نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
4491 | 45 | 18 | ثم جعلناك على شريعة من الأمر فاتبعها ولا تتبع أهواء الذين لا يعلمون |
| | | Daarna hebben Wij voor jou een normatieve richting van de ordening bepaald. Volg die dus en volg niet de grillen van hen die geen kennis hebben. |
|
4492 | 45 | 19 | إنهم لن يغنوا عنك من الله شيئا وإن الظالمين بعضهم أولياء بعض والله ولي المتقين |
| | | Zij zullen jou tegen God helemaal niet baten. De onrechtplegers zijn elkaars beschermers, maar God is de beschermer van de godvrezenden. |
|
4493 | 45 | 20 | هذا بصائر للناس وهدى ورحمة لقوم يوقنون |
| | | Dit zijn inzichtelijke bewijzen voor de mensen en een leidraad en barmhartigheid voor mensen die vast overtuigd zijn. |
|
4494 | 45 | 21 | أم حسب الذين اجترحوا السيئات أن نجعلهم كالذين آمنوا وعملوا الصالحات سواء محياهم ومماتهم ساء ما يحكمون |
| | | Of rekenen zij die misdaden begaan erop dat Wij hen in hun leven en hun sterven gelijk zullen behandelen als hen die geloven en de deugdelijke daden doen? Slecht is het wat zij oordelen. |
|
4495 | 45 | 22 | وخلق الله السماوات والأرض بالحق ولتجزى كل نفس بما كسبت وهم لا يظلمون |
| | | God heeft de hemelen en de aarde in waarheid geschapen en aan iedereen zal vergolden worden wat hij begaan heeft en hun zal geen onrecht worden aangedaan. |
|
4496 | 45 | 23 | أفرأيت من اتخذ إلهه هواه وأضله الله على علم وختم على سمعه وقلبه وجعل على بصره غشاوة فمن يهديه من بعد الله أفلا تذكرون |
| | | Heb je gezien naar hem die zijn grillen tot zijn god maakt? God heeft hem bewust tot dwaling gebracht en zijn gehoor en zijn hart verzegeld en over zijn ogen is een sluier. Wie zou hem na God nog de weg kunnen wijzen? Zullen jullie je niet laten vermanen? |
|
4497 | 45 | 24 | وقالوا ما هي إلا حياتنا الدنيا نموت ونحيا وما يهلكنا إلا الدهر وما لهم بذلك من علم إن هم إلا يظنون |
| | | Zij zeggen: "Er is alleen maar ons tegenwoordige leven; wij sterven en wij leven en alleen door de tijd worden wij omgebracht." Zij hebben daarvan geen kennis. Zij hebben alleen maar vermoedens. |
|
4498 | 45 | 25 | وإذا تتلى عليهم آياتنا بينات ما كان حجتهم إلا أن قالوا ائتوا بآبائنا إن كنتم صادقين |
| | | En wanneer Onze duidelijke tekenen aan hen worden voorgelezen, dan is hun argument slechts dat zij zeggen: "Brengt onze vaderen, als jullie gelijk hebben." |
|
4499 | 45 | 26 | قل الله يحييكم ثم يميتكم ثم يجمعكم إلى يوم القيامة لا ريب فيه ولكن أكثر الناس لا يعلمون |
| | | Zeg: "God geeft jullie leven. Dan laat Hij jullie sterven en dan brengt Hij jullie bijeen voor de opstandingsdag waaraan geen twijfel is, maar de meeste mensen weten het niet." |
|
4500 | 45 | 27 | ولله ملك السماوات والأرض ويوم تقوم الساعة يومئذ يخسر المبطلون |
| | | God heeft de heerschappij over de hemelen en de aarde en op de dag dat het uur aanbreekt, op die dag zullen zij die zeggen dat het niet waar is verloren zijn. |
|