بسم الله الرحمن الرحيم

نتائج البحث: 6236
ترتيب الآيةرقم السورةرقم الآيةالاية
5151601بسم الله الرحمن الرحيم يا أيها الذين آمنوا لا تتخذوا عدوي وعدوكم أولياء تلقون إليهم بالمودة وقد كفروا بما جاءكم من الحق يخرجون الرسول وإياكم أن تؤمنوا بالله ربكم إن كنتم خرجتم جهادا في سبيلي وابتغاء مرضاتي تسرون إليهم بالمودة وأنا أعلم بما أخفيتم وما أعلنتم ومن يفعله منكم فقد ضل سواء السبيل
O ware geloovigen! kiest mijne vijanden en uwe vijanden niet tot uwe vrienden. Betoont hun geene vriendschap, nu zij niet de waarheid gelooven, die tot u is gekomen; en den gezant en u zelven uit uwe geboortestad hebben verdreven, omdat gij in God uwen Heer gelooft. Indien gij uit uwe woonplaatsen vertrekt ter verdediging van mijnen godsdienst en uit begeerte mij te behagen, en hun in het verborgen vriendschap betoont, waarlijk, ik ken wel wat gij verbergt en wat gij ontdekt; en gij die dit doet, is reeds van den rechten weg afgedwaald.
5152602إن يثقفوكم يكونوا لكم أعداء ويبسطوا إليكم أيديهم وألسنتهم بالسوء وودوا لو تكفرون
Indien zij u slechts ergens ontmoeten, zullen zij uwe vijanden zijn; zij zullen hunne handen en hunne tongen met boosheid naar u uitstrekken, en zij begeeren ernstig, dat gij ongeloovigen zult worden.
5153603لن تنفعكم أرحامكم ولا أولادكم يوم القيامة يفصل بينكم والله بما تعملون بصير
Noch uwe bloedverwanten, noch uwe kinderen zullen u van eenig nut zijn op den dag der opstanding, die u van elkander zal scheiden: en God ziet wat gij doet.
5154604قد كانت لكم أسوة حسنة في إبراهيم والذين معه إذ قالوا لقومهم إنا برآء منكم ومما تعبدون من دون الله كفرنا بكم وبدا بيننا وبينكم العداوة والبغضاء أبدا حتى تؤمنوا بالله وحده إلا قول إبراهيم لأبيه لأستغفرن لك وما أملك لك من الله من شيء ربنا عليك توكلنا وإليك أنبنا وإليك المصير
Gij hebt een uitmuntend voorbeeld in Abraham, en zij die met hem waren, toen zij tot hun volk zeiden: Waarlijk wij zijn onschuldig aan u en aan de afgoden, welke gij naast God vereert; wij hebben afstand van u gedaan (u verloochend; en er is voor eeuwig haat en vijandschap tusschen ons gekomen, tot gij in God alleen gelooft. Doch gij zult Abraham niet navolgen in hetgeen hij tot zijn vader zeide: Waarlijk ik wil vergiffenis voor u vragen; maar ik kan niets ten uwen behoeve van God verkrijgen. O Heer! in u vertrouwen wij, en tot u zijn wij gewend, en voor u zullen wij hiernamaals worden verzameld.
5155605ربنا لا تجعلنا فتنة للذين كفروا واغفر لنا ربنا إنك أنت العزيز الحكيم
O Heer! leid ons niet in verzoeking door hen die niet gelooven, en vergeef ons, o Heer! want gij zijt de Machtige, en de Wijze.
5156606لقد كان لكم فيهم أسوة حسنة لمن كان يرجو الله واليوم الآخر ومن يتول فإن الله هو الغني الحميد
Waarlijk, gij hebt een uitmuntend voorbeeld in hen en in hem; gij die op God en den jongsten dag vertrouwt. Maar hij die zich afwendt, waarlijk, God is almachtig en lofwaardig.
5157607عسى الله أن يجعل بينكم وبين الذين عاديتم منهم مودة والله قدير والله غفور رحيم
Misschien zal God vriendschap doen onstaan tusschen u en hen, welke gij thans voor uwe vijanden houdt; want God is machtig, en God is vergevensgezind en barmhartig.
5158608لا ينهاكم الله عن الذين لم يقاتلوكم في الدين ولم يخرجوكم من دياركم أن تبروهم وتقسطوا إليهم إن الله يحب المقسطين
Wat hen betreft, die geene wapenen tegen u hebben gevoerd wegens den godsdienst, en u niet uit uwe woningen verdreven hebben. God verbiedt u niet, hen vriendschappelijk te behandelen en rechtvaardig jegens hen te zijn.
5159609إنما ينهاكم الله عن الذين قاتلوكم في الدين وأخرجوكم من دياركم وظاهروا على إخراجكم أن تولوهم ومن يتولهم فأولئك هم الظالمون
Doch wat degenen betreft, die u om uwen godsdienst bestreden en u uit uwe woningen verdreven, of daartoe mede geholpen hebben, verbiedt God u vriendschap met hen aan te knoopen, en wie het doen, zijn snoodaards.
51606010يا أيها الذين آمنوا إذا جاءكم المؤمنات مهاجرات فامتحنوهن الله أعلم بإيمانهن فإن علمتموهن مؤمنات فلا ترجعوهن إلى الكفار لا هن حل لهم ولا هم يحلون لهن وآتوهم ما أنفقوا ولا جناح عليكم أن تنكحوهن إذا آتيتموهن أجورهن ولا تمسكوا بعصم الكوافر واسألوا ما أنفقتم وليسألوا ما أنفقوا ذلكم حكم الله يحكم بينكم والله عليم حكيم
O ware geloovigen! indien geloovige vrouwen als vluchtelingen tot u komen, beproeft haar: God is wel bekend met haar geloof. En als gij weet dat zij ware geloovigen zijn, zendt haar dan niet tot de ongeloovigen terug. Het is haar niet geoorloofd de ongeloovigen te huwen, en de ongeloovigen mogen haar niet huwen. Maar geeft haren ongeloovigen echtgenooten, wat zij voor hare bruidschatten zullen hebben besteed. Het is u geoorloofd haar te huwen; maar verzeker haar heuren bruidschat. Behoudt de ongeloovige vrouwen niet, maar vraagt datgene terug, wat gij besteed hebt voor den bruidschat van diegene uwer vrouwen, welke tot de ongeloovigen overloopen, en laat hen terugvragen, wat zij besteed hebben voor de bruidschatten hunner vrouwen, die tot u overloopen. Dit is Gods oordeel, hetgeen hij voor u vaststelt; en God is alwetend en wijs.


0 ... 505 506 507 508 509 510 511 512 513 514 516 517 518 519 520 521 522 523 524 ... 623

إنتاج هذه المادة أخد: 0.03 ثانية


المغرب.كووم © ٢٠٠٩ - ١٤٣٠ © الحـمـد لله الـذي سـخـر لـنا هـذا :: وقف لله تعالى وصدقة جارية

136422315276436432853682495839068533084