نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
567 | 4 | 74 | فليقاتل في سبيل الله الذين يشرون الحياة الدنيا بالآخرة ومن يقاتل في سبيل الله فيقتل أو يغلب فسوف نؤتيه أجرا عظيما |
| | | Laten zij die het tegenwoordige leven verkopen voor het hiernamaals dan strijden op Gods weg en wie op Gods weg strijdt en gedood wordt of de overwinning behaalt, hem zullen Wij een geweldig loon geven. |
|
568 | 4 | 75 | وما لكم لا تقاتلون في سبيل الله والمستضعفين من الرجال والنساء والولدان الذين يقولون ربنا أخرجنا من هذه القرية الظالم أهلها واجعل لنا من لدنك وليا واجعل لنا من لدنك نصيرا |
| | | Wat hebben jullie dat jullie niet op Gods weg strijden en ook niet voor die onderdrukte mannen, vrouwen en kinderen die zeggen: "Onze Heer, breng ons uit deze stad waarvan de inwoners onrecht plegen en breng ons van Uw kant een beschermer en breng ons van Uw kant een helper." |
|
569 | 4 | 76 | الذين آمنوا يقاتلون في سبيل الله والذين كفروا يقاتلون في سبيل الطاغوت فقاتلوا أولياء الشيطان إن كيد الشيطان كان ضعيفا |
| | | Zij die geloven strijden op Gods weg en zij die ongelovig zijn strijden op de weg van de Taghoet. Bestrijdt de aanhangers van de satan. De list van de satan is maar zwak! |
|
570 | 4 | 77 | ألم تر إلى الذين قيل لهم كفوا أيديكم وأقيموا الصلاة وآتوا الزكاة فلما كتب عليهم القتال إذا فريق منهم يخشون الناس كخشية الله أو أشد خشية وقالوا ربنا لم كتبت علينا القتال لولا أخرتنا إلى أجل قريب قل متاع الدنيا قليل والآخرة خير لمن اتقى ولا تظلمون فتيلا |
| | | Heb jij niet gezien naar hen tot wie gezegd is: "Houdt jullie handen in bedwang, verricht de salaat en geeft de zakaat"? Toen hun dan voorgeschreven werd te strijden, toen was er opeens een groep onder hen die de mensen evenzeer als God vreesde, of nog meer, en die zeiden: "Onze Heer, waarom hebt U ons voorgeschreven te strijden? Had U ons niet nog een kort uitstel kunnen verlenen?" Zeg: "Het genot van het tegenwoordige leven is gering, maar het hiernamaals is beter voor wie godvrezend is en jullie wordt nog geen vezeltje onrecht aangedaan. |
|
571 | 4 | 78 | أينما تكونوا يدرككم الموت ولو كنتم في بروج مشيدة وإن تصبهم حسنة يقولوا هذه من عند الله وإن تصبهم سيئة يقولوا هذه من عندك قل كل من عند الله فمال هؤلاء القوم لا يكادون يفقهون حديثا |
| | | Waar jullie ook zijn, de dood zal jullie bereiken ook al zijn jullie in hooggebouwde burchten." En als hen iets goeds treft zeggen zij: "Dit komt van God." En als hen iets slechts treft zeggen zij: "Dit komt van jou." Zeg: "Alles komt van God." Wat is er met deze mensen aan de hand dat zij een bericht nauwelijks begrijpen? |
|
572 | 4 | 79 | ما أصابك من حسنة فمن الله وما أصابك من سيئة فمن نفسك وأرسلناك للناس رسولا وكفى بالله شهيدا |
| | | Het goede dat jou treft, dat komt van God en het slechte dat jou treft, dat komt van jezelf. Wij hebben jou als gezant tot de mensen gezonden. God is goed genoeg als getuige. |
|
573 | 4 | 80 | من يطع الرسول فقد أطاع الله ومن تولى فما أرسلناك عليهم حفيظا |
| | | Wie de gezant gehoorzaamt, die gehoorzaamt God en wie zich afkeert? Wij hebben jou niet gezonden als iemand die over hen waakt. |
|
574 | 4 | 81 | ويقولون طاعة فإذا برزوا من عندك بيت طائفة منهم غير الذي تقول والله يكتب ما يبيتون فأعرض عنهم وتوكل على الله وكفى بالله وكيلا |
| | | En zij zeggen:"Gehoorzaamheid!" Maar als zij bij jou wegtrekken dan besluit een groep van hen heimelijk iets anders dan zij zeggen, maar God schrijft op wat zij heimelijk besluiten. Wend je dus van hen af en stel je vertrouwen op God. God is goed genoeg als voogd. |
|
575 | 4 | 82 | أفلا يتدبرون القرآن ولو كان من عند غير الله لوجدوا فيه اختلافا كثيرا |
| | | Overpeinzen zij de Koran dan niet? Als hij van een ander dan God [gekomen] was dan zouden zij er veel tegenstrijdigs in vinden. |
|
576 | 4 | 83 | وإذا جاءهم أمر من الأمن أو الخوف أذاعوا به ولو ردوه إلى الرسول وإلى أولي الأمر منهم لعلمه الذين يستنبطونه منهم ولولا فضل الله عليكم ورحمته لاتبعتم الشيطان إلا قليلا |
| | | En wanneer tot hen een bericht over veiligheid of vrees komt, dan verspreiden zij het. Als ze het echter naar de gezant en naar de gezagdragers onder hen verwezen hadden dan zouden zij uit hun midden die gevolgtrekkingen kunnen maken, er kennis van hebben kunnen nemen. En zonder Gods goedgunstigheid jegens jullie en Zijn barmhartigheid zouden jullie op enkelen na de satan gevolgd hebben. |
|