نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
5082 | 57 | 7 | آمنوا بالله ورسوله وأنفقوا مما جعلكم مستخلفين فيه فالذين آمنوا منكم وأنفقوا لهم أجر كبير |
| | | Gelooft in Allah en Zijn Boodschapper en geeft bijdragen van dat waarover Hij jullie als beheerders aangesteld heeft. Voor degenen van jullie die geloven en bijdragen geven is er een grote beloning. |
|
5083 | 57 | 8 | وما لكم لا تؤمنون بالله والرسول يدعوكم لتؤمنوا بربكم وقد أخذ ميثاقكم إن كنتم مؤمنين |
| | | En wat is er met jullie, dat jullie niet geloven in Allah, terwijl de Boodschapper jullie oproept om te geloven in jullie Heer? En Hij is waarlijk een verbond met jullie aangegaan, als jullie gelovig zijn! |
|
5084 | 57 | 9 | هو الذي ينزل على عبده آيات بينات ليخرجكم من الظلمات إلى النور وإن الله بكم لرءوف رحيم |
| | | Hij is Degene Die duidelijke Verzen naar Zijn dienaar doet neerdalen om jullie uit de duisternissen naar het licht te voeren. En voorwaar, Allah is voor jullie zeker Zachtmoedig en Meest Barmhartig. |
|
5085 | 57 | 10 | وما لكم ألا تنفقوا في سبيل الله ولله ميراث السماوات والأرض لا يستوي منكم من أنفق من قبل الفتح وقاتل أولئك أعظم درجة من الذين أنفقوا من بعد وقاتلوا وكلا وعد الله الحسنى والله بما تعملون خبير |
| | | En wat is er met jullie, dat jullie geen bijdragen geven op de Weg van Allah, terwijl aan Allah de erfenis van de hemelen en de aarde behoort? Degenen van jullie die vóór de overwinning (bij Mekkah) bijdragen gaven en vochten, zijn niet gelijk, hun rang is hoger dan die van degenen die daarna bijdragen gaven en vochten. Maar beide groepen heeft Allah het goede (het Paradijs) beloofd. En Allah is Alwetend over wat jullie doen. |
|
5086 | 57 | 11 | من ذا الذي يقرض الله قرضا حسنا فيضاعفه له وله أجر كريم |
| | | Wie is degene die aan Allah een goede lening geeft? Dan zal Hij deze verdubbelen voor hem en voor hem is er een rijke beloning. |
|
5087 | 57 | 12 | يوم ترى المؤمنين والمؤمنات يسعى نورهم بين أيديهم وبأيمانهم بشراكم اليوم جنات تجري من تحتها الأنهار خالدين فيها ذلك هو الفوز العظيم |
| | | Gedenkt de Dag waarop jij de gelovige mannen en de gelovigen vrouwen ziet. Hun licht straalt vóór hen en rechts van hen. (Er wordt hun gezegd:) "Deze Dag is er een verheugend bericht voor jullie: een Tuin waar onder door de rivieren stromen, (jullie zijn) daarin eeuwig levend. Dat is de geweldige overwinning." |
|
5088 | 57 | 13 | يوم يقول المنافقون والمنافقات للذين آمنوا انظرونا نقتبس من نوركم قيل ارجعوا وراءكم فالتمسوا نورا فضرب بينهم بسور له باب باطنه فيه الرحمة وظاهره من قبله العذاب |
| | | Op die Dag zullen de huichelaars en de huichelaarsters tegen degenen die geloven, zeggen: "Wacht op ons en zodat wij jullie licht gebruiken. " Er wordt gezegd: "Gaat terug, naar achteren jullie! Smeekt om licht!" Er zal dan een muur tussen hen worden geplaatst, die een poort heeft: aan de binnenkant is er de Barmhartigheid en aan de buitenkant is er de bestraffing. |
|
5089 | 57 | 14 | ينادونهم ألم نكن معكم قالوا بلى ولكنكم فتنتم أنفسكم وتربصتم وارتبتم وغرتكم الأماني حتى جاء أمر الله وغركم بالله الغرور |
| | | Zij (de huichelaars) roepen tot hen (de gelovigen): "Waren wij niet met jullie?" Zij zeggen: '"Welzeker, maar jullie brachten jezelf in verzoeking en jullie wachtten en jullie twijfelden en de ijdele wensen hebben jullie misleid, tot de beschikking van Allah bewaarheid werd. En de verleider (de Satan) heeft jullie van Allah weggeleid. |
|
5090 | 57 | 15 | فاليوم لا يؤخذ منكم فدية ولا من الذين كفروا مأواكم النار هي مولاكم وبئس المصير |
| | | Op deze Dag, zal er van jullie geen losprijs worden aanvaard, en ook niet van de ongelovigen. Jullie verblijfplaats is de Hel, dat is jullie beschermer. En dat is de slechtste plaats van terugkeer!" |
|
5091 | 57 | 16 | ألم يأن للذين آمنوا أن تخشع قلوبهم لذكر الله وما نزل من الحق ولا يكونوا كالذين أوتوا الكتاب من قبل فطال عليهم الأمد فقست قلوبهم وكثير منهم فاسقون |
| | | Is het voor degenen die geloven nog geen tijd, dat hun harten zich vernederen voor het gedenken van Allah en wat is geopenbaard van de Waarheid (de Koran)? En laten zij niet worden als degenen aan wie de Schrift (de Taurât) voorheen was gegeven. Toen werd de tijd voor hen te lang, zodat hun harten verhardden. En de meesten van hen zijn zwaar zondigen. |
|