نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
656 | 4 | 163 | إنا أوحينا إليك كما أوحينا إلى نوح والنبيين من بعده وأوحينا إلى إبراهيم وإسماعيل وإسحاق ويعقوب والأسباط وعيسى وأيوب ويونس وهارون وسليمان وآتينا داوود زبورا |
| | | Wij hebben aan jou geopenbaard zoals Wij aan Noeh en de profeten na hem geopenbaard hebben. En Wij hebben geopenbaard aan Ibrahiem, Isma'iel, Ishaak, Ja'koeb en de stammen, 'Isa, Ajjoeb, Joenoes, Haroen, Soelaimaan -- en Wij hebben aan Dawoed een Zaboer gegeven -- |
|
657 | 4 | 164 | ورسلا قد قصصناهم عليك من قبل ورسلا لم نقصصهم عليك وكلم الله موسى تكليما |
| | | aan gezanten over wie Wij jou vroeger al verteld hebben en aan gezanten over wie Wij jou niet verteld hebben, -- en God heeft tot Moesa echt gesproken -- |
|
658 | 4 | 165 | رسلا مبشرين ومنذرين لئلا يكون للناس على الله حجة بعد الرسل وكان الله عزيزا حكيما |
| | | gezanten als verkondigers van goed nieuws en als waarschuwers, opdat de mensen tegen God geen argument zouden hebben na [het optreden van] de gezanten. God is machtig en wijs. |
|
659 | 4 | 166 | لكن الله يشهد بما أنزل إليك أنزله بعلمه والملائكة يشهدون وكفى بالله شهيدا |
| | | Maar God getuigt over wat Hij naar jou heeft neergezonden; Hij heeft het neergezonden met Zijn wetenschap. Ook de engelen getuigen; maar God is goed genoeg als getuige. |
|
660 | 4 | 167 | إن الذين كفروا وصدوا عن سبيل الله قد ضلوا ضلالا بعيدا |
| | | Zij die ongelovig zijn en de weg van God versperren zijn ver afgedwaald. |
|
661 | 4 | 168 | إن الذين كفروا وظلموا لم يكن الله ليغفر لهم ولا ليهديهم طريقا |
| | | Zij die ongelovig zijn en onrecht plegen, het komt God niet toe om hun te vergeven, noch om hen op een weg te leiden, |
|
662 | 4 | 169 | إلا طريق جهنم خالدين فيها أبدا وكان ذلك على الله يسيرا |
| | | behalve dan de weg naar de hel, daarin zullen zij voor immer en altijd blijven; dat is voor God gemakkelijk. |
|
663 | 4 | 170 | يا أيها الناس قد جاءكم الرسول بالحق من ربكم فآمنوا خيرا لكم وإن تكفروا فإن لله ما في السماوات والأرض وكان الله عليما حكيما |
| | | O mensen, de gezant is tot jullie gekomen met de waarheid van jullie Heer. Gelooft dan, het is beter voor jullie. Maar als jullie ongelovig zijn -- van God is wat er in de hemelen en wat er op de aarde is. God is wetend en wijs. |
|
664 | 4 | 171 | يا أهل الكتاب لا تغلوا في دينكم ولا تقولوا على الله إلا الحق إنما المسيح عيسى ابن مريم رسول الله وكلمته ألقاها إلى مريم وروح منه فآمنوا بالله ورسله ولا تقولوا ثلاثة انتهوا خيرا لكم إنما الله إله واحد سبحانه أن يكون له ولد له ما في السماوات وما في الأرض وكفى بالله وكيلا |
| | | Mensen van het boek! Gaat niet te ver in jullie godsdienst en zegt over God alleen maar de waarheid. De masieh 'Isa, de zoon van Marjam is Gods gezant en Zijn woord dat Hij richtte tot Marjam en een geest bij Hem vandaan. Gelooft dan in God en Zijn gezanten en zegt niet: "Drie." Houdt daarmee op, het is beter voor jullie. Immers, God is één god. Geprezen zij Hij! Dat Hij een kind zou hebben! Van Hem is wat er in de hemelen en wat er op de aarde is. God is goed genoeg als voogd. |
|
665 | 4 | 172 | لن يستنكف المسيح أن يكون عبدا لله ولا الملائكة المقربون ومن يستنكف عن عبادته ويستكبر فسيحشرهم إليه جميعا |
| | | De masieh versmaadt het niet een dienaar van God te zijn, ook de engelen niet die in [Zijn] nabijheid gebracht zijn. Wie het versmaden Hem te dienen en hoogmoedig zijn, die zal Hij allen tot zich verzamelen. |
|