نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
5219 | 65 | 2 | فإذا بلغن أجلهن فأمسكوهن بمعروف أو فارقوهن بمعروف وأشهدوا ذوي عدل منكم وأقيموا الشهادة لله ذلكم يوعظ به من كان يؤمن بالله واليوم الآخر ومن يتق الله يجعل له مخرجا |
| | | En als zij haren bepaalden tijd zullen hebben vervuld, houdt haar dan vriendelijk terug of scheid welwillend van haar; en neem menschen van geloofwaardigheid als getuigen onder u; en geef uwe verklaring, ten aanhoore Gods. Deze vermaning is dengeen gegeven, die in God en den laatsten dag gelooft en God vreest. Aan hem zal hij eene gelukkige uitkomst in al zijne bedroefenissen schenken, |
|
5220 | 65 | 3 | ويرزقه من حيث لا يحتسب ومن يتوكل على الله فهو حسبه إن الله بالغ أمره قد جعل الله لكل شيء قدرا |
| | | En hij zal hem een ruimen voorraad geven, van waar hij dien niet verwacht. En wie op God vertrouwt, voor dien zal hij een toereikende beschermer zijn; want God zal zekerlijk zijn doel bereiken. Thans heeft God voor elke zaak een bepaalden tijd vastgesteld. |
|
5221 | 65 | 4 | واللائي يئسن من المحيض من نسائكم إن ارتبتم فعدتهن ثلاثة أشهر واللائي لم يحضن وأولات الأحمال أجلهن أن يضعن حملهن ومن يتق الله يجعل له من أمره يسرا |
| | | Wat uwe vrouwen betreft die, uithoofde van haren ouderdom aan hare regels wanhopen; indien gij daaromtrent in twijfel verkeert, laat haar bepaalde tijd dan drie maanden zijn, en laat dit eveneens de bepaalde tijd wezen voor degenen, die hare regels nog niet hebben gehad. Maar wat haar betreft, die zwanger zijn, heur bepaalde tijd zal wezen, als zij verlost zullen zijn. En voor dengeen, die God vreest, zal hij zijn gebod gemakkelijk maken. |
|
5222 | 65 | 5 | ذلك أمر الله أنزله إليكم ومن يتق الله يكفر عنه سيئاته ويعظم له أجرا |
| | | Dit is het bevel van God, dat hij u heeft nedergezonden, en degeen, die God vreest, zal door hem van zijne slechte daden worden gezuiverd, en God zal zijne belooning vermeerderen. |
|
5223 | 65 | 6 | أسكنوهن من حيث سكنتم من وجدكم ولا تضاروهن لتضيقوا عليهن وإن كن أولات حمل فأنفقوا عليهن حتى يضعن حملهن فإن أرضعن لكم فآتوهن أجورهن وأتمروا بينكم بمعروف وإن تعاسرتم فسترضع له أخرى |
| | | Vergun de vrouwen, van welke gij scheidt in een gedeelte der huizen te wonen, waarin gij woont, overeenkomstig de ruimte en de gemakken der woningen, welke gij bezit, en maakt het haar niet ongemakkelijk, door haar te zeer te beperken. Indien zij zwanger zijn, schenkt haar dan het noodige, tot zij van haren last zijn verlost. Indien zij hare kinderen voor u zoogen, geeft haar dan het loon, en raadpleegt elkander, nopens hetgeen rechtvaardig en billijk zal zijn. Indien gij hierin op eene moeilijkheid stoot, laat dan eene andere vrouw het kind voor haar zoogen. |
|
5224 | 65 | 7 | لينفق ذو سعة من سعته ومن قدر عليه رزقه فلينفق مما آتاه الله لا يكلف الله نفسا إلا ما آتاها سيجعل الله بعد عسر يسرا |
| | | Laat hem, die overvloed heeft, naar evenredigheid van zijn overvloed in het onderhoud van de moeder en de min voorzien, en laat hem, wiens inkomsten beperkt zijn, geven, overeenkomstig datgene wat God hem heeft geschonken. God verplicht niemand tot vervulling van meer dat van datgene, waartoe God hem heeft in staat gesteld. Hij zal de armoede door rijkdom doen opvolgen. |
|
5225 | 65 | 8 | وكأين من قرية عتت عن أمر ربها ورسله فحاسبناها حسابا شديدا وعذبناها عذابا نكرا |
| | | Hoevele steden hebben zich van het bevel van hunnen Heer en zijn gezant afgewend! Daarom riepen wij hen tot eene gestrenge verantwoording, en wij kastijdden hen met eene gestrenge kastijding. |
|
5226 | 65 | 9 | فذاقت وبال أمرها وكان عاقبة أمرها خسرا |
| | | Zij ondervonden het slechte gevolg hunner zaak; en het einde hunner zaak was hun ondergang. |
|
5227 | 65 | 10 | أعد الله لهم عذابا شديدا فاتقوا الله يا أولي الألباب الذين آمنوا قد أنزل الله إليكم ذكرا |
| | | God heeft een gestrenge straf voor hen gereed gemaakt; vreest dus God, gij die met verstand zijt begaafd. O ware geloovigen! thans heeft God u eene vermaning nedergezonden |
|
5228 | 65 | 11 | رسولا يتلو عليكم آيات الله مبينات ليخرج الذين آمنوا وعملوا الصالحات من الظلمات إلى النور ومن يؤمن بالله ويعمل صالحا يدخله جنات تجري من تحتها الأنهار خالدين فيها أبدا قد أحسن الله له رزقا |
| | | En een gezant, om u Gods duidelijke teekenen te verkondigen, ten einde hen, die gelooven en goede werken doen, van de duisternis in het licht te leiden. Wie in God gelooft, en doet wat recht is, dien zal hij in tuinen leiden, waarin rivieren stroomen, om daarin voor eeuwig te verblijven; aldus heeft God eene uitmuntende belooning voor hem gereed gemaakt. |
|