نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
4257 | 41 | 39 | ومن آياته أنك ترى الأرض خاشعة فإذا أنزلنا عليها الماء اهتزت وربت إن الذي أحياها لمحيي الموتى إنه على كل شيء قدير |
| | | En tot Zijn tekenen behoort dat jullie zien dat de aarde roerloos is, maar wanneer Wij er dan water op laten neerdalen beweegt zij zich en zwelt op. Hij die haar laat herleven, laat ook de doden herleven; Hij is almachtig. |
|
4258 | 41 | 40 | إن الذين يلحدون في آياتنا لا يخفون علينا أفمن يلقى في النار خير أم من يأتي آمنا يوم القيامة اعملوا ما شئتم إنه بما تعملون بصير |
| | | Zij die Onze tekenen misduiden zijn voor Ons niet verborgen. Is dan iemand die in het vuur geworpen wordt er beter aan toe of iemand die veilig op de opstandingsdag aankomt? Doet maar wat jullie willen; Hij doorziet wat jullie doen. |
|
4259 | 41 | 41 | إن الذين كفروا بالذكر لما جاءهم وإنه لكتاب عزيز |
| | | Zij die geen geloof hechten aan de vermaning wanneer die tot hen komt?; het is een machtig boek, |
|
4260 | 41 | 42 | لا يأتيه الباطل من بين يديه ولا من خلفه تنزيل من حكيم حميد |
| | | waar de onwaarheid van voren niet bij komt, noch van achteren, een neerzending door een Wijze en Lofwaardige. |
|
4261 | 41 | 43 | ما يقال لك إلا ما قد قيل للرسل من قبلك إن ربك لذو مغفرة وذو عقاب أليم |
| | | Aan jou wordt slechts gezegd wat al aan de gezanten voor jouw tijd gezegd was; jouw Heer is vol vergeving maar geeft ook een pijnlijke afstraffing. |
|
4262 | 41 | 44 | ولو جعلناه قرآنا أعجميا لقالوا لولا فصلت آياته أأعجمي وعربي قل هو للذين آمنوا هدى وشفاء والذين لا يؤمنون في آذانهم وقر وهو عليهم عمى أولئك ينادون من مكان بعيد |
| | | En als Wij hem als een vreemdtalige Koran hadden gemaakt dan hadden zij gezegd: "Waarom zijn de tekenen ervan niet uiteengezet? Vreemdtalig en toch een Arabier?" Zeg: "Hij is voor hen die geloven een leidraad en een genezing." Zij die niet geloven hebben in hun oren hardhorendheid en zij hebben er geen zicht op. Zij zijn het die van een verafgelegen plaats worden geroepen. |
|
4263 | 41 | 45 | ولقد آتينا موسى الكتاب فاختلف فيه ولولا كلمة سبقت من ربك لقضي بينهم وإنهم لفي شك منه مريب |
| | | En Wij hadden aan Moesa het boek gegeven, maar toen werd men het erover oneens. En als er al niet eerder een woord van jouw Heer gekomen was, dan was er tussen hen al een beslissing getroffen. Zij verkeren daarover in hevige twijfel. |
|
4264 | 41 | 46 | من عمل صالحا فلنفسه ومن أساء فعليها وما ربك بظلام للعبيد |
| | | Als iemand deugdelijk handelt dan is het in zijn eigen voordeel, maar als iemand verkeerd doet dan is het in zijn nadeel; jouw Heer geeft geen onrechtvaardige behandeling aan de dienaren. * |
|
4265 | 41 | 47 | إليه يرد علم الساعة وما تخرج من ثمرات من أكمامها وما تحمل من أنثى ولا تضع إلا بعلمه ويوم يناديهم أين شركائي قالوا آذناك ما منا من شهيد |
| | | De kennis over het uur gaat op Hem terug. Er komen geen vruchten uit hun doppen en geen vrouw is zwanger en baart zonder dat Hij het weet. En op de dag dat Hij hen toeroept: "Waar zijn dan Mijn [zogenaamd goddelijke] metgezellen", zeggen zij: "Wij delen U mee dat er bij ons geen getuige is." |
|
4266 | 41 | 48 | وضل عنهم ما كانوا يدعون من قبل وظنوا ما لهم من محيص |
| | | Maar dat wat zij vroeger aanriepen zijn zij kwijt en zij dachten dat er voor hen geen ontsnapping was. |
|