نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
766 | 5 | 97 | جعل الله الكعبة البيت الحرام قياما للناس والشهر الحرام والهدي والقلائد ذلك لتعلموا أن الله يعلم ما في السماوات وما في الأرض وأن الله بكل شيء عليم |
| | | God heeft den Caaba, het heilige huis, als eene inrichting voor den mensch gemaakt, en heeft de heilige maand bevolen, en het offer en de versierselen daaraan te hangen, opdat gij zoudt weten, dat God kent wat in den hemel en op aarde is, en dat God alwetend is. |
|
767 | 5 | 98 | اعلموا أن الله شديد العقاب وأن الله غفور رحيم |
| | | Weet, dat God gestreng straft, en dat God ook vergevingsgezind en genadig is. |
|
768 | 5 | 99 | ما على الرسول إلا البلاغ والله يعلم ما تبدون وما تكتمون |
| | | De plicht van onzen profeet is alleen om te prediken, en God weet hetgeen gij toont en wat gij verbergt. |
|
769 | 5 | 100 | قل لا يستوي الخبيث والطيب ولو أعجبك كثرة الخبيث فاتقوا الله يا أولي الألباب لعلكم تفلحون |
| | | Zeg: kwaad en goed zullen niet gelijk geschat worden, ofschoon de overvloed van kwaad u behaagt. Vreest dus God, gij die verstand hebt, opdat gij gelukkig moogt zijn. |
|
770 | 5 | 101 | يا أيها الذين آمنوا لا تسألوا عن أشياء إن تبد لكم تسؤكم وإن تسألوا عنها حين ينزل القرآن تبد لكم عفا الله عنها والله غفور حليم |
| | | O ware geloovigen! onderzoekt niet zulke dingen, die, als zij u werden verklaard, u smart zouden veroorzaken; maar indien gij daaromtrent ondervraagt op het tijdstip waarop de Koran geheel zal zijn geopenbaard, zullen zij u verklaard worden, God vergeeft uwe nieuwsgierigheid; want God is vergevingsgezind en genadig. |
|
771 | 5 | 102 | قد سألها قوم من قبلكم ثم أصبحوا بها كافرين |
| | | Menschen die vóór u waren, hebben daaromtrent onderzocht, en werden later ongeloovig. |
|
772 | 5 | 103 | ما جعل الله من بحيرة ولا سائبة ولا وصيلة ولا حام ولكن الذين كفروا يفترون على الله الكذب وأكثرهم لا يعقلون |
| | | God heeft niets voorgeschreven omtrent Bahîra, noch omtrent Sâïba noch nopens Wasîla, noch nopens Hâmi, maar de ongeloovigen hebben een logen betreffende God uitgedacht, en het grootste gedeelte hunner verstaan niet. |
|
773 | 5 | 104 | وإذا قيل لهم تعالوا إلى ما أنزل الله وإلى الرسول قالوا حسبنا ما وجدنا عليه آباءنا أولو كان آباؤهم لا يعلمون شيئا ولا يهتدون |
| | | En toen tot hen gezegd werd: Komt tot hetgeen God heeft geopenbaard en tot den apostel, antwoordden zij: Het geloof dat wij bij onze ouderen vonden, is toereikend voor ons, terwijl hunne vaders niets kenden en niet geleid werden. |
|
774 | 5 | 105 | يا أيها الذين آمنوا عليكم أنفسكم لا يضركم من ضل إذا اهتديتم إلى الله مرجعكم جميعا فينبئكم بما كنتم تعملون |
| | | O ware geloovigen! neemt uwe zielen in acht. Hij die dwaalt, zal u niet deren; want gij wordt op den rechten weg geleid. Met God zult gij terugkeeren, en hij zal u verhalen wat gij hebt gedaan. |
|
775 | 5 | 106 | يا أيها الذين آمنوا شهادة بينكم إذا حضر أحدكم الموت حين الوصية اثنان ذوا عدل منكم أو آخران من غيركم إن أنتم ضربتم في الأرض فأصابتكم مصيبة الموت تحبسونهما من بعد الصلاة فيقسمان بالله إن ارتبتم لا نشتري به ثمنا ولو كان ذا قربى ولا نكتم شهادة الله إنا إذا لمن الآثمين |
| | | O ware geloovigen! laat getuigen onder u kiezen, als de dood een uwer nadert, op het oogenblik dat hij testament maakt; neem twee rechtvaardige menschen onder u, of twee anderen van een verschillenden stam, of van een ander geloof dan gij zijt, indien gij reizende op aarde zijt en het doodsgevaar u overvalt. Gij zult hen beiden opsluiten na het namiddaggebed, en zij zullen bij God zweren indien gij aan hen twijfelt, en zij zullen zeggen: Wij verkoopen onze getuigenis niet, voor welken prijs ook; zelfs niet aan iemand, die met ons is verwant, en wij zullen de getuigenis van God niet verbergen; want dan zouden wij zeker tot het getal der zondaren behooren. |
|