نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
708 | 5 | 39 | فمن تاب من بعد ظلمه وأصلح فإن الله يتوب عليه إن الله غفور رحيم |
| | | Toont echter iemand na zijn misdrijf berouw en betert hij zich, dan zal God zich genadig tot hem wenden. God is vergevend en barmhartig. |
|
709 | 5 | 40 | ألم تعلم أن الله له ملك السماوات والأرض يعذب من يشاء ويغفر لمن يشاء والله على كل شيء قدير |
| | | Weet jij niet dat God de heerschappij over de hemelen en de aarde heeft? Hij bestraft wie Hij wil en Hij vergeeft aan wie Hij wil. God is almachtig. |
|
710 | 5 | 41 | يا أيها الرسول لا يحزنك الذين يسارعون في الكفر من الذين قالوا آمنا بأفواههم ولم تؤمن قلوبهم ومن الذين هادوا سماعون للكذب سماعون لقوم آخرين لم يأتوك يحرفون الكلم من بعد مواضعه يقولون إن أوتيتم هذا فخذوه وإن لم تؤتوه فاحذروا ومن يرد الله فتنته فلن تملك له من الله شيئا أولئك الذين لم يرد الله أن يطهر قلوبهم لهم في الدنيا خزي ولهم في الآخرة عذاب عظيم |
| | | O gezant, laat je niet bedroefd maken door hen die in ongeloof wedijveren en die behoren bij hen die met hun monden zeggen: "Wij geloven", hoewel hun harten niet geloven. En bij hen die het jodendom aanhangen zijn er die gehoor geven aan leugen. Zij geven gehoor aan andere mensen die niet tot jou gekomen zijn. Zij verdraaien de woorden door ze uit hun verband te halen en zeggen: "Als dit aan jullie gegeven wordt, neemt het dan aan en als het niet aan jullie gegeven wordt weest dan op je hoede." En als God de verzoeking van iemand wenst dan zul jij voor hem niets tegen God kunnen uitrichten. Zij zijn het van wie God de harten niet rein wenst te maken. Voor hen is er in het tegenwoordige leven schande en voor hen is er in het hiernamaals een geweldige bestraffing. |
|
711 | 5 | 42 | سماعون للكذب أكالون للسحت فإن جاءوك فاحكم بينهم أو أعرض عنهم وإن تعرض عنهم فلن يضروك شيئا وإن حكمت فاحكم بينهم بالقسط إن الله يحب المقسطين |
| | | Zij geven gehoor aan leugen, zij verteren het oneerlijk verkregene! Als zij tot jou komen, oordeel dan tussen hen of wend je van hen af. Als jij je van hen afwendt dan zullen zij jou geen enkele schade berokkenen en als jij oordeelt, oordeel dan tussen hen met rechtvaardigheid. God bemint hen die rechtvaardig handelen. |
|
712 | 5 | 43 | وكيف يحكمونك وعندهم التوراة فيها حكم الله ثم يتولون من بعد ذلك وما أولئك بالمؤمنين |
| | | Hoe komen zij ertoe jou tot scheidsrechter te maken, terwijl zij toch de Taura bij zich hebben, waarin Gods oordeel staat? Dan zullen zij zich daarna toch afkeren. Zij zijn geen gelovigen! |
|
713 | 5 | 44 | إنا أنزلنا التوراة فيها هدى ونور يحكم بها النبيون الذين أسلموا للذين هادوا والربانيون والأحبار بما استحفظوا من كتاب الله وكانوا عليه شهداء فلا تخشوا الناس واخشون ولا تشتروا بآياتي ثمنا قليلا ومن لم يحكم بما أنزل الله فأولئك هم الكافرون |
| | | Wij hebben de Taura neergezonden met een leidraad erin en een licht, waarmee de profeten die zich [aan God] overgeven oordeel vellen voor hen die het jodendom aanhangen. Zo ook de rabbijnen en de schriftgeleerden, naar wat hun van Gods boek was toevertrouwd en waarvan zij getuigen waren. Vreest dan de mensen niet maar vreest Mij en verkwanselt Mijn tekenen niet. En wie niet oordeel vellen volgens wat God heeft neergezonden, dat zijn de ongelovigen. |
|
714 | 5 | 45 | وكتبنا عليهم فيها أن النفس بالنفس والعين بالعين والأنف بالأنف والأذن بالأذن والسن بالسن والجروح قصاص فمن تصدق به فهو كفارة له ومن لم يحكم بما أنزل الله فأولئك هم الظالمون |
| | | Wij hebben hun daarin voorgeschreven: leven om leven, oog om oog, neus om neus, oor om oor en tand om tand; ook voor verwondingen is er vergelding. Als iemand het dan als aalmoes kwijtscheldt dan geldt dat voor hem als verzoening. En wie niet oordeel vellen volgens wat God heeft neergezonden, dat zijn de onrechtplegers. |
|
715 | 5 | 46 | وقفينا على آثارهم بعيسى ابن مريم مصدقا لما بين يديه من التوراة وآتيناه الإنجيل فيه هدى ونور ومصدقا لما بين يديه من التوراة وهدى وموعظة للمتقين |
| | | En Wij hebben 'Isa, de zoon van Marjam in hun spoor laten volgen als bevestiger van wat er van de Taura voor zijn tijd al was. Wij gaven hem de Indjiel met een leidraad erin en een licht ter bevestiging van wat er van de Taura voor zijn tijd al was en als een leidraad en aansporing voor de godvrezenden. |
|
716 | 5 | 47 | وليحكم أهل الإنجيل بما أنزل الله فيه ومن لم يحكم بما أنزل الله فأولئك هم الفاسقون |
| | | En laten de mensen van de Indjiel oordeel vellen volgens wat God daarin heeft neergezonden. En wie niet oordeel vellen volgens wat God heeft neergezonden, dat zijn de verdorvenen. |
|
717 | 5 | 48 | وأنزلنا إليك الكتاب بالحق مصدقا لما بين يديه من الكتاب ومهيمنا عليه فاحكم بينهم بما أنزل الله ولا تتبع أهواءهم عما جاءك من الحق لكل جعلنا منكم شرعة ومنهاجا ولو شاء الله لجعلكم أمة واحدة ولكن ليبلوكم في ما آتاكم فاستبقوا الخيرات إلى الله مرجعكم جميعا فينبئكم بما كنتم فيه تختلفون |
| | | En Wij hebben het boek met de waarheid naar jou neergezonden ter bevestiging van wat er voordien van het boek al was en om erover te waken. Oordeel dan tussen hen volgens wat God heeft neergezonden en volg hun neigingen niet in afwijking van wat van de waarheid tot jou gekomen is. Voor een ieder van jullie hebben Wij een norm en een weg bepaald. En als God het gewild had, zou Hij jullie tot één gemeenschap gemaakt hebben, maar Hij heeft jullie in wat jullie gegeven is op de proef willen stellen. Wedijvert dus in goede daden. Tot God is jullie terugkeer, gezamenlijk. Hij zal jullie dan dat meedelen waarover jullie het oneens waren. |
|