نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
451 | 3 | 158 | ولئن متم أو قتلتم لإلى الله تحشرون |
| | | Als jullie sterven of sneuvelen dan zullen jullie tot God verzameld worden. |
|
452 | 3 | 159 | فبما رحمة من الله لنت لهم ولو كنت فظا غليظ القلب لانفضوا من حولك فاعف عنهم واستغفر لهم وشاورهم في الأمر فإذا عزمت فتوكل على الله إن الله يحب المتوكلين |
| | | Vanwege barmhartigheid van God was jij soepel voor hen, maar als jij streng en hardvochtig was geweest dan waren zij rondom jou uiteengegaan. Reken het hun dus maar niet aan en vraag vergeving voor hen en raadpleeg hen over het beleid. Wanneer je dan een besluit genomen hebt vertrouw dan op God. God bemint hen die vertrouwen hebben. |
|
453 | 3 | 160 | إن ينصركم الله فلا غالب لكم وإن يخذلكم فمن ذا الذي ينصركم من بعده وعلى الله فليتوكل المؤمنون |
| | | Als God jullie helpt, kan niemand jullie verslaan, maar als Hij jullie in de steek laat, wie is er die jullie daarna nog helpen kan? Op God is het dat de gelovigen hun vertrouwen moeten stellen. |
|
454 | 3 | 161 | وما كان لنبي أن يغل ومن يغلل يأت بما غل يوم القيامة ثم توفى كل نفس ما كسبت وهم لا يظلمون |
| | | Het komt een profeet niet toe dat hij [iets van de buit] ontvreemdt. Wie iets ontvreemdt zal wat hij heeft ontvreemd meebrengen op de opstandingsdag. Dan zal aan iedereen vergoed worden wat hij verdiend heeft en hun zal geen onrecht worden aangedaan. |
|
455 | 3 | 162 | أفمن اتبع رضوان الله كمن باء بسخط من الله ومأواه جهنم وبئس المصير |
| | | Is dan iemand die Gods welgevallen navolgt als iemand die zich gramschap van God op de hals haalt? Hun verblijfplaats is de hel. Dat is pas een slechte bestemming! |
|
456 | 3 | 163 | هم درجات عند الله والله بصير بما يعملون |
| | | Zij zijn verschillend in rang bij God. God doorziet wel wat zij doen. |
|
457 | 3 | 164 | لقد من الله على المؤمنين إذ بعث فيهم رسولا من أنفسهم يتلو عليهم آياته ويزكيهم ويعلمهم الكتاب والحكمة وإن كانوا من قبل لفي ضلال مبين |
| | | God heeft de gelovigen een gunst bewezen toen Hij bij hen een gezant uit hun midden liet opstaan, die hun Zijn tekenen voorleest, hen loutert en hun het boek en de wijsheid onderwijst, ook al verkeerden zij vroeger in duidelijke dwaling. |
|
458 | 3 | 165 | أولما أصابتكم مصيبة قد أصبتم مثليها قلتم أنى هذا قل هو من عند أنفسكم إن الله على كل شيء قدير |
| | | Of toen jullie onheil trof dat jullie zelf al dubbel hadden toegebracht. Jullie zeiden: "Hoe komt dit?" Zeg: "Het komt van jullie zelf." God is almachtig. |
|
459 | 3 | 166 | وما أصابكم يوم التقى الجمعان فبإذن الله وليعلم المؤمنين |
| | | Wat jullie trof op de dag dat de beide troepenmachten tot een treffen kwamen was met Gods toestemming en [het gebeurde] opdat Hij de gelovigen kent |
|
460 | 3 | 167 | وليعلم الذين نافقوا وقيل لهم تعالوا قاتلوا في سبيل الله أو ادفعوا قالوا لو نعلم قتالا لاتبعناكم هم للكفر يومئذ أقرب منهم للإيمان يقولون بأفواههم ما ليس في قلوبهم والله أعلم بما يكتمون |
| | | en opdat Hij de huichelaars kent. Tot hen werd gezegd: "Komt en strijdt op Gods weg of verdrijft [de vijand]." Zij zeiden: "Als wij van de strijd geweten hadden dan waren wij jullie zeker gevolgd." Op die dag waren zij dichter bij het ongeloof dan bij het geloof; met hun monden zeiden zij wat in hun harten niet was. God weet het best wat zij verbergen. |
|