نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
595 | 4 | 102 | وإذا كنت فيهم فأقمت لهم الصلاة فلتقم طائفة منهم معك وليأخذوا أسلحتهم فإذا سجدوا فليكونوا من ورائكم ولتأت طائفة أخرى لم يصلوا فليصلوا معك وليأخذوا حذرهم وأسلحتهم ود الذين كفروا لو تغفلون عن أسلحتكم وأمتعتكم فيميلون عليكم ميلة واحدة ولا جناح عليكم إن كان بكم أذى من مطر أو كنتم مرضى أن تضعوا أسلحتكم وخذوا حذركم إن الله أعد للكافرين عذابا مهينا |
| | | En wanneer jij bij hen bent en voor hen [als voorganger] de salaat verricht, dan moet een groep van hen met jou de salaat verrichten en zij moeten hun wapens bij zich houden. Wanneer zij zich eerbiedig neerbuigen moeten zij achter jou zijn. Dan moet de andere groep komen die de salaat niet gebeden heeft. Zij moeten dan met jou de salaat bidden en zij moeten hun voorzorgsmaatregelen treffen en hun wapens bij zich houden. Zij die ongelovig zijn zouden graag willen dat jullie niet op jullie wapens en goederen zouden letten, zodat zij in één keer een uitval tegen jullie konden doen. Het is geen vergrijp voor jullie als jullie last van de regen hebben of ziek zijn om dan de wapens af te leggen. Maar treft voorzorgsmaatregelen. God heeft voor de ongelovigen een vernederende bestraffing klaargemaakt. |
|
596 | 4 | 103 | فإذا قضيتم الصلاة فاذكروا الله قياما وقعودا وعلى جنوبكم فإذا اطمأننتم فأقيموا الصلاة إن الصلاة كانت على المؤمنين كتابا موقوتا |
| | | En wanneer jullie de salaat beëindigd hebben, gedenkt dan God staand, zittend en op jullie zij liggend. Wanneer jullie dan weer rust hebben verricht dan de salaat. De salaat is voor de gelovigen een voorschrift voor bepaalde tijden. |
|
597 | 4 | 104 | ولا تهنوا في ابتغاء القوم إن تكونوا تألمون فإنهم يألمون كما تألمون وترجون من الله ما لا يرجون وكان الله عليما حكيما |
| | | Versaagt niet in de achtervolging van de mensen. Als jullie pijn lijden dan lijden zij net zoals jullie pijn, maar jullie hopen van God wat zij niet kunnen hopen. God is wetend en wijs. |
|
598 | 4 | 105 | إنا أنزلنا إليك الكتاب بالحق لتحكم بين الناس بما أراك الله ولا تكن للخائنين خصيما |
| | | Wij hebben het boek met de waarheid naar jou neergezonden, opdat jij tussen de mensen oordeelt met wat God jou heeft getoond. En wees geen voorvechter voor de verraders. |
|
599 | 4 | 106 | واستغفر الله إن الله كان غفورا رحيما |
| | | En vraag God om vergeving. God is vergevend en barmhartig. |
|
600 | 4 | 107 | ولا تجادل عن الذين يختانون أنفسهم إن الله لا يحب من كان خوانا أثيما |
| | | Pleit niet ten gunste van hen die aan zichzelf verraad plegen. God bemint niet wie een verrader en een zondaar is. |
|
601 | 4 | 108 | يستخفون من الناس ولا يستخفون من الله وهو معهم إذ يبيتون ما لا يرضى من القول وكان الله بما يعملون محيطا |
| | | Zij verbergen zich voor de mensen, maar zij kunnen zich niet voor God verbergen, want Hij is bij hen wanneer zij heimelijk besluiten iets te zeggen wat Hem niet welgevallig is. God omvat wat zij doen. |
|
602 | 4 | 109 | ها أنتم هؤلاء جادلتم عنهم في الحياة الدنيا فمن يجادل الله عنهم يوم القيامة أم من يكون عليهم وكيلا |
| | | Zo is dat met jullie; zij zijn het voor wie jullie in het tegenwoordige leven gepleit hebben, maar wie zal op de opstandingsdag voor hen bij God pleiten of wie zal voor hen garant staan? |
|
603 | 4 | 110 | ومن يعمل سوءا أو يظلم نفسه ثم يستغفر الله يجد الله غفورا رحيما |
| | | Wie iets slechts doet of zichzelf onrecht aandoet en dan God om vergeving vraagt zal merken dat God vergevend en barmhartig is. |
|
604 | 4 | 111 | ومن يكسب إثما فإنما يكسبه على نفسه وكان الله عليما حكيما |
| | | En wie een zonde begaat, begaat die slechts ten koste van zichzelf. God is wetend en wijs. |
|