نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
475 | 3 | 182 | ذلك بما قدمت أيديكم وأن الله ليس بظلام للعبيد |
| | | Dat is voor wat jullie handen vroeger gedaan hebben en omdat God de dienaren niet onrechtvaardig behandelt. |
|
476 | 3 | 183 | الذين قالوا إن الله عهد إلينا ألا نؤمن لرسول حتى يأتينا بقربان تأكله النار قل قد جاءكم رسل من قبلي بالبينات وبالذي قلتم فلم قتلتموهم إن كنتم صادقين |
| | | Zij die zeiden: "God heeft ons opgedragen geen gezant te geloven totdat hij ons een offer zou brengen dat door het vuur wordt verteerd." Zeg: "Tot jullie zijn al voor mijn tijd gezanten gekomen met de duidelijke bewijzen en met dat wat jullie zeggen. Waarom hebben jullie hen dan gedood, als jullie gelijk hebben." |
|
477 | 3 | 184 | فإن كذبوك فقد كذب رسل من قبلك جاءوا بالبينات والزبر والكتاب المنير |
| | | Als zij jou dan van leugens betichten; al voor jouw tijd zijn er gezanten van leugens beticht, die kwamen met de duidelijke bewijzen, met de Zoeboer en het verlichtende boek. |
|
478 | 3 | 185 | كل نفس ذائقة الموت وإنما توفون أجوركم يوم القيامة فمن زحزح عن النار وأدخل الجنة فقد فاز وما الحياة الدنيا إلا متاع الغرور |
| | | Ieder zal de dood proeven, maar jullie volle loon zal jullie op de opstandingsdag gegeven worden. Wie dan van het vuur gevrijwaard wordt en in de tuin binnengebracht, die heeft gezegevierd. Het tegenwoordige leven is slechts het genot van de begoocheling. * |
|
479 | 3 | 186 | لتبلون في أموالكم وأنفسكم ولتسمعن من الذين أوتوا الكتاب من قبلكم ومن الذين أشركوا أذى كثيرا وإن تصبروا وتتقوا فإن ذلك من عزم الأمور |
| | | Jullie zullen zeker op de proef gesteld worden in jullie bezittingen en in jullie zelf en jullie zullen zeker van hen aan wie voor jullie tijd het boek gegeven was en van de aanhangers van het veelgodendom veel ergerlijks horen. Als jullie geduldig volharden en godvrezend zijn, dan is dat een zaak van vastbeslotenheid. |
|
480 | 3 | 187 | وإذ أخذ الله ميثاق الذين أوتوا الكتاب لتبيننه للناس ولا تكتمونه فنبذوه وراء ظهورهم واشتروا به ثمنا قليلا فبئس ما يشترون |
| | | En toen God met hen aan wie het boek gegeven is het verdrag aanging: "Jullie moeten het aan de mensen duidelijk maken en het niet verbergen." Toen veronachtzaamden zij het achterbaks en verkwanselden het, maar wat zij ervoor gekocht hebben dat is pas slecht. |
|
481 | 3 | 188 | لا تحسبن الذين يفرحون بما أتوا ويحبون أن يحمدوا بما لم يفعلوا فلا تحسبنهم بمفازة من العذاب ولهم عذاب أليم |
| | | Denk niet dat zij die zich verheugen over wat zij bereikt hebben en die graag geprezen worden voor wat zij niet gedaan hebben, denk toch niet dat zij voor de straf in veiligheid zijn. Voor hen is er een pijnlijke bestraffing. |
|
482 | 3 | 189 | ولله ملك السماوات والأرض والله على كل شيء قدير |
| | | God heeft de heerschappij over de hemelen en de aarde en God is almachtig. |
|
483 | 3 | 190 | إن في خلق السماوات والأرض واختلاف الليل والنهار لآيات لأولي الألباب |
| | | In de schepping van de hemelen en de aarde en het verschil van nacht en dag zijn tekenen voor mensen die verstand hebben, |
|
484 | 3 | 191 | الذين يذكرون الله قياما وقعودا وعلى جنوبهم ويتفكرون في خلق السماوات والأرض ربنا ما خلقت هذا باطلا سبحانك فقنا عذاب النار |
| | | die God staande, zittende en op hun zij liggende gedenken en die over de schepping van de hemelen en de aarde nadenken: "Onze Heer, U hebt dit niet voor niets geschapen -- U zij geprezen! -- en behoed ons voor de bestraffing van het vuur. |
|