نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
721 | 5 | 52 | فترى الذين في قلوبهم مرض يسارعون فيهم يقولون نخشى أن تصيبنا دائرة فعسى الله أن يأتي بالفتح أو أمر من عنده فيصبحوا على ما أسروا في أنفسهم نادمين |
| | | Jij ziet toch dat zij die in hun harten een ziekte hebben zich naar hen toe haasten; zij zeggen: "Wij vrezen dat een wending [van het lot] ons zal treffen." Misschien dat God succes brengt of een beschikking van Zijn kant. Dan zullen zij wroeging krijgen over wat zij in zichzelf geheim houden. |
|
722 | 5 | 53 | ويقول الذين آمنوا أهؤلاء الذين أقسموا بالله جهد أيمانهم إنهم لمعكم حبطت أعمالهم فأصبحوا خاسرين |
| | | En zij die geloven zullen zeggen: "Zijn zij dat die bij God dure eden zwoeren dat zij met jullie zouden zijn? Hun daden waren vruchteloos en zij zijn verliezers geworden." |
|
723 | 5 | 54 | يا أيها الذين آمنوا من يرتد منكم عن دينه فسوف يأتي الله بقوم يحبهم ويحبونه أذلة على المؤمنين أعزة على الكافرين يجاهدون في سبيل الله ولا يخافون لومة لائم ذلك فضل الله يؤتيه من يشاء والله واسع عليم |
| | | Jullie die geloven! Als iemand van jullie zich van zijn godsdienst afkeert, dan zal God wel met mensen komen die Hij bemint en die Hem beminnen, die inschikkelijk zijn voor de gelovigen en streng tegen de ongelovigen, die zich inspannen op Gods weg en die niemands verwijt vrezen. Dat is Gods goedgunstigheid die Hij geeft aan wie Hij wil. God is alomvattend en wetend. |
|
724 | 5 | 55 | إنما وليكم الله ورسوله والذين آمنوا الذين يقيمون الصلاة ويؤتون الزكاة وهم راكعون |
| | | Jullie medestander is God en Zijn gezant en ook zij die geloven, de salaat verrichten en de zakaat geven terwijl zij buigen. |
|
725 | 5 | 56 | ومن يتول الله ورسوله والذين آمنوا فإن حزب الله هم الغالبون |
| | | Wie zich aansluit bij God, Zijn gezant en hen die geloven -- Gods partij -- zij zijn de overwinnaars! |
|
726 | 5 | 57 | يا أيها الذين آمنوا لا تتخذوا الذين اتخذوا دينكم هزوا ولعبا من الذين أوتوا الكتاب من قبلكم والكفار أولياء واتقوا الله إن كنتم مؤمنين |
| | | Jullie die geloven! Neemt niet hen, die jullie godsdienst met spot en scherts bejegenen, uit het midden van hen aan wie het boek voor jullie tijd gegeven was, noch de ongelovigen als medestanders. En vreest God als jullie gelovig zijn. |
|
727 | 5 | 58 | وإذا ناديتم إلى الصلاة اتخذوها هزوا ولعبا ذلك بأنهم قوم لا يعقلون |
| | | Wanneer jullie oproepen tot de salaat, bejegenen zij dat met spot en scherts. Dat komt omdat zij mensen zijn die geen verstand hebben. |
|
728 | 5 | 59 | قل يا أهل الكتاب هل تنقمون منا إلا أن آمنا بالله وما أنزل إلينا وما أنزل من قبل وأن أكثركم فاسقون |
| | | Zeg: "Mensen van het boek! Koesteren jullie alleen maar wrok tegen ons omdat wij geloven in God, in wat naar ons is neergezonden en in wat vroeger is neergezonden en omdat de meesten van jullie verdorven zijn?" |
|
729 | 5 | 60 | قل هل أنبئكم بشر من ذلك مثوبة عند الله من لعنه الله وغضب عليه وجعل منهم القردة والخنازير وعبد الطاغوت أولئك شر مكانا وأضل عن سواء السبيل |
| | | Zeg: "Zal ik jullie iets meedelen wat nog slechter is, als vergelding bij God? Wie door God is vervloekt en op wie Hij vertoornd is en van wie Hij er tot apen en varkens gemaakt heeft en die de Taghoet dienen; zij zijn het die de slechtste plaats hebben en die het verst afgedwaald zijn van de correcte weg." |
|
730 | 5 | 61 | وإذا جاءوكم قالوا آمنا وقد دخلوا بالكفر وهم قد خرجوا به والله أعلم بما كانوا يكتمون |
| | | En wanneer zij tot jullie komen zeggen zij: "Wij geloven", maar zij komen in ongeloof binnen en zo gaan zij naar buiten. God weet het best wat zij verborgen hielden. |
|