نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
4210 | 40 | 77 | فاصبر إن وعد الله حق فإما نرينك بعض الذي نعدهم أو نتوفينك فإلينا يرجعون |
| | | Volhard dus geduldig, want Gods toezegging is waar. En of Wij jou iets van wat wij hun aangezegd hebben laten zien of dat Wij jou wegnemen, tot Ons zullen zij teruggebracht worden. |
|
4211 | 40 | 78 | ولقد أرسلنا رسلا من قبلك منهم من قصصنا عليك ومنهم من لم نقصص عليك وما كان لرسول أن يأتي بآية إلا بإذن الله فإذا جاء أمر الله قضي بالحق وخسر هنالك المبطلون |
| | | En Wij hebben al voor jouw tijd gezanten gezonden. Onder hen zijn er over wie Wij jou verteld hebben en onder hen zijn er over wie Wij jou niet verteld hebben. Het komt een gezant niet toe een teken te brengen zonder Gods toestemming. Maar wanneer Gods beschikking komt wordt naar waarheid beslist. En zij die zeggen dat het niet waar is zullen verloren zijn. |
|
4212 | 40 | 79 | الله الذي جعل لكم الأنعام لتركبوا منها ومنها تأكلون |
| | | God is het die voor jullie het vee gemaakt heeft om erop te rijden en om ervan te eten. |
|
4213 | 40 | 80 | ولكم فيها منافع ولتبلغوا عليها حاجة في صدوركم وعليها وعلى الفلك تحملون |
| | | Jullie hebben daarmee allerlei nuttigheden. En ook kunnen jullie erop iets bereiken wat jullie na aan het hart ligt. Op hen en ook op de schepen worden jullie gedragen. |
|
4214 | 40 | 81 | ويريكم آياته فأي آيات الله تنكرون |
| | | En Hij laat jullie Zijn tekenen zien. Welk teken van God verwerpen jullie dan? |
|
4215 | 40 | 82 | أفلم يسيروا في الأرض فينظروا كيف كان عاقبة الذين من قبلهم كانوا أكثر منهم وأشد قوة وآثارا في الأرض فما أغنى عنهم ما كانوا يكسبون |
| | | Hebben zij dan niet op de aarde rondgereisd en ernaar gekeken hoe het einde was van hen die er vóór hen waren? Zij waren meer dan hen en sterker en lieten meer sporen achter op de aarde, maar wat zij ten uitvoer hadden gebracht baatte hun niet. |
|
4216 | 40 | 83 | فلما جاءتهم رسلهم بالبينات فرحوا بما عندهم من العلم وحاق بهم ما كانوا به يستهزئون |
| | | Toen dan Onze gezanten met de duidelijke bewijzen tot hen kwamen verheugden zij zich over wat zij aan kennis hadden, maar zij werden ingesloten door dat waarmee zij de spot dreven. |
|
4217 | 40 | 84 | فلما رأوا بأسنا قالوا آمنا بالله وحده وكفرنا بما كنا به مشركين |
| | | En toen zij Ons geweld zagen zeiden zij: "Wij geloven in God alleen en wij hechten geen geloof aan wat wij aan Hem als metgezellen toegevoegd hebben." |
|
4218 | 40 | 85 | فلم يك ينفعهم إيمانهم لما رأوا بأسنا سنت الله التي قد خلت في عباده وخسر هنالك الكافرون |
| | | Maar zij hadden geen nut van hun geloof toen zij Ons geweld zagen. Het was Gods gebruikelijke behandeling die reeds eerder te midden van Zijn dienaren had plaatsgevonden. Daar hadden de ongelovigen dus verloren. |
|
4219 | 41 | 1 | بسم الله الرحمن الرحيم حم |
| | | H[aa?] M[iem]. |
|