نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
674 | 5 | 5 | اليوم أحل لكم الطيبات وطعام الذين أوتوا الكتاب حل لكم وطعامكم حل لهم والمحصنات من المؤمنات والمحصنات من الذين أوتوا الكتاب من قبلكم إذا آتيتموهن أجورهن محصنين غير مسافحين ولا متخذي أخدان ومن يكفر بالإيمان فقد حبط عمله وهو في الآخرة من الخاسرين |
| | | Heden zijn aan jullie de goede dingen toegestaan. Het voedsel van hen aan wie het boek gegeven is, is aan jullie toegestaan en jullie voedsel is aan hen toegestaan en ook de eerbare vrouwen onder de gelovigen en de eerbare vrouwen van hen aan wie voor jullie tijd het boek gegeven is, als jullie haar in eerbaarheid en niet in ontucht haar loon geeft en zonder minnaressen te nemen. Maar wie het geloof verzaakt, diens werk blijft vruchteloos en in het hiernamaals behoort hij tot de verliezers. |
|
675 | 5 | 6 | يا أيها الذين آمنوا إذا قمتم إلى الصلاة فاغسلوا وجوهكم وأيديكم إلى المرافق وامسحوا برءوسكم وأرجلكم إلى الكعبين وإن كنتم جنبا فاطهروا وإن كنتم مرضى أو على سفر أو جاء أحد منكم من الغائط أو لامستم النساء فلم تجدوا ماء فتيمموا صعيدا طيبا فامسحوا بوجوهكم وأيديكم منه ما يريد الله ليجعل عليكم من حرج ولكن يريد ليطهركم وليتم نعمته عليكم لعلكم تشكرون |
| | | Jullie die geloven! Wanneer jullie je voor de salaat opstellen, wast dan jullie gezichten en jullie handen tot aan de ellebogen en wrijft over jullie hoofden en [wast] jullie voeten tot de enkels. En als jullie onrein zijn, reinigt jullie dan. En als jullie ziek zijn of op reis of als iemand van het toilet komt of met vrouwen omgang heeft gehad en jullie vinden geen water, zoekt dan goede kale grond en wrijft jullie gezichten en handen ermee. God wenst jullie niet iets hinderlijks op te leggen, maar Hij wenst jullie slechts rein te maken en Zijn genade aan jullie volledig te bewijzen. Misschien zullen jullie dank betuigen. |
|
676 | 5 | 7 | واذكروا نعمة الله عليكم وميثاقه الذي واثقكم به إذ قلتم سمعنا وأطعنا واتقوا الله إن الله عليم بذات الصدور |
| | | En gedenkt Gods genade aan jullie en het verdrag dat Hij met jullie aangegaan is toen jullie zeiden: "Wij horen en gehoorzamen." En vreest God. God weet wat er binnen in de harten is. |
|
677 | 5 | 8 | يا أيها الذين آمنوا كونوا قوامين لله شهداء بالقسط ولا يجرمنكم شنآن قوم على ألا تعدلوا اعدلوا هو أقرب للتقوى واتقوا الله إن الله خبير بما تعملون |
| | | Jullie die geloven! Weest standvastig voor God als getuigen van de rechtvaardigheid. En laat de afkeer van bepaalde mensen jullie er niet toe brengen niet rechtvaardig te zijn. Weest rechtvaardig, dat is dichter bij godvrezendheid. En vreest God. God is welingelicht over wat jullie doen. |
|
678 | 5 | 9 | وعد الله الذين آمنوا وعملوا الصالحات لهم مغفرة وأجر عظيم |
| | | God heeft hun die geloven en de deugdelijke daden doen toegezegd dat er voor hen vergeving is en een geweldig loon. |
|
679 | 5 | 10 | والذين كفروا وكذبوا بآياتنا أولئك أصحاب الجحيم |
| | | En zij die ongelovig zijn en Onze tekenen loochenen, zij zijn het die in het hellevuur thuishoren. |
|
680 | 5 | 11 | يا أيها الذين آمنوا اذكروا نعمت الله عليكم إذ هم قوم أن يبسطوا إليكم أيديهم فكف أيديهم عنكم واتقوا الله وعلى الله فليتوكل المؤمنون |
| | | Jullie die geloven! Gedenkt Gods genade aan jullie toen bepaalde mensen erop zonnen hun handen naar jullie uit te strekken, waarop Hij hun handen van jullie afhield. En vreest God. Op God moeten de gelovigen hun vertrouwen stellen. |
|
681 | 5 | 12 | ولقد أخذ الله ميثاق بني إسرائيل وبعثنا منهم اثني عشر نقيبا وقال الله إني معكم لئن أقمتم الصلاة وآتيتم الزكاة وآمنتم برسلي وعزرتموهم وأقرضتم الله قرضا حسنا لأكفرن عنكم سيئاتكم ولأدخلنكم جنات تجري من تحتها الأنهار فمن كفر بعد ذلك منكم فقد ضل سواء السبيل |
| | | God was een verdrag met de Israëlieten aangegaan en Wij riepen uit hun midden twaalf aanvoerders op. En God zei: "Ik ben met jullie. Als jullie de salaat verrichten, de zakaat geven, in Mijn gezanten geloven, hen bijstaan en God een mooie lening geven, dan zal Ik jullie je slechte daden kwijtschelden en jullie binnenvoeren in tuinen waar de rivieren onderdoor stromen. Wie van jullie daarna ongelovig is, die dwaalt af van de correcte weg." |
|
682 | 5 | 13 | فبما نقضهم ميثاقهم لعناهم وجعلنا قلوبهم قاسية يحرفون الكلم عن مواضعه ونسوا حظا مما ذكروا به ولا تزال تطلع على خائنة منهم إلا قليلا منهم فاعف عنهم واصفح إن الله يحب المحسنين |
| | | Maar, vanwege het verbreken van hun verdrag hebben Wij hen vervloekt en hun harten hard gemaakt. Zij verdraaien de woorden [door ze] uit hun verband [te halen] en zij zijn een deel vergeten van dat waartoe zij aangemaand waren. En jij zult steeds weer verraad van hen bespeuren, op enkelen van hen na. Reken het hun maar niet aan en scheld het kwijt. God bemint hen die goed doen. |
|
683 | 5 | 14 | ومن الذين قالوا إنا نصارى أخذنا ميثاقهم فنسوا حظا مما ذكروا به فأغرينا بينهم العداوة والبغضاء إلى يوم القيامة وسوف ينبئهم الله بما كانوا يصنعون |
| | | En met hen die zeggen: "Wij zijn christenen" zijn Wij een verdrag aangegaan. Maar zij zijn een deel vergeten van dat waartoe zij aangemaand waren. Dus hebben Wij tussen hen vijandschap en haat tot aan de opstandingsdag laten ontstaan. God zal hun meedelen wat zij aan het doen waren. |
|