نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
5091 | 57 | 16 | ألم يأن للذين آمنوا أن تخشع قلوبهم لذكر الله وما نزل من الحق ولا يكونوا كالذين أوتوا الكتاب من قبل فطال عليهم الأمد فقست قلوبهم وكثير منهم فاسقون |
| | | Is de tijd thans niet gekomen voor hen die gelooven, dat hunne harten zich ootmoedig aan de waarschuwing van God zouden onderwerpen, en aan de waarheid, welke geopenbaard is geworden? Dat zij niet zijn als degenen, aan wie de schrift vroeger werd gegeven, en voor welke de tijd van toegevendheid werd verlengd? Maar hunne harten waren versteend, en velen van hen waren zondaren. |
|
5092 | 57 | 17 | اعلموا أن الله يحيي الأرض بعد موتها قد بينا لكم الآيات لعلكم تعقلون |
| | | Weet, dat God de aarde verkwikt, welke dood is geweest. Thans hebben wij u onze teekenen duidelijk verklaard, opdat gij zoudt begrijpen. |
|
5093 | 57 | 18 | إن المصدقين والمصدقات وأقرضوا الله قرضا حسنا يضاعف لهم ولهم أجر كريم |
| | | Waarlijk, voor hen die aalmoezen geven, zoowel mannen als vrouwen, en God eene onbekrompen leening doen, voor hen zal hij die verdubbelen, en zij zullen bovendien eene uitmuntende belooning ontvangen. |
|
5094 | 57 | 19 | والذين آمنوا بالله ورسله أولئك هم الصديقون والشهداء عند ربهم لهم أجرهم ونورهم والذين كفروا وكذبوا بآياتنا أولئك أصحاب الجحيم |
| | | En zij, die in God en zijne gezanten gelooven, zijn menschen van waarachtigheid, en getuigen in de tegenwoordigheid van hunnen Heer; zij zullen hunne belooning en hun licht hebben. Maar wat degenen betreft die niet gelooven en onze teekens van valschheid beschuldigen, zij zullen de bewoners der hel zijn. |
|
5095 | 57 | 20 | اعلموا أنما الحياة الدنيا لعب ولهو وزينة وتفاخر بينكم وتكاثر في الأموال والأولاد كمثل غيث أعجب الكفار نباته ثم يهيج فتراه مصفرا ثم يكون حطاما وفي الآخرة عذاب شديد ومغفرة من الله ورضوان وما الحياة الدنيا إلا متاع الغرور |
| | | Weet, dat dit leven slechts een spel en een ijdel vermaak is; en wereldlijke pracht en de zucht naar eer onder u, en de vermeerdering van rijkdommen en kinderen, zijn als de planten, door den regen gevoed, waarvan de opschieting den landman verheugt: later verwelken zij, zoodat gij haar geel ziet worden, en daarna veranderen zij in droge stoppels. En in het volgende leven zal eene gestrenge straf zijn voor hen, die naar wereldsche grootheid hunkeren. En vergiffenis van God, en gunst voor hen, die daarvan afstand doen; want dit tegenwoordige leven is slechts een verblindend schijngenot. |
|
5096 | 57 | 21 | سابقوا إلى مغفرة من ربكم وجنة عرضها كعرض السماء والأرض أعدت للذين آمنوا بالله ورسله ذلك فضل الله يؤتيه من يشاء والله ذو الفضل العظيم |
| | | Wedijvert dus met spoed, om vergiffenis van uwen Heer te verkrijgen en het paradijs, waarvan de uitgebreidheid gelijk is aan de uitgebreidheid van hemel en aarde, en dat gereed gemaakt is voor hen, die in God en zijne gezanten gelooven. Dit is Gods gunst: hij zal die schenken aan wien hem behaagt, en Gods goedheid is oneindig. |
|
5097 | 57 | 22 | ما أصاب من مصيبة في الأرض ولا في أنفسكم إلا في كتاب من قبل أن نبرأها إن ذلك على الله يسير |
| | | Geen ongeval komt er op aarde noch aan uwe personen voor, zonder dat dit in het boek van onze besluiten was opgeteekend, alvorens wij het voortbrachten. Waarlijk, dit is gemakkelijk voor God. |
|
5098 | 57 | 23 | لكيلا تأسوا على ما فاتكم ولا تفرحوا بما آتاكم والله لا يحب كل مختال فخور |
| | | Bedroef u dus niet om het goede dat u ontsnapt, noch verblijd u overmatig, om datgene wat u toevloeit; want God bemindt den trotschaard, den ijdele niet. |
|
5099 | 57 | 24 | الذين يبخلون ويأمرون الناس بالبخل ومن يتول فإن الله هو الغني الحميد |
| | | Of hen die zelve gierig zijn, en den mensch gierigheid gebieden. En wat hen betreft die zich afwenden van het aalmoezen geven; waarlijk, God is rijk genoeg, en prijzenswaardig. |
|
5100 | 57 | 25 | لقد أرسلنا رسلنا بالبينات وأنزلنا معهم الكتاب والميزان ليقوم الناس بالقسط وأنزلنا الحديد فيه بأس شديد ومنافع للناس وليعلم الله من ينصره ورسله بالغيب إن الله قوي عزيز |
| | | Wij zonden onze gezanten vroeger met duidelijke wonderen, en wij hebben de schriften en de weegschaal met hen medegezonden, opdat de mensch de rechtvaardigheid zou in acht nemen. En wij zonden hun ijzer neder, waarin machtige sterkte voor den oorlog is en verscheiden voordeelen voor den mensch: opdat God dengene zou kennen, die hem en zijne gezanten in het geheim ondersteunt; want God is sterk en machtig. |
|