نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
802 | 6 | 13 | وله ما سكن في الليل والنهار وهو السميع العليم |
| | | En aan Hem behoort alles wat er in de nacht en de dag rust. En Hij is de Alhorende, de Alwetende. |
|
803 | 6 | 14 | قل أغير الله أتخذ وليا فاطر السماوات والأرض وهو يطعم ولا يطعم قل إني أمرت أن أكون أول من أسلم ولا تكونن من المشركين |
| | | Zeg (O Moehammad): "Zal ik iemand anders dan Allah, de Schepper van de hemelen en de aarde, als Beschermer nemen? Hij is Degene Die voedt, maar Hij wordt niet gevoed." Zeg: "Voorwaar, ik ben geboden de eerste te zijn die zich (aan Allah) overgeeft." En behoor zeker niet tot de veelgodenaanbidders. |
|
804 | 6 | 15 | قل إني أخاف إن عصيت ربي عذاب يوم عظيم |
| | | Zeg: "Voorwaar, ik vrees, als ik mijn Heer ongehoorzaam ben, de bestrafring op de Geweldige Dag." |
|
805 | 6 | 16 | من يصرف عنه يومئذ فقد رحمه وذلك الفوز المبين |
| | | Van wie op die Dag (de bestraffing) afgewend wordt, die heeft Hij dan waarlijk begenadigd. En dat is een duidelijke overwinning. |
|
806 | 6 | 17 | وإن يمسسك الله بضر فلا كاشف له إلا هو وإن يمسسك بخير فهو على كل شيء قدير |
| | | Indien Allah jou met tegenspoed treft, dan kan niemand die weghalen, behalve Hij; en indien Hij jou met het goede treft: Hij is Almachtig over alle zaken. |
|
807 | 6 | 18 | وهو القاهر فوق عباده وهو الحكيم الخبير |
| | | En Hij is de Meest Machtige boven Zijn dienaren en Hij is de Alwijze, de Alwetende. |
|
808 | 6 | 19 | قل أي شيء أكبر شهادة قل الله شهيد بيني وبينكم وأوحي إلي هذا القرآن لأنذركم به ومن بلغ أئنكم لتشهدون أن مع الله آلهة أخرى قل لا أشهد قل إنما هو إله واحد وإنني بريء مما تشركون |
| | | Zeg (O Moehammad): "Welke zaak vormt de grootste getuigenis?" Zeg: "Allah is Getuige over mij en jullie en deze Koran is aan mij geopenbaard om ermee jullie te vermanen en (ook) een ieder die erdoor bereikt wordt. Zouden jullie kunnen getuigen dat er naast Allah andere goden zijn?" Zeg: "Nee, (dat) getuig ik niet." Zeg: "Voorwaar, Hij is de Enige God; en voorwaar, ik ben onschuldig aan wat jullie aan deelgenoten toekennen." |
|
809 | 6 | 20 | الذين آتيناهم الكتاب يعرفونه كما يعرفون أبناءهم الذين خسروا أنفسهم فهم لا يؤمنون |
| | | Degenen aan wie Wij de Schrift gegeven hebben, kennen hem (Moehmmad) zoals zij hun zonen kennen; degenen die zichzelf verloren hebben geloven niet. |
|
810 | 6 | 21 | ومن أظلم ممن افترى على الله كذبا أو كذب بآياته إنه لا يفلح الظالمون |
| | | Wie is er onrechtvaardiger dan degene die een leugen tegen Allah verzonnen heeft of die Zijri Verzen loochende? Voorwaar, de onrechtplegers slagen niet. |
|
811 | 6 | 22 | ويوم نحشرهم جميعا ثم نقول للذين أشركوا أين شركاؤكم الذين كنتم تزعمون |
| | | En op de Dag dat Wij hen allen bijeenbrengen, zullen Wij tegen degenen die deelgenoten toekennen zeggen: "Waar zijn de deelgenoten waarvan jullie (het bestaan) plachten te boweren? |
|