعلم إنه ليحزنك الذي يقولون فإنهم لا يكذبونك ولكن الظالمين بآيات الله يجحدون |
| | | Wij weten dat wat zij zeggen jou bedroeft; jou betichten zij niet van leugens, maar het zijn Gods tekenen die de onrechtplegers ontkennen. |
|
823 | 6 | 34 | ولقد كذبت رسل من قبلك فصبروا على ما كذبوا وأوذوا حتى أتاهم نصرنا ولا مبدل لكلمات الله ولقد جاءك من نبإ المرسلين |
| | | Al voor jouw tijd zijn er gezanten van leugens beticht geweest, maar de leugens waarvan men hen betichtte en het leed dat hun werd aangedaan verdroegen zij geduldig, totdat Onze hulp tot hen kwam. Er is niemand die Gods woorden veranderen kan; tot jou zijn immers al mededelingen over de gezondenen gekomen. |
|