نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
5127 | 59 | 1 | بسم الله الرحمن الرحيم سبح لله ما في السماوات وما في الأرض وهو العزيز الحكيم |
| | | Wat er in de hemelen is en wat er op de aarde is prijst God en Hij is de machtige, de wijze. |
|
5128 | 59 | 2 | هو الذي أخرج الذين كفروا من أهل الكتاب من ديارهم لأول الحشر ما ظننتم أن يخرجوا وظنوا أنهم مانعتهم حصونهم من الله فأتاهم الله من حيث لم يحتسبوا وقذف في قلوبهم الرعب يخربون بيوتهم بأيديهم وأيدي المؤمنين فاعتبروا يا أولي الأبصار |
| | | Hij is het die de ongelovigen van de mensen van het boek bij de eerste verzameling uit hun woningen heeft verdreven. Jullie dachten niet dat zij zouden vertrekken en zij dachten dat hun versterkingen hen tegen God konden beschermen. Maar God kwam tot hen waar zij er niet op rekenden en Hij joeg hun harten schrik aan zodat hun huizen door hen eigenhandig en door de handen van de gelovigen verwoest werden. Leert dan de les daaruit, jullie die inzicht hebben. |
|
5129 | 59 | 3 | ولولا أن كتب الله عليهم الجلاء لعذبهم في الدنيا ولهم في الآخرة عذاب النار |
| | | En als God voor hen niet de verbanning had voorgeschreven dan had Hij hen in de tegenwoordige wereld bestraft, maar in het hiernamaals is er voor hen de bestraffing van het vuur. |
|
5130 | 59 | 4 | ذلك بأنهم شاقوا الله ورسوله ومن يشاق الله فإن الله شديد العقاب |
| | | Dat is omdat zij God en Zijn gezant tegenwerken. En als iemand God tegenwerkt, dan is God streng in de afstraffing. |
|
5131 | 59 | 5 | ما قطعتم من لينة أو تركتموها قائمة على أصولها فبإذن الله وليخزي الفاسقين |
| | | Dat jullie palmen hebben omgehakt en op hun wortels hebben laten staan, gebeurde met Gods toestemming en opdat Hij de verdorvenen te schande maakte. |
|
5132 | 59 | 6 | وما أفاء الله على رسوله منهم فما أوجفتم عليه من خيل ولا ركاب ولكن الله يسلط رسله على من يشاء والله على كل شيء قدير |
| | | Wat God Zijn gezant aan van hen afkomstige buit gegeven heeft, dat hoefden jullie niet aan te sporen, paarden noch andere rijdieren. Maar God laat zijn gezant heersen over wie Hij wil; God is almachtig. |
|
5133 | 59 | 7 | ما أفاء الله على رسوله من أهل القرى فلله وللرسول ولذي القربى واليتامى والمساكين وابن السبيل كي لا يكون دولة بين الأغنياء منكم وما آتاكم الرسول فخذوه وما نهاكم عنه فانتهوا واتقوا الله إن الله شديد العقاب |
| | | En wat God Zijn gezant aan van de bewoners van de steden afkomstige buit gegeven heeft behoort God en Zijn gezant toe en de verwanten, de wezen, de behoeftigen en hij die onderweg is, opdat het niet in omloop komt bij de rijken onder jullie. Wat de gezant jullie geeft, neemt dat, maar wat hij jullie ontzegt, blijft daarvan af. En vreest God, want God is streng in de afstraffing. |
|
5134 | 59 | 8 | للفقراء المهاجرين الذين أخرجوا من ديارهم وأموالهم يبتغون فضلا من الله ورضوانا وينصرون الله ورسوله أولئك هم الصادقون |
| | | Het is ten bate van de arme uitgewekenen die uit hun woningen en van hun bezittingen verdreven zijn, want zij streven naar goedgunstigheid van God en welgevallen en zij helpen God en Zijn gezant; zij zijn de oprechten. |
|
5135 | 59 | 9 | والذين تبوءوا الدار والإيمان من قبلهم يحبون من هاجر إليهم ولا يجدون في صدورهم حاجة مما أوتوا ويؤثرون على أنفسهم ولو كان بهم خصاصة ومن يوق شح نفسه فأولئك هم المفلحون |
| | | En zij die al eerder dan zij in de woning gevestigd en in het geloof bevestigd waren beminnen hen die naar hen uitgeweken zijn; zij ondervinden in hun binnenste geen behoefte aan wat hun gegeven wordt en zij verkiezen hen boven zichzelf ook al hebben zij zelf gebrek. En wie voor de eigen hebzucht behoed worden, zij zijn het die het welgaat. |
|
5136 | 59 | 10 | والذين جاءوا من بعدهم يقولون ربنا اغفر لنا ولإخواننا الذين سبقونا بالإيمان ولا تجعل في قلوبنا غلا للذين آمنوا ربنا إنك رءوف رحيم |
| | | En zij die na hen gekomen zijn zeggen: "Onze Heer, vergeef ons en onze broeders die ons in het geloof zijn voorgegaan en laat geen wrok in onze harten komen jegens hen die geloven. Onze Heer, U bent vol mededogen en barmhartig." |
|