نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
4530 | 46 | 20 | ويوم يعرض الذين كفروا على النار أذهبتم طيباتكم في حياتكم الدنيا واستمتعتم بها فاليوم تجزون عذاب الهون بما كنتم تستكبرون في الأرض بغير الحق وبما كنتم تفسقون |
| | | En op de Dag dat degenen die niet geloofden de Hel getoond zal worden, (wordt gezegd): "Jullie hebben jullie goede dingen die jullie bezaten opgebruikt tijdens het wereldse leven en jullie hebben ervan genoten. Op deze Dag zullen jullie vergolden worden met een vernederende straf omdat jullie hooghartig plachten te leven op de aarde, zonder recht, en omdat jullie zware zonden plachten te begaan." |
|
4531 | 46 | 21 | واذكر أخا عاد إذ أنذر قومه بالأحقاف وقد خلت النذر من بين يديه ومن خلفه ألا تعبدوا إلا الله إني أخاف عليكم عذاب يوم عظيم |
| | | En gedenkt de broeder van de 'Âd (de Profeet Hôed) toen hij zijn volk waarschuwde bij Al Ahqâf. En waarlijk, de waarschuwers vóór hen en na hen zijn heengegaan, (zij zeiden): "Aanbidt geen ander dan Allah, voorwaar, ik vrees voor jullie de bestraffing van een geweldige Dag." |
|
4532 | 46 | 22 | قالوا أجئتنا لتأفكنا عن آلهتنا فأتنا بما تعدنا إن كنت من الصادقين |
| | | Zij zeiden: "Ben jij tot ons gekomen om ons van (het aanbidden) van onze goden af te houden? Geef wat jij ons aanzegt, als jij tot de waarachtigen behoort!" |
|
4533 | 46 | 23 | قال إنما العلم عند الله وأبلغكم ما أرسلت به ولكني أراكم قوما تجهلون |
| | | Hij zei: "Voorwaar, de kennis is bij Allah en ik breng slechts dat over waarmee ik gezonden ben, maar ik zie dat jullie een volk zijn dat onwetend is." |
|
4534 | 46 | 24 | فلما رأوه عارضا مستقبل أوديتهم قالوا هذا عارض ممطرنا بل هو ما استعجلتم به ريح فيها عذاب أليم |
| | | En toen zij die ( bestraffing) als een wolk zagen die zich naar hun valleien verplaatste, zeiden zij: "Dit is een wolk die regen op ons zal doen vallen." Nee! Integendeel, het is juist (de bestraffing) waarvan jullie de bespoediging vroegen, een wind met daarin een pijnlijke bestraffing. |
|
4535 | 46 | 25 | تدمر كل شيء بأمر ربها فأصبحوا لا يرى إلا مساكنهم كذلك نجزي القوم المجرمين |
| | | Die alle dingen zal verwoesten op bevel van zijn Heer, toen was er niets meer van hen zichtbaar dan de ruïnes van hun woningen. Zo vergelden Wij het volk van misdadigers. |
|
4536 | 46 | 26 | ولقد مكناهم فيما إن مكناكم فيه وجعلنا لهم سمعا وأبصارا وأفئدة فما أغنى عنهم سمعهم ولا أبصارهم ولا أفئدتهم من شيء إذ كانوا يجحدون بآيات الله وحاق بهم ما كانوا به يستهزئون |
| | | En voorzeker, Wij hadden hun werkelijk macht en welvaart gegeven die Wij niet aan jullie gegeven hebben. En Wij gaven hun de vermogens van het horen, en het zien en de harten. Maar hun oren, en hun ogen en hun harten baatten hun niets omdat zij de Tekenen van Allah plachten te ontkennen. En zij zijn omsingeld door de bestraffing waarmee zij de spot plachten te drijven. |
|
4537 | 46 | 27 | ولقد أهلكنا ما حولكم من القرى وصرفنا الآيات لعلهم يرجعون |
| | | En voorzeker, Wij hebben de steden en jullie omgeving verwoest. En Wij herhaalden de Tekenen (van Onze macht). Hopelijk zullen zij terugkeren. |
|
4538 | 46 | 28 | فلولا نصرهم الذين اتخذوا من دون الله قربانا آلهة بل ضلوا عنهم وذلك إفكهم وما كانوا يفترون |
| | | Hadden de afgoden die zij naast Allah namen als een toenadering tot een god, hen maar geholpen! Nee, zij zijn van hen verdwenen. En dat is hun leugen en wat zij plachten te verzinnen. |
|
4539 | 46 | 29 | وإذ صرفنا إليك نفرا من الجن يستمعون القرآن فلما حضروه قالوا أنصتوا فلما قضي ولوا إلى قومهم منذرين |
| | | En (gedenkt) toen Wij een paar van de Djinn's bij jou brachten, om naar de Koran te luisteren. Toen zij daarbij aanwezig waren, zeiden zij: "Zwijgt!" En toen (de voordracht) beëindigd was, keerden zij tot hun volk terug als waarschuwers. |
|