نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
684 | 5 | 15 | يا أهل الكتاب قد جاءكم رسولنا يبين لكم كثيرا مما كنتم تخفون من الكتاب ويعفو عن كثير قد جاءكم من الله نور وكتاب مبين |
| | | Mensen van het boek! Onze gezant is tot jullie gekomen om jullie veel van de dingen die jullie verborgen hielden duidelijk te maken en om veel kwijt te schelden. Tot jullie is van God een licht en een duidelijk boek gekomen. |
|
685 | 5 | 16 | يهدي به الله من اتبع رضوانه سبل السلام ويخرجهم من الظلمات إلى النور بإذنه ويهديهم إلى صراط مستقيم |
| | | God leidt daarmee wie Zijn welgevallen navolgen op de wegen van de vrede, brengt hen met Zijn toestemming uit de duisternis naar het licht en leidt hen op een juiste weg. |
|
686 | 5 | 17 | لقد كفر الذين قالوا إن الله هو المسيح ابن مريم قل فمن يملك من الله شيئا إن أراد أن يهلك المسيح ابن مريم وأمه ومن في الأرض جميعا ولله ملك السماوات والأرض وما بينهما يخلق ما يشاء والله على كل شيء قدير |
| | | Ongelovig zijn zeker zij die zeggen: "God is de masieh 'Isa, de zoon van Marjam." Zeg: "Wie zou tegen God ook maar iets kunnen uitrichten, als Hij zou wensen dat de masieh 'Isa, de zoon van Marjam met zijn moeder en wie er op de aarde zijn allen zouden omkomen?" Van God is de heerschappij over de hemelen en de aarde en wat er tussen beide is. Hij schept wat Hij wil. God is almachtig. |
|
687 | 5 | 18 | وقالت اليهود والنصارى نحن أبناء الله وأحباؤه قل فلم يعذبكم بذنوبكم بل أنتم بشر ممن خلق يغفر لمن يشاء ويعذب من يشاء ولله ملك السماوات والأرض وما بينهما وإليه المصير |
| | | De joden en de christenen zeggen: "Wij zijn de kinderen Gods en Zijn beminden." Zeg: "Waarom straft Hij jullie dan voor jullie zonden? Maar nee, jullie zijn mensen die behoren tot hen die Hij geschapen heeft! Hij vergeeft aan wie Hij wil en Hij straft wie Hij wil." Van God is de heerschappij over de hemelen en de aarde en wat tussen beide is. Bij Hem is de bestemming. |
|
688 | 5 | 19 | يا أهل الكتاب قد جاءكم رسولنا يبين لكم على فترة من الرسل أن تقولوا ما جاءنا من بشير ولا نذير فقد جاءكم بشير ونذير والله على كل شيء قدير |
| | | Mensen van het boek! Onze gezant is tot jullie gekomen om jullie na een onderbreking in de gezanten duidelijkheid te brengen opdat jullie niet zouden zeggen: "Tot ons is geen verkondiger van goed nieuws, noch een waarschuwer gekomen." Maar er is een verkondiger van goed nieuws en een waarschuwer tot jullie gekomen! God is almachtig. |
|
689 | 5 | 20 | وإذ قال موسى لقومه يا قوم اذكروا نعمة الله عليكم إذ جعل فيكم أنبياء وجعلكم ملوكا وآتاكم ما لم يؤت أحدا من العالمين |
| | | En toen Moesa tot zijn volk zei: "Mijn volk! Gedenkt Gods genade aan jullie toen Hij bij jullie profeten aanstelde en jullie tot koningen maakte en jullie gaf wat Hij niemand van de wereldbewoners gegeven had. |
|
690 | 5 | 21 | يا قوم ادخلوا الأرض المقدسة التي كتب الله لكم ولا ترتدوا على أدباركم فتنقلبوا خاسرين |
| | | Mijn volk! Gaat het heilige land binnen dat God jullie voorgeschreven heeft en keert het niet jullie ruggen toe; jullie zullen dan als verliezers omdraaien." |
|
691 | 5 | 22 | قالوا يا موسى إن فيها قوما جبارين وإنا لن ندخلها حتى يخرجوا منها فإن يخرجوا منها فإنا داخلون |
| | | Zij zeiden: "O Moesa, daarin zijn reusachtig sterke mensen. Wij zullen er niet binnengaan, zolang zij er niet uitgaan. Als zij er uitgaan, dan gaan wij binnen." |
|
692 | 5 | 23 | قال رجلان من الذين يخافون أنعم الله عليهما ادخلوا عليهم الباب فإذا دخلتموه فإنكم غالبون وعلى الله فتوكلوا إن كنتم مؤمنين |
| | | Twee mannen van hen die godvrezend waren, aan wie God genade geschonken had zeiden: "Gaat, hen tegemoet, door de poort naar binnen. Wanneer jullie haar binnengaan dan overwinnen jullie. Op God moeten jullie je vertrouwen stellen als jullie gelovigen zijn." |
|
693 | 5 | 24 | قالوا يا موسى إنا لن ندخلها أبدا ما داموا فيها فاذهب أنت وربك فقاتلا إنا هاهنا قاعدون |
| | | Zij zeiden: "O Moesa, wij zullen er nooit binnengaan zolang zij erin zijn. Ga jij maar en jouw Heer en strijdt. Wij blijven wel hier." |
|