نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
5159 | 60 | 9 | إنما ينهاكم الله عن الذين قاتلوكم في الدين وأخرجوكم من دياركم وظاهروا على إخراجكم أن تولوهم ومن يتولهم فأولئك هم الظالمون |
| | | Allah verbiedt jullie wel degenen te bevrienden die jullie hebben bestreden vanwege de godsdienst, en die jullie hebben verdreven uit jullie woonplaatsen en die (anderen) hebben geholpen om jullie te verdrijven. En wie hen tot vriend neemt: zij zijn degenen die de onrechtplegers zijn. |
|
5160 | 60 | 10 | يا أيها الذين آمنوا إذا جاءكم المؤمنات مهاجرات فامتحنوهن الله أعلم بإيمانهن فإن علمتموهن مؤمنات فلا ترجعوهن إلى الكفار لا هن حل لهم ولا هم يحلون لهن وآتوهم ما أنفقوا ولا جناح عليكم أن تنكحوهن إذا آتيتموهن أجورهن ولا تمسكوا بعصم الكوافر واسألوا ما أنفقتم وليسألوا ما أنفقوا ذلكم حكم الله يحكم بينكم والله عليم حكيم |
| | | O jullie die geloven, als er gelovige vrouwen, als uitgewekenen, tot jullie gekomen zijn, ondervraagt hen dan. Allah kent hun geloof het beste. Als jullie dan zeker weten dat zij gelovigen zijn, stuurt hen dan niet terug naar de ongelovigen. Zij zijn niet toegestaan voor hen (de ongelovige mannen), en zij (de ongelovige mannen) zijn niet toegestaan voor hen (de gelovige vrouwen). En geeft hun (de ongelovige mannen) wat zij (aan bruidschat) hebben uitgegeven. En er is geen zonde voor jullie als jullie hun hun bruidschat geven om hen te huwen. En houdt niet vast aan de huwelijksbanden met de ongelovige vrouwen. En vraagt terug wat jullie hebben uitgegeven (aan bruidschat aan de ongelovige vrouwen) en laat hen (de ongelovige mannen) vragen om wat zij hebben uitgegeven. Dat is de Wet van Allah, die Hij tussen jullie bepaald heeft. En Allah is Alwetend, Alwijs. |
|
5161 | 60 | 11 | وإن فاتكم شيء من أزواجكم إلى الكفار فعاقبتم فآتوا الذين ذهبت أزواجهم مثل ما أنفقوا واتقوا الله الذي أنتم به مؤمنون |
| | | En als een van jullie echtgenotes is weggelopen naar de ongelovigen, en jullie (de ongelovigen) vervolgens hebben gestraft, geeft dan (van de oorlogsbuit) aan hen wiens echtgenotes zijn weggelopen, zoveel als zij hebben uitgegeven (aan bruidschat). En vreest Allah, Degene in Wie jullie geloven. |
|
5162 | 60 | 12 | يا أيها النبي إذا جاءك المؤمنات يبايعنك على أن لا يشركن بالله شيئا ولا يسرقن ولا يزنين ولا يقتلن أولادهن ولا يأتين ببهتان يفترينه بين أيديهن وأرجلهن ولا يعصينك في معروف فبايعهن واستغفر لهن الله إن الله غفور رحيم |
| | | O Boodschapper, als de gelovige vrouwen tot jou gekomen zijn om trouw aan jou te zweren, (zwerend) dat zij geen deelgenoot aan Allah toekennen, en niet stelen en geen ontucht plegen en hun kinderen niet vermoorden, en geen leugen verzinnen over wat tussen hun handen en hun voeten is, en dat zij jou niet in het goede ongehoorzaam zijn: aanvaard dan hun trouw en vraag voor hen vergeving aan Allah. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. |
|
5163 | 60 | 13 | يا أيها الذين آمنوا لا تتولوا قوما غضب الله عليهم قد يئسوا من الآخرة كما يئس الكفار من أصحاب القبور |
| | | O jullie die geloven, neemt geen volk waarop Allah vertoornd is tot vrienden. Waarlijk, zij wanhopen aan het Hiernamaals, zoals de ongelovigen wanhopen aan (de opwekking van) de bewoners van de graven. |
|
5164 | 61 | 1 | بسم الله الرحمن الرحيم سبح لله ما في السماوات وما في الأرض وهو العزيز الحكيم |
| | | Wat er in de hemelen en op de aarde is prijst de Glorie van Allah. En Hij is de Almachtige, de Alwijze. |
|
5165 | 61 | 2 | يا أيها الذين آمنوا لم تقولون ما لا تفعلون |
| | | O jullie die geloven, waarom zeggen jullie wat jullie niet doen? |
|
5166 | 61 | 3 | كبر مقتا عند الله أن تقولوا ما لا تفعلون |
| | | Groot is de woede bij Allah dat jullie zeggen wat jullie niet doen. |
|
5167 | 61 | 4 | إن الله يحب الذين يقاتلون في سبيله صفا كأنهم بنيان مرصوص |
| | | Voorwaar, Allah houdt van degenen die in slagorde strijden op Zijn Weg, alsof zij een hecht gevoegd bouwwerk zijn. |
|
5168 | 61 | 5 | وإذ قال موسى لقومه يا قوم لم تؤذونني وقد تعلمون أني رسول الله إليكم فلما زاغوا أزاغ الله قلوبهم والله لا يهدي القوم الفاسقين |
| | | En (gedenkt) toen Môesa tot zijn volk zei: "O mijn volk, waarom kwetsen jullie mij terwijl jullie waarlijk weten dat ik voor jullie de Boodschapper van Allah ben?" Toen zij dwaling verkozen liet Allah hun harten dwalen. En Allah leidt het zwaar zondige volk niet. |
|