نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
5095 | 57 | 20 | اعلموا أنما الحياة الدنيا لعب ولهو وزينة وتفاخر بينكم وتكاثر في الأموال والأولاد كمثل غيث أعجب الكفار نباته ثم يهيج فتراه مصفرا ثم يكون حطاما وفي الآخرة عذاب شديد ومغفرة من الله ورضوان وما الحياة الدنيا إلا متاع الغرور |
| | | Weet dat het tegenwoordige leven slechts spel en tijdverdrijf, pracht en onderling gepraal en streven naar meer bezittingen en kinderen is. Het is bijvoorbeeld als met regen; de plantengroei die ervan komt bevalt de ongelovigen. Dan verdort het en jij ziet het geel worden en dan wordt het tot gruis. En in het hiernamaals is er een strenge bestraffing en barmhartigheid van God en welbehagen. Het tegenwoordige leven is slechts begoochelend genot. |
|
5096 | 57 | 21 | سابقوا إلى مغفرة من ربكم وجنة عرضها كعرض السماء والأرض أعدت للذين آمنوا بالله ورسله ذلك فضل الله يؤتيه من يشاء والله ذو الفضل العظيم |
| | | Spoedt dus voort naar vergeving van jullie Heer en naar een tuin zo breed als de breedte van de hemel en de aarde, die klaargemaakt is voor hen die in God en Zijn gezanten geloven. Dat is Gods goedgunstigheid die Hij geeft aan wie Hij wil. God is vol van geweldige goedgunstigheid. |
|
5097 | 57 | 22 | ما أصاب من مصيبة في الأرض ولا في أنفسكم إلا في كتاب من قبل أن نبرأها إن ذلك على الله يسير |
| | | Geen onheil valt op de aarde of bij jullie zelf voor of het staat in een boek voordat Wij het laten gebeuren. Dat is voor God gemakkelijk. |
|
5098 | 57 | 23 | لكيلا تأسوا على ما فاتكم ولا تفرحوا بما آتاكم والله لا يحب كل مختال فخور |
| | | Het is, opdat jullie niet bekommerd raken over wat jullie ontgaan is en je niet verheugen over wat tot jullie komt. En God bemint geen enkele ingebeelde en verwaande, |
|
5099 | 57 | 24 | الذين يبخلون ويأمرون الناس بالبخل ومن يتول فإن الله هو الغني الحميد |
| | | die gierig zijn en die de mensen opdragen gierig te zijn. En als iemand zich afkeert? God is de behoefteloze, de lofwaardige. |
|
5100 | 57 | 25 | لقد أرسلنا رسلنا بالبينات وأنزلنا معهم الكتاب والميزان ليقوم الناس بالقسط وأنزلنا الحديد فيه بأس شديد ومنافع للناس وليعلم الله من ينصره ورسله بالغيب إن الله قوي عزيز |
| | | Wij hebben Onze gezanten met de duidelijke bewijzen gezonden en Wij hebben het boek en de weegschaal met hen neergezonden, opdat de mensen de rechtvaardigheid in stand houden. En Wij hebben het ijzer neergezonden. Daarin is geweldige kracht en veel nuttigheid voor de mensen, opdat God weet wie Hem en Zijn gezanten in het verborgen helpen. God is krachtig en machtig. |
|
5101 | 57 | 26 | ولقد أرسلنا نوحا وإبراهيم وجعلنا في ذريتهما النبوة والكتاب فمنهم مهتد وكثير منهم فاسقون |
| | | Wij hebben Noeh en Ibrahiem gezonden en Wij hebben in hun beider nageslacht het profeetschap en het boek tot stand gebracht. Sommigen volgden het goede pad, maar velen van hen waren verdorven. |
|
5102 | 57 | 27 | ثم قفينا على آثارهم برسلنا وقفينا بعيسى ابن مريم وآتيناه الإنجيل وجعلنا في قلوب الذين اتبعوه رأفة ورحمة ورهبانية ابتدعوها ما كتبناها عليهم إلا ابتغاء رضوان الله فما رعوها حق رعايتها فآتينا الذين آمنوا منهم أجرهم وكثير منهم فاسقون |
| | | Toen lieten Wij Onze gezanten in hun spoor volgen. Wij lieten 'Isa, de zoon van Marjam daarna volgen en gaven hem de Indjiel. En Wij legden mededogen en barmhartigheid in de harten van hen die hem volgden en ook monnikschap dat zij uitgevonden hebben. Wij hadden het hun niet voorgeschreven, maar het kwam voort uit hun streven naar Gods welbehagen. Echter zij leefden het niet op de juiste manier na. Dus gaven Wij hun uit hun midden die geloofden hun loon, maar velen van hen waren verdorven. |
|
5103 | 57 | 28 | يا أيها الذين آمنوا اتقوا الله وآمنوا برسوله يؤتكم كفلين من رحمته ويجعل لكم نورا تمشون به ويغفر لكم والله غفور رحيم |
| | | Jullie die geloven! Vreest God en gelooft in Zijn gezant zodat Hij jullie twee porties van Zijn barmhartigheid geeft, voor jullie een licht maakt waarin jullie kunnen wandelen en jullie vergeeft; God is vergevend en barmhartig. |
|
5104 | 57 | 29 | لئلا يعلم أهل الكتاب ألا يقدرون على شيء من فضل الله وأن الفضل بيد الله يؤتيه من يشاء والله ذو الفضل العظيم |
| | | De mensen van het boek moeten goed weten dat zij niet de beschikking hebben over iets van Gods goedgunstigheid en dat de goedgunstigheid in Gods hand is; Hij geeft die aan wie Hij wil en God is vol van geweldige goedgunstigheid. |
|