نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
5120 | 58 | 16 | اتخذوا أيمانهم جنة فصدوا عن سبيل الله فلهم عذاب مهين |
| | | Zij hebben hun eden als bescherming gebruikt en zo de weg van God versperd. Voor hen is er dus een vernederende bestraffing. |
|
5121 | 58 | 17 | لن تغني عنهم أموالهم ولا أولادهم من الله شيئا أولئك أصحاب النار هم فيها خالدون |
| | | Hun zullen hun bezittingen en hun kinderen bij God volstrekt niet baten. Zij zijn het die in het vuur thuishoren, waarin zij altijd zullen blijven, |
|
5122 | 58 | 18 | يوم يبعثهم الله جميعا فيحلفون له كما يحلفون لكم ويحسبون أنهم على شيء ألا إنهم هم الكاذبون |
| | | op de dag dat God hen allen opwekt. Zij zullen dan tot Hem zweren zoals zij tot jullie zweren en zij gaan ervan uit dat het ergens op gebaseerd is. Toch zijn zij de leugenaars. |
|
5123 | 58 | 19 | استحوذ عليهم الشيطان فأنساهم ذكر الله أولئك حزب الشيطان ألا إن حزب الشيطان هم الخاسرون |
| | | De satan heeft hen overmeesterd en hun Gods vermaning laten vergeten. Zij zijn de partij van de satan. En de partij van de satan, dat zijn de verliezers. |
|
5124 | 58 | 20 | إن الذين يحادون الله ورسوله أولئك في الأذلين |
| | | Zij die zich tegen God en Zijn gezant verzetten, zij zijn het die tot de diepst vernederden behoren. |
|
5125 | 58 | 21 | كتب الله لأغلبن أنا ورسلي إن الله قوي عزيز |
| | | God heeft opgeschreven: "Ik en Mijn gezant zullen zeker overwinnen." God is krachtig en machtig. |
|
5126 | 58 | 22 | لا تجد قوما يؤمنون بالله واليوم الآخر يوادون من حاد الله ورسوله ولو كانوا آباءهم أو أبناءهم أو إخوانهم أو عشيرتهم أولئك كتب في قلوبهم الإيمان وأيدهم بروح منه ويدخلهم جنات تجري من تحتها الأنهار خالدين فيها رضي الله عنهم ورضوا عنه أولئك حزب الله ألا إن حزب الله هم المفلحون |
| | | Jij zult geen mensen vinden die in God en de laatste dag geloven die vriendschappelijk omgaan met hen die zich tegen God en Zijn gezant verzetten, ook al zijn het hun vaders of hun zonen of hun broers of hun familieleden. Zij zijn het in wier harten Hij het geloof geschreven heeft en Hij versterkt hen met een geest bij Hem vandaan. En Hij laat hen tuinen binnengaan waar de rivieren onderdoor stromen; daarin zullen zij altijd blijven. God is met hen ingenomen en zij zijn met Hem ingenomen. Dat zijn zij, de partij van God. En de partij van God, dat zijn zij die het welgaat. |
|
5127 | 59 | 1 | بسم الله الرحمن الرحيم سبح لله ما في السماوات وما في الأرض وهو العزيز الحكيم |
| | | Wat er in de hemelen is en wat er op de aarde is prijst God en Hij is de machtige, de wijze. |
|
5128 | 59 | 2 | هو الذي أخرج الذين كفروا من أهل الكتاب من ديارهم لأول الحشر ما ظننتم أن يخرجوا وظنوا أنهم مانعتهم حصونهم من الله فأتاهم الله من حيث لم يحتسبوا وقذف في قلوبهم الرعب يخربون بيوتهم بأيديهم وأيدي المؤمنين فاعتبروا يا أولي الأبصار |
| | | Hij is het die de ongelovigen van de mensen van het boek bij de eerste verzameling uit hun woningen heeft verdreven. Jullie dachten niet dat zij zouden vertrekken en zij dachten dat hun versterkingen hen tegen God konden beschermen. Maar God kwam tot hen waar zij er niet op rekenden en Hij joeg hun harten schrik aan zodat hun huizen door hen eigenhandig en door de handen van de gelovigen verwoest werden. Leert dan de les daaruit, jullie die inzicht hebben. |
|
5129 | 59 | 3 | ولولا أن كتب الله عليهم الجلاء لعذبهم في الدنيا ولهم في الآخرة عذاب النار |
| | | En als God voor hen niet de verbanning had voorgeschreven dan had Hij hen in de tegenwoordige wereld bestraft, maar in het hiernamaals is er voor hen de bestraffing van het vuur. |
|