نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
4230 | 41 | 12 | فقضاهن سبع سماوات في يومين وأوحى في كل سماء أمرها وزينا السماء الدنيا بمصابيح وحفظا ذلك تقدير العزيز العليم |
| | | Toen voltooide Hij ze in twee dagen als zeven hemelen en openbaarde in elke hemel wat de ordening ervan was. En Wij hebben de dichtstbijzijnde hemel met lampen opgesierd die ook als bescherming dienen. Dat is de verordening van de machtige, de wetende. |
|
4231 | 41 | 13 | فإن أعرضوا فقل أنذرتكم صاعقة مثل صاعقة عاد وثمود |
| | | En als zij zich afwenden zeg dan: "Ik waarschuw jullie voor een donderslag als de donderslag van de 'Aad en de Thamoed." |
|
4232 | 41 | 14 | إذ جاءتهم الرسل من بين أيديهم ومن خلفهم ألا تعبدوا إلا الله قالوا لو شاء ربنا لأنزل ملائكة فإنا بما أرسلتم به كافرون |
| | | Toen hun gezanten van voren en van achteren tot hen kwamen [en zeiden]: "Jullie moeten alleen God dienen", zeiden zij: "Als Onze Heer wilde dan zond Hij engelen neer, maar waarmee jullie gezonden zijn daaraan hechten wij geen geloof." |
|
4233 | 41 | 15 | فأما عاد فاستكبروا في الأرض بغير الحق وقالوا من أشد منا قوة أولم يروا أن الله الذي خلقهم هو أشد منهم قوة وكانوا بآياتنا يجحدون |
| | | Wat de 'Aad betreft, zij waren onterecht hoogmoedig op de aarde en zij zeiden: "Wie is er sterker dan wij?" Hebben zij dan niet gezien dat God, die hen geschapen heeft sterker is dan zij? Maarzij ontkenden Onze tekenen. |
|
4234 | 41 | 16 | فأرسلنا عليهم ريحا صرصرا في أيام نحسات لنذيقهم عذاب الخزي في الحياة الدنيا ولعذاب الآخرة أخزى وهم لا ينصرون |
| | | Dus zonden Wij tegen hen een gierende wind op onheilspellende dagen om hun de bestraffing van de schande in het tegenwoordige leven te laten proeven, maar de bestraffing in het hiernamaals is nog schandelijker. En zij krijgen geen hulp. |
|
4235 | 41 | 17 | وأما ثمود فهديناهم فاستحبوا العمى على الهدى فأخذتهم صاعقة العذاب الهون بما كانوا يكسبون |
| | | En wat de Thamoed betreft, Wij wezen hun de goede richting, maar zij hadden blindheid liever dan de goede richting gewezen te worden. Toen greep de donderslag van de schandelijke bestraffing hen voor wat zij begaan hadden. |
|
4236 | 41 | 18 | ونجينا الذين آمنوا وكانوا يتقون |
| | | Maar Wij redden hen die geloofden en godvrezend waren. |
|
4237 | 41 | 19 | ويوم يحشر أعداء الله إلى النار فهم يوزعون |
| | | Maar op de dag dat Gods vijanden in het vuur verzameld worden en dan in het gelid worden gezet! |
|
4238 | 41 | 20 | حتى إذا ما جاءوها شهد عليهم سمعهم وأبصارهم وجلودهم بما كانوا يعملون |
| | | En wanneer zij daar dan gekomen zijn zal hun gehoor, hun gezicht en hun huid tegen hen getuigen over wat zij deden. |
|
4239 | 41 | 21 | وقالوا لجلودهم لم شهدتم علينا قالوا أنطقنا الله الذي أنطق كل شيء وهو خلقكم أول مرة وإليه ترجعون |
| | | En zij zeggen tegen hun huid: "Waarom getuigden jullie tegen ons?" En die zullen dan zeggen: "God die alles laat spreken heeft ons laten spreken en Hij heeft jullie de eerste maal geschapen en tot Hem worden jullie teruggebracht. |
|