نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
5185 | 62 | 8 | قل إن الموت الذي تفرون منه فإنه ملاقيكم ثم تردون إلى عالم الغيب والشهادة فينبئكم بما كنتم تعملون |
| | | Zeg: De dood dien gij ontvlucht, zal u zekerlijk eens overvallen; dan zult gij voor Hem gebracht worden, die zoowel datgene kent wat verborgen, als wat ontdekt is, en hij zal u verklaren, wat gij gedaan hebt. |
|
5186 | 62 | 9 | يا أيها الذين آمنوا إذا نودي للصلاة من يوم الجمعة فاسعوا إلى ذكر الله وذروا البيع ذلكم خير لكم إن كنتم تعلمون |
| | | O ware geloovigen! als gij, op den dag der vergadering, tot het gebed wordt opgeroepen, spoedt u dan God te herdenken, en verlaat den koophandel. Dit zal beter voor u zijn, indien gij het wist. |
|
5187 | 62 | 10 | فإذا قضيت الصلاة فانتشروا في الأرض وابتغوا من فضل الله واذكروا الله كثيرا لعلكم تفلحون |
| | | En als het gebed is geëindigd, verspreidt u dan door het land als gij wilt; tracht daar Gods vrijgevigheid te winnen, en gedenk God dikwijls, opdat gij voorspoed moogt genieten. |
|
5188 | 62 | 11 | وإذا رأوا تجارة أو لهوا انفضوا إليها وتركوك قائما قل ما عند الله خير من اللهو ومن التجارة والله خير الرازقين |
| | | Maar als zij slechts eenigen handel of vermaak zien, spoeden zij zich daarheen en verlaten u, terwijl gij op den kansel staat. Zeg: De belooning die met God is, is beter dan eenig vermaak of eenige koopwaar. God is de beste uitdeeler van schatten. |
|
5189 | 63 | 1 | بسم الله الرحمن الرحيم إذا جاءك المنافقون قالوا نشهد إنك لرسول الله والله يعلم إنك لرسوله والله يشهد إن المنافقين لكاذبون |
| | | Als de huichelaars tot u komen, zeggen zij: Wij leggen de getuigenis af, dat gij werkelijk Gods gezant zijt. En God weet, dat gij inderdaad zijn gezant zijt; maar God legt de getuigenis af, dat de huichelaars zekerlijk leugenaars zijn. |
|
5190 | 63 | 2 | اتخذوا أيمانهم جنة فصدوا عن سبيل الله إنهم ساء ما كانوا يعملون |
| | | Zij hebben hunne eeden tot een kleed gekozen, en leiden anderen van Gods weg af. Hoe snood is hetgeen zij doen! |
|
5191 | 63 | 3 | ذلك بأنهم آمنوا ثم كفروا فطبع على قلوبهم فهم لا يفقهون |
| | | Dit is nopens hen verklaard, omdat zij geloofden en daarna ongeloovigen werden, daarom is een zegel op hunne harten gelegd, en zij zullen niet begrijpen. |
|
5192 | 63 | 4 | وإذا رأيتهم تعجبك أجسامهم وإن يقولوا تسمع لقولهم كأنهم خشب مسندة يحسبون كل صيحة عليهم هم العدو فاحذرهم قاتلهم الله أنى يؤفكون |
| | | Indien gij hen beschouwt, zal hun uiterlijk u behagen, en als zij spreken, hoort gij hunne taal met genoegen. Zij gelijken op stukken van balken, die tegen een muur zijn geplaatst. Zij gelooven dat iedere kreet tegen hen gericht is. Zij zijne uwe vijanden; neemt u dus voor hen in acht; God vloekt hen. Hoezeer zijn zij van de waarheid afgewend. |
|
5193 | 63 | 5 | وإذا قيل لهم تعالوا يستغفر لكم رسول الله لووا رءوسهم ورأيتهم يصدون وهم مستكبرون |
| | | En als er tot hen wordt gezegd: Komt, opdat Gods gezant vergiffenis voor u moge vragen, dan wenden zij hunne hoofden af, en gij ziet hoe zij zich met verontwaardiging verwijderen. |
|
5194 | 63 | 6 | سواء عليهم أستغفرت لهم أم لم تستغفر لهم لن يغفر الله لهم إن الله لا يهدي القوم الفاسقين |
| | | Het zal voor hen hetzelfde zijn, of gij al dan niet vergiffenis voor hen vraagt, God zal hen op geenerlei wijze vergeven; want God leidt de verdorvenen niet. |
|