نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
5085 | 57 | 10 | وما لكم ألا تنفقوا في سبيل الله ولله ميراث السماوات والأرض لا يستوي منكم من أنفق من قبل الفتح وقاتل أولئك أعظم درجة من الذين أنفقوا من بعد وقاتلوا وكلا وعد الله الحسنى والله بما تعملون خبير |
| | | En wat scheelt u, dat gij niet van uw vermogen bijdraagt, voor de verdediging van Gods waren godsdienst, daar Gode de erfenis van hemel en aarde behoort? Degenen van u, die van hun goed zullen hebben bijgedragen tot, en gestreden zullen hebben voor de verdediging van het geloof, vóór de inneming van Mekka, zullen niet gelijk gesteld worden met hen, die naderhand daartoe bijgedragen en medegestreden zullen hebben. Zij zullen hooger in rang staan dan degenen, die na de hierboven vermelde overwinning ter verspreiding van het geloof zullen bijdragen en strijden; maar aan allen heeft God de meest uitmuntende belooning toegezegd; en God weet wel wat gij doet. |
|
5086 | 57 | 11 | من ذا الذي يقرض الله قرضا حسنا فيضاعفه له وله أجر كريم |
| | | Waar is degeen, die aan God een onbekrompen leening wil doen; want God zal die voor hem verdubbelen en hij zal daarenboven eene uitmuntende belooning ontvangen. |
|
5087 | 57 | 12 | يوم ترى المؤمنين والمؤمنات يسعى نورهم بين أيديهم وبأيمانهم بشراكم اليوم جنات تجري من تحتها الأنهار خالدين فيها ذلك هو الفوز العظيم |
| | | Op een zekeren dag zult gij de ware geloovigen van beide kunnen zien; hun licht zal voor hen uitgaan en aan hunne rechterhanden. Men zal tot hen zeggen: Goede tijdingen komen heden tot u: tuinen met rivieren doorsneden; eeuwig zult gij daarin verblijven. Dit zal eene groote gelukzaligheid wezen. |
|
5088 | 57 | 13 | يوم يقول المنافقون والمنافقات للذين آمنوا انظرونا نقتبس من نوركم قيل ارجعوا وراءكم فالتمسوا نورا فضرب بينهم بسور له باب باطنه فيه الرحمة وظاهره من قبله العذاب |
| | | Op dien dag zullen de huichelachtige mannen en de huichelachtige vrouwen tot degenen zeggen, die gelooven: Blijft vóór ons, opdat wij een weinig van uw licht mogen ontleenen. Er zal hun geantwoord worden: Keert in de wereld terug, en zoekt daar licht. En een hooge muur zal tusschen hen geplaatst worden, waarin eene poort: daar binnen zal genade wezen en daar buiten, en tegenover, de martelingen der hel. |
|
5089 | 57 | 14 | ينادونهم ألم نكن معكم قالوا بلى ولكنكم فتنتم أنفسكم وتربصتم وارتبتم وغرتكم الأماني حتى جاء أمر الله وغركم بالله الغرور |
| | | De huichelaars zullen de ware geloovigen aanroepen, zeggende: Waren wij niet met u? Zij zullen antwoorden: Ja! maar gij hebt door uwe huichelarij uwe eigen zielen verleid, en ons verderf verwacht. Gij twijfeldet nopens het geloof, en uwe wenschen hebben u bedrogen, tot een besluit van God kwam, en gij stierft; en de verleider bedroog u nopens God. |
|
5090 | 57 | 15 | فاليوم لا يؤخذ منكم فدية ولا من الذين كفروا مأواكم النار هي مولاكم وبئس المصير |
| | | Daarom zal er dien dag geen losprijs van u worden aangenomen, noch van hen die ongeloovigen waren. Het hellevuur zal uw verblijf zijn; dit is hetgeen gij verdiend hebt; en daar zal het eene ellendige woning wezen. |
|
5091 | 57 | 16 | ألم يأن للذين آمنوا أن تخشع قلوبهم لذكر الله وما نزل من الحق ولا يكونوا كالذين أوتوا الكتاب من قبل فطال عليهم الأمد فقست قلوبهم وكثير منهم فاسقون |
| | | Is de tijd thans niet gekomen voor hen die gelooven, dat hunne harten zich ootmoedig aan de waarschuwing van God zouden onderwerpen, en aan de waarheid, welke geopenbaard is geworden? Dat zij niet zijn als degenen, aan wie de schrift vroeger werd gegeven, en voor welke de tijd van toegevendheid werd verlengd? Maar hunne harten waren versteend, en velen van hen waren zondaren. |
|
5092 | 57 | 17 | اعلموا أن الله يحيي الأرض بعد موتها قد بينا لكم الآيات لعلكم تعقلون |
| | | Weet, dat God de aarde verkwikt, welke dood is geweest. Thans hebben wij u onze teekenen duidelijk verklaard, opdat gij zoudt begrijpen. |
|
5093 | 57 | 18 | إن المصدقين والمصدقات وأقرضوا الله قرضا حسنا يضاعف لهم ولهم أجر كريم |
| | | Waarlijk, voor hen die aalmoezen geven, zoowel mannen als vrouwen, en God eene onbekrompen leening doen, voor hen zal hij die verdubbelen, en zij zullen bovendien eene uitmuntende belooning ontvangen. |
|
5094 | 57 | 19 | والذين آمنوا بالله ورسله أولئك هم الصديقون والشهداء عند ربهم لهم أجرهم ونورهم والذين كفروا وكذبوا بآياتنا أولئك أصحاب الجحيم |
| | | En zij, die in God en zijne gezanten gelooven, zijn menschen van waarachtigheid, en getuigen in de tegenwoordigheid van hunnen Heer; zij zullen hunne belooning en hun licht hebben. Maar wat degenen betreft die niet gelooven en onze teekens van valschheid beschuldigen, zij zullen de bewoners der hel zijn. |
|