نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
5150 | 59 | 24 | هو الله الخالق البارئ المصور له الأسماء الحسنى يسبح له ما في السماوات والأرض وهو العزيز الحكيم |
| | | Hij is Allah, de Schepper, de Voortbrenger, de Vormer, aan Hem behoren de Schone Namen. Wat er in de hemelen en op de aarde is prijst Zijn Glorie. En Hij is de Almachtige, de Alwijze. |
|
5151 | 60 | 1 | بسم الله الرحمن الرحيم يا أيها الذين آمنوا لا تتخذوا عدوي وعدوكم أولياء تلقون إليهم بالمودة وقد كفروا بما جاءكم من الحق يخرجون الرسول وإياكم أن تؤمنوا بالله ربكم إن كنتم خرجتم جهادا في سبيلي وابتغاء مرضاتي تسرون إليهم بالمودة وأنا أعلم بما أخفيتم وما أعلنتم ومن يفعله منكم فقد ضل سواء السبيل |
| | | O jullie die geloven, neemt niet Mijn vijanden en jullie vijanden tot vrienden, aan wie jullie genegenheid betonen. Waarlijk, zij geloofden niet in wat tot jullie is gekomen van de Waarheid. Zij hebben de Boodschapper en jullie verdreven, omdat jullie in Allah, jullie Heer, geloven. Als jullie uittrekken, strijdend op Mijn weg, Mijn welbehagen zoekend, (bevriendt hen dan niet). Jullie verheimelijkten jullie genegenheid voor hen, maar Ik weet het beste wat jullie verborgen hielden en wat jullie openbaar maakten. En wie van jullie dit doet: waarlijk, die is afgedwaald van de rechte Weg. |
|
5152 | 60 | 2 | إن يثقفوكم يكونوا لكم أعداء ويبسطوا إليكم أيديهم وألسنتهم بالسوء وودوا لو تكفرون |
| | | Als zij de overhand over jullie krijgen, zullen zij vijanden voor jullie zijn. En zij zullen jullie met het kwaad raken door hun handen en hun tongen, en zij verlangen ernaar dat jullie niet zouden geloven. |
|
5153 | 60 | 3 | لن تنفعكم أرحامكم ولا أولادكم يوم القيامة يفصل بينكم والله بما تعملون بصير |
| | | Jullie bloedverwanten en jullie kinderen zullen jullie niet baten op de Dag der Opstanding. Hij (Allah) maakt een scheiding tussen jullie (en de ongelovigen). En Allah is Alziende over wat jullie doen. |
|
5154 | 60 | 4 | قد كانت لكم أسوة حسنة في إبراهيم والذين معه إذ قالوا لقومهم إنا برآء منكم ومما تعبدون من دون الله كفرنا بكم وبدا بيننا وبينكم العداوة والبغضاء أبدا حتى تؤمنوا بالله وحده إلا قول إبراهيم لأبيه لأستغفرن لك وما أملك لك من الله من شيء ربنا عليك توكلنا وإليك أنبنا وإليك المصير |
| | | Waarlijk, er was voor jullie een goed voorbeeld in Ibrâhîm en degenen die met hem waren, toen zij tot hun volk zeiden: "Wij zijn niet verantwoordelijk voor jullie en voor wat jullie naast Allah aanbidden. Wij geloven jullie niet en er is tussen ons en jullie vijandschap en haat ontstaan, voor altijd, tot jullie in Allah, de Enige geloven." Behalve het woord van Ibrâhîm tegen zijn vader: "Ik zal zeker voor u vergeving vragen, maar ik heb er voor u bij Allah niets over te zeggen." (Zij zeiden:) "Onze Heer, op U vertrouwen wij en tot U wenden wij ons in berouw en tot U is de terugkeer. |
|
5155 | 60 | 5 | ربنا لا تجعلنا فتنة للذين كفروا واغفر لنا ربنا إنك أنت العزيز الحكيم |
| | | Onze Heer, maak ons niet tot een beproeving voor degenen die ongelovig zijn en vergeef ons. Onze Heer, voorwaar, U bent de Almachtige, de Alwijze." |
|
5156 | 60 | 6 | لقد كان لكم فيهم أسوة حسنة لمن كان يرجو الله واليوم الآخر ومن يتول فإن الله هو الغني الحميد |
| | | Voorzeker, er was voor jullie in hen een goed voorbeeld, voor wie op (de beloning van) Allah hoopt en op de Laatste Dag. Maar wie zich afwendt: voorwaar, Allah is de Behoefteloze, de Geprezene. |
|
5157 | 60 | 7 | عسى الله أن يجعل بينكم وبين الذين عاديتم منهم مودة والله قدير والله غفور رحيم |
| | | Hopelijk zal Allah tussen jullie en degenen met wie jullie in vijandschap leven genegenheid brengen. En Allah is Almachtig. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. |
|
5158 | 60 | 8 | لا ينهاكم الله عن الذين لم يقاتلوكم في الدين ولم يخرجوكم من دياركم أن تبروهم وتقسطوا إليهم إن الله يحب المقسطين |
| | | Allah verbiedt jullie niet om met degenen die jullie niet bestrijden vanwege de godsdienst, en die jullie niet uit jullie woonplaatsen verdrijven, goed en rechtvaardig om te gaan. Voorwaar, Allah houdt van de rechtvaardigen. |
|
5159 | 60 | 9 | إنما ينهاكم الله عن الذين قاتلوكم في الدين وأخرجوكم من دياركم وظاهروا على إخراجكم أن تولوهم ومن يتولهم فأولئك هم الظالمون |
| | | Allah verbiedt jullie wel degenen te bevrienden die jullie hebben bestreden vanwege de godsdienst, en die jullie hebben verdreven uit jullie woonplaatsen en die (anderen) hebben geholpen om jullie te verdrijven. En wie hen tot vriend neemt: zij zijn degenen die de onrechtplegers zijn. |
|