نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
444 | 3 | 151 | سنلقي في قلوب الذين كفروا الرعب بما أشركوا بالله ما لم ينزل به سلطانا ومأواهم النار وبئس مثوى الظالمين |
| | | Wij zullen de harten van hen die ongelovig zijn schrik aanjagen, omdat zij aan God metgezellen toevoegen; iets waarvoor Hij geen machtiging had neergezonden. Hun verblijfplaats is het vuur. Dat is pas een slechte verblijfplaats voor de onrechtplegers! |
|
445 | 3 | 152 | ولقد صدقكم الله وعده إذ تحسونهم بإذنه حتى إذا فشلتم وتنازعتم في الأمر وعصيتم من بعد ما أراكم ما تحبون منكم من يريد الدنيا ومنكم من يريد الآخرة ثم صرفكم عنهم ليبتليكم ولقد عفا عنكم والله ذو فضل على المؤمنين |
| | | God heeft Zijn toezegging waargemaakt toen jullie hen met Zijn toestemming vernietigend versloegen, totdat jullie opgaven, met elkaar erover twistten en ongehoorzaam waren geworden, nadat Hij jullie had laten zien wat jullie liefhebben. Onder jullie zijn er die het tegenwoordige leven wensen en onder jullie zijn er die het hiernamaals wensen. Toen leidde Hij jullie van hen af om jullie op de proef te stellen, maar Hij had jullie al vergiffenis geschonken. God is vol van goedgunstigheid jegens de gelovigen. * |
|
446 | 3 | 153 | إذ تصعدون ولا تلوون على أحد والرسول يدعوكم في أخراكم فأثابكم غما بغم لكيلا تحزنوا على ما فاتكم ولا ما أصابكم والله خبير بما تعملون |
| | | Toen jullie er bergopwaarts vandoor gingen zonder je voor iemand om te draaien, hoewel de gezant jullie van achteren toeriep. Toen beloonde Hij jullie met smart voor smart opdat jullie niet bedroefd zouden zijn over wat jullie ontkomen was, noch over wat jullie getroffen had. God is welingelicht over wat jullie doen. |
|
447 | 3 | 154 | ثم أنزل عليكم من بعد الغم أمنة نعاسا يغشى طائفة منكم وطائفة قد أهمتهم أنفسهم يظنون بالله غير الحق ظن الجاهلية يقولون هل لنا من الأمر من شيء قل إن الأمر كله لله يخفون في أنفسهم ما لا يبدون لك يقولون لو كان لنا من الأمر شيء ما قتلنا هاهنا قل لو كنتم في بيوتكم لبرز الذين كتب عليهم القتل إلى مضاجعهم وليبتلي الله ما في صدوركم وليمحص ما في قلوبكم والله عليم بذات الصدور |
| | | Toen liet Hij na de smart, ter bescherming slaap neerdalen over jullie waardoor een groep van jullie bevangen werd, maar een andere groep dacht in hun zelfzucht op onterechte manier over God, zoals men in de tijd van onwetendheid dacht. Zij zeiden: "Hebben wij ook enige zeggenschap?" Zeg: "God heeft de gehele zeggenschap." Zij verbergen in hun binnenste wat zij jou niet laten blijken; zij, zeggen: "Als wij ook enige zeggenschap hadden gehad, zouden wij hier niet gesneuveld zijn." Zeg: "Al waren jullie in je huizen gebleven, dan zouden toch zij voor wie het was bepaald dat zij zouden sneuvelen naar hun rustplaatsen zijn opgetrokken." [Dit gebeurt] opdat God wat in jullie binnenste is op de proef stelt en wat in jullie harten is loutert. God weet wat er binnen in de harten is. |
|
448 | 3 | 155 | إن الذين تولوا منكم يوم التقى الجمعان إنما استزلهم الشيطان ببعض ما كسبوا ولقد عفا الله عنهم إن الله غفور حليم |
| | | Zij die zich van jullie afkeerden op de dag dat de beide troepenmachten tot een treffen kwamen, zij werden slechts door de satan tot een misstap gebracht wegens iets wat zij begaan hadden. God is vergevend en zachtmoedig. |
|
449 | 3 | 156 | يا أيها الذين آمنوا لا تكونوا كالذين كفروا وقالوا لإخوانهم إذا ضربوا في الأرض أو كانوا غزى لو كانوا عندنا ما ماتوا وما قتلوا ليجعل الله ذلك حسرة في قلوبهم والله يحيي ويميت والله بما تعملون بصير |
| | | Jullie die geloven! Weest niet zoals zij die ongelovig zijn en die, wanneer zij op de aarde rondtrekken of op veldtocht zijn, van hun broeders zeggen: "Als zij bij ons waren gebleven, dan waren zij niet gestorven en niet gedood." [Zij zeggen het] opdat God dat tot [een reden voor] wroeging in hun harten zou maken. God geeft leven en laat sterven. God doorziet wat jullie doen. |
|
450 | 3 | 157 | ولئن قتلتم في سبيل الله أو متم لمغفرة من الله ورحمة خير مما يجمعون |
| | | Als jullie op Gods weg sneuvelen of sterven, dan is vergeving van God en barmhartigheid beter dan wat zij bijeenbrengen. |
|
451 | 3 | 158 | ولئن متم أو قتلتم لإلى الله تحشرون |
| | | Als jullie sterven of sneuvelen dan zullen jullie tot God verzameld worden. |
|
452 | 3 | 159 | فبما رحمة من الله لنت لهم ولو كنت فظا غليظ القلب لانفضوا من حولك فاعف عنهم واستغفر لهم وشاورهم في الأمر فإذا عزمت فتوكل على الله إن الله يحب المتوكلين |
| | | Vanwege barmhartigheid van God was jij soepel voor hen, maar als jij streng en hardvochtig was geweest dan waren zij rondom jou uiteengegaan. Reken het hun dus maar niet aan en vraag vergeving voor hen en raadpleeg hen over het beleid. Wanneer je dan een besluit genomen hebt vertrouw dan op God. God bemint hen die vertrouwen hebben. |
|
453 | 3 | 160 | إن ينصركم الله فلا غالب لكم وإن يخذلكم فمن ذا الذي ينصركم من بعده وعلى الله فليتوكل المؤمنون |
| | | Als God jullie helpt, kan niemand jullie verslaan, maar als Hij jullie in de steek laat, wie is er die jullie daarna nog helpen kan? Op God is het dat de gelovigen hun vertrouwen moeten stellen. |
|