نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
4516 | 46 | 6 | وإذا حشر الناس كانوا لهم أعداء وكانوا بعبادتهم كافرين |
| | | en wanneer de mensen verzameld worden zijn zij hun tot vijand en zij betonen zich ondankbaar over de dienst aan hen. |
|
4517 | 46 | 7 | وإذا تتلى عليهم آياتنا بينات قال الذين كفروا للحق لما جاءهم هذا سحر مبين |
| | | En wanneer Onze tekenen aan hen als duidelijke bewijzen worden voorgelezen zeggen zij die geen geloof hechten aan de waarheid, wanneer die tot hen komt: "Dit is duidelijk toverij." |
|
4518 | 46 | 8 | أم يقولون افتراه قل إن افتريته فلا تملكون لي من الله شيئا هو أعلم بما تفيضون فيه كفى به شهيدا بيني وبينكم وهو الغفور الرحيم |
| | | Of zij zeggen: "Hij heeft het verzonnen." Zeg: "Als ik het verzonnen heb, dan kunnen jullie voor mij tegen God niets uitrichten. Hij weet het best waarmee jullie aan de slag gaan. Hij is als getuige tussen mij en jullie goed genoeg. Hij is de vergevende, de barmhartige." |
|
4519 | 46 | 9 | قل ما كنت بدعا من الرسل وما أدري ما يفعل بي ولا بكم إن أتبع إلا ما يوحى إلي وما أنا إلا نذير مبين |
| | | Zeg: "Ik vertegenwoordig niet iets ongehoords onder de gezanten. Ik weet ook niet wat er met mij en met jullie zal gebeuren. Ik volg slechts wat aan mij geopenbaard wordt en ik ben alleen maar een duidelijke waarschuwer." |
|
4520 | 46 | 10 | قل أرأيتم إن كان من عند الله وكفرتم به وشهد شاهد من بني إسرائيل على مثله فآمن واستكبرتم إن الله لا يهدي القوم الظالمين |
| | | Zeg: "Hoe zien jullie het? Als het toch van God komt, terwijl jullie er geen geloof aan hechten, hoewel iemand van de Israëlieten getuigenis aflegt over dat wat eraan gelijk is en dus gelooft? Maar jullie zijn hoogmoedig. God wijst de mensen die onrecht plegen de goede richting niet." |
|
4521 | 46 | 11 | وقال الذين كفروا للذين آمنوا لو كان خيرا ما سبقونا إليه وإذ لم يهتدوا به فسيقولون هذا إفك قديم |
| | | Zij die ongelovig zijn zeggen tegen hen die geloven: "Als het iets goeds was hadden zij het niet eerder dan wij gekregen." Omdat zij zich er niet de goede richting door laten wijzen zullen zij dus zeggen: "Oude laster." |
|
4522 | 46 | 12 | ومن قبله كتاب موسى إماما ورحمة وهذا كتاب مصدق لسانا عربيا لينذر الذين ظلموا وبشرى للمحسنين |
| | | Eraan voorafgegaan is het boek van Moesa als voorbeeld en barmhartigheid. En dit is een boek dat in de Arabische taal een bevestiging geeft, om hen die onrecht plegen te waarschuwen en als goed nieuws voor hen die goed doen. |
|
4523 | 46 | 13 | إن الذين قالوا ربنا الله ثم استقاموا فلا خوف عليهم ولا هم يحزنون |
| | | Zij die zeggen: "Onze Heer is God" en die dan correct handelen hebben niets te vrezen noch zullen zij bedroefd zijn. |
|
4524 | 46 | 14 | أولئك أصحاب الجنة خالدين فيها جزاء بما كانوا يعملون |
| | | Zij zijn het die in de tuin thuishoren, waarin zij altijd zullen blijven, als een beloning voor wat zij hebben gedaan. |
|
4525 | 46 | 15 | ووصينا الإنسان بوالديه إحسانا حملته أمه كرها ووضعته كرها وحمله وفصاله ثلاثون شهرا حتى إذا بلغ أشده وبلغ أربعين سنة قال رب أوزعني أن أشكر نعمتك التي أنعمت علي وعلى والدي وأن أعمل صالحا ترضاه وأصلح لي في ذريتي إني تبت إليك وإني من المسلمين |
| | | En Wij hebben de mens opgedragen zijn ouders goed te behandelen -- zijn moeder heeft hem immers moeizaam gedragen en moeizaam gebaard. De zwangerschap en [de tijd erna] totdat hij gespeend wordt is dertig maanden. En wanneer hij dan volgroeid is en veertig jaar wordt zegt hij: "Mijn Heer, spoor mij aan dat ik voor Uw genade, die U mij en mijn ouders geschonken hebt, dank betuig en dat ik iets deugdelijks doe wat U bevalt. En maak voor mij dat mijn nageslacht deugdzaam is. Ik wend mij berouwvol tot U en ik behoor bij hen die zich [aan God] overgeven." |
|